Een halff erff ende de helfte van negen gresen hooylant onder het
voorschreven erff gehorende gelegen in Hulshorst alwaer ten oosten
aangelandet is Marrij Drees westwaerts Hermen Evertsen zuiden
de gemene wegh, noortwaerts Geurt van Wolckenberg toebehorende
Henrick Lubbertsen en Jannetjen Assen eheluyden

Anno 1697 den 15 februari beswaert met tweehondert gulden ad vijff
gulden, tien stuyver van ’t hondert tot intresse ten behoeve
van Wijme Geurts en Grijtien Noyen echteluiden
Registratum den 9e meert 1697
In de marge: Dit post geroyeert op den 18e july 1697 also den brief doorsneden is
en geaquiteerd ware

Dit bovenstaande halve erff met alle sijn recht en gerechtigheydt hooy-
Saey- weylant en holt gewassen . T’ geen Henrick Lubbertsen daer aen
toebehoort met sijn huysvrouw Janneken Assen
geroyeert den 9 july 1699
Anno 1697 den 23e juny verpant en in pantschap uitgedaen aen Wilhelmus van
Westervelt junior voor den tijt van ses achtereenvolgende jaren edoch
te lossen met een som van ses hondert vijfftig gulden en dat de intres tegen
ses gulden van ’t hondert vrij gelt van alle lasten tegens de opcomsten
en vruchten gerekent sullen worden: registratum den 26 juny 1697
Dit bovenstaende halve goetje toebehorende Henrick Lubbertsen
Beeckman met alle sijn ap en dependentien van dien heeft gemelten
Westervelt in eygendom becoomen volgens transport brieff van den 1e
july 1699 voor geerfden en Zegelaers Henrick Zuijck Gerrit Heidenrick ende
Christiaan Huisman en daerom die pantschap geroyeert

Anno 1696 den 20e mey heeft Lambert Beeckman sijn helfte neffens
sijn heeren goet Beeckmans goet samen verpant voor 400 gulden en tevooren
op den 29 februari 1696 sijn heeren goet alleen verpant voor 600 gulden
maekt samen duysent gulden ten behoeff van Willem van Westervelt
junior
Geregistreert den 1 juny 1696

Een erfjen in Hulshorst daer Lubbert Roelofsen pachter van is aen de
Hulshorster steeg gelegen toebehorende Henrick en Lambert Lubbertsen
Beekmangebroeders, hebben de voorschreven broers tot een tweede onderpant
gestelt voor een pantschap van 600 guldens soo veel Lambert aengaet
ende Henrick Lubbertsen sijn pantschap van vierhondert guldens
waer voor sij haer aen part verpant hebben aen Willem van Westervelt
junior als in Hoophuijsen is: 3 op den derden meert 1696 geprothocolleert
en ook Henrick Lubberts verpantschapt op den 17 mey
1696 te sien

Het weerkleet van dit bovenstaende halff erfjen daer Lubbert
Roelofsen pachter van is dat Henrick Lubbertsen de helfte toebehoort
voor de halfte en Lambert Lubbertsen Beeckman voor de
andere helfte

Een erfjen in Hulshorst daer Lubbert Roelofsen pachter van is aen de
Hulshorster steeg gelegen toebehorende Henrick en Lambert Lubbertsen
Beekmangebroeders, hebben de voorschreven broers tot een tweede onderpant
gestelt voor een pantschap van 600 guldens soo veel Lambert aengaet
ende Henrick Lubbertsen sijn pantschap van vierhondert guldens
waer voor sij haer aen part verpant hebben aen Willem van Westervelt
junior als in Hoophuijsen is: 3 op den derden meert 1696 geprothocolleert
en ook Henrick Lubberts verpantschapt op den 17 mey
1696 te sien

Het weerkleet van dit bovenstaende halff erfjen daer Lubbert
Roelofsen pachter van is dat Henrick Lubbertsen de helfte toebehoort
voor de halfte en Lambert Lubbertsen Beeckman voor de
andere helfte