231 De ambtman Heese namens van de graaf van Velen en Megen heeft aan de schout van het graafschap Megen verkocht de “aenrichtsbrieven” van een huis en hof binnen de stad Megen, e.z. Roeloff Corsten More, a.z. de gemene gasse (= steeg), e.e. de winterdijk, a.e. de gemene straat, en van goederen onder Macharen gelegen, toebehorende aan de erfgenamen van Willem Reuvers. De koopsom bedraagt 1400 gulden, te verrekenen met wat hij als gewezen rentmeester van de graaf nog schuldig is.

230 De drossaard van het graafschap Megen namens Jan, onmondige zoon van zaliger Dirick Mercelis, dit wegens het niet compareren van Jan Peeters als momber van de voornoemde onmondige, Elisabeth Mercelis met haar gekoren momber Jan Mercelis, Jacob van den Campe voor zichzelf, en mr. Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanricxken Mercelis zaliger, hebben in alle vriendschap een scheiding en deling gemaakt van de onder de vrijheid van Oss gelegen erfgoederen, hen nagelaten door wijlen de echtelieden Jan Mercelis en Fijken Bogaers.
Het eerste lot is ten dele gevallen de drossaard ten behoeve van het onmondige kind van Dirick Mercelis. Hij krijgt de helft van 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, bovenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het derde lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens betalen.
Het tweede lot is ten dele gevallen Jacob van den Campe. Hij krijgt de andere helft van voornoemde 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, benedenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het vierde lot op eerstkomende mei 50 gulden eens betalen.
Het derde lot is ten dele gevallen Elisabeth Mercelis. Zij krijgt de helft van anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen, bovenaan gelegen. Zij ontvangt bovendien van het eerste lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens. Zij moet aan het klooster van Binderen of de rechthebbenden betalen de helft van 81 stuivers en 2 oirt.
Het vierde lot is ten dele gevallen Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanrickxen Mercelisz. Hij krijgt de ander helft van voornoemde anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen aan beide zijden, beneden aan gelegen. Hij ontvangt bovendien van het tweede lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens.

230 De drossaard van het graafschap Megen namens Jan, onmondige zoon van zaliger Dirick Mercelis, dit wegens het niet compareren van Jan Peeters als momber van de voornoemde onmondige, Elisabeth Mercelis met haar gekoren momber Jan Mercelis, Jacob van den Campe voor zichzelf, en mr. Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanricxken Mercelis zaliger, hebben in alle vriendschap een scheiding en deling gemaakt van de onder de vrijheid van Oss gelegen erfgoederen, hen nagelaten door wijlen de echtelieden Jan Mercelis en Fijken Bogaers.
Het eerste lot is ten dele gevallen de drossaard ten behoeve van het onmondige kind van Dirick Mercelis. Hij krijgt de helft van 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, bovenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het derde lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens betalen.
Het tweede lot is ten dele gevallen Jacob van den Campe. Hij krijgt de andere helft van voornoemde 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, benedenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het vierde lot op eerstkomende mei 50 gulden eens betalen.
Het derde lot is ten dele gevallen Elisabeth Mercelis. Zij krijgt de helft van anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen, bovenaan gelegen. Zij ontvangt bovendien van het eerste lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens. Zij moet aan het klooster van Binderen of de rechthebbenden betalen de helft van 81 stuivers en 2 oirt.
Het vierde lot is ten dele gevallen Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanrickxen Mercelisz. Hij krijgt de ander helft van voornoemde anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen aan beide zijden, beneden aan gelegen. Hij ontvangt bovendien van het tweede lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens.

230 De drossaard van het graafschap Megen namens Jan, onmondige zoon van zaliger Dirick Mercelis, dit wegens het niet compareren van Jan Peeters als momber van de voornoemde onmondige, Elisabeth Mercelis met haar gekoren momber Jan Mercelis, Jacob van den Campe voor zichzelf, en mr. Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanricxken Mercelis zaliger, hebben in alle vriendschap een scheiding en deling gemaakt van de onder de vrijheid van Oss gelegen erfgoederen, hen nagelaten door wijlen de echtelieden Jan Mercelis en Fijken Bogaers.
Het eerste lot is ten dele gevallen de drossaard ten behoeve van het onmondige kind van Dirick Mercelis. Hij krijgt de helft van 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, bovenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het derde lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens betalen.
Het tweede lot is ten dele gevallen Jacob van den Campe. Hij krijgt de andere helft van voornoemde 3 mergen en 2 hont haver- en weiland, benedenaan gelegen, met de plicht tot onderhoud van de Meirdijck. Hij moet aan het vierde lot op eerstkomende mei 50 gulden eens betalen.
Het derde lot is ten dele gevallen Elisabeth Mercelis. Zij krijgt de helft van anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen, bovenaan gelegen. Zij ontvangt bovendien van het eerste lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens. Zij moet aan het klooster van Binderen of de rechthebbenden betalen de helft van 81 stuivers en 2 oirt.
Het vierde lot is ten dele gevallen Bernaert Handricx wegens zijn onmondig kind, verwekt bij Hanrickxen Mercelisz. Hij krijgt de ander helft van voornoemde anderhalve mergen teulland en de helft van 2 mergen broek- of “vlaghlant” met de houtgewassen aan beide zijden, beneden aan gelegen. Hij ontvangt bovendien van het tweede lot op eerstkomende meidag 50 gulden eens.