88 Paulus Beringhs de oude en Cornelis Coebergh Jacobszoon verklaren op verzoek van de advocaat Johan de Meijer dat zij aanwezig waren op zondag zijnde Boxmeerse vaart op 8 juni l.l. te Boxmeer aan het huis van de weduwe van doctor Ther Porten samen met verzoeker en diens echtgenote en dat daar toen binnenkwam de weduwe van Aelbert op de Jonckhoff te Geijsteren die als gewezen bouwvrouw van de voornoemde advocaat de Meijer is gevraagd of zij de pacht van de Jonckhoff al had voldaan aan de heer van Geijsteren als koper van het aandeel van de Meijer; zij antwoordde dat zij het had aangeboden, maar dat de heer van Geijsteren het niet had willen aannemen; dit kwam haar i.v.m. het overlijden van haar man zeer wel van pas. Getuigen Johan de Meyer de jonge en Johannes van Driel

Doopinschrijving Johannes Theodorus van Driel, 25-06-1682

35 koopcontract tussen Abraham van Nottelen en Margriet Daniels e.l. wonende te Hattum in Gelderland, Abraham mede namens zijn broer Johannes van Nottelen krachtens procuratie te Antwerpen dd 20 april 1678 en nadere approbatie dd 27 juni 1682 en met toestemming en overgift van zijn stiefgrootmoeder Johanna de Larivir weduwe van Abraham Jans van Nottelen in leven commissaris van de convoyen en licenten te Grave dd 9 november 1679 voor schepenen van Woerden, van zijn oom Lamorael van Nottelen predikant te Rijnberk bij akte dd 26 oktober 1665 en van zijn moei Jenneken van Nottelen verkopers en Willem van der Poll en Jenneken Peters [tekent met een merk] e.l. kopers van het huis en erf aan de oostzijde van de grote Rogstraat genaamd het blauwe schaep, aan de ene zijde het huis en erf van Handersken Toonen waarmee het onder een dak komt, aan de andere zijde naast het erf van Jacob Coeberg, achter schietend aan het erf van Hendrik Vosch smid en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, drie philippusgulden aan de bagijnen, zeveneneenhalve stuiver en een braspenning aan het gasthuis en een rente van veertig gulden losbaar met achthonderd gulden aan de vader en moeder van de eerste comparant die hiermee zijn afgelost. Getuigen de advocaat Johan de Meyer en Johannes van Driel. 4 juli 1682. Hieronder: de advocaat Johan de Meijer heeft op last van de kinderen van wijlen Jan vande Leemwegh te 's-Hertogenbosch belsag laten leggen op dit huis met rente en huur om daaraan een som geld te verhalen; de Meijer geeft de eerste termijn van deze akte nu vrij [relaxeert] tegen betaling van de huur over 1681, 5 juni [sic] 1682, w.g. Abraham van Nottelen, Joh. De Meijer

15 testament van Gysbert Cremers IUL en Maria de Decquere e.l. . Getuigen Johannes van Driel de jonge en Gillis Hend. [tekent zelf Jelis Hendrick]