670.2 gedurende van ons ende onse nacomelingen sullen mogen doen mette somme van eens negenhondert gulden paijements voorschreven alsdan gefaluweerts gelts ende daerbij betaelende die renten daervan alsdan verschenen ende onbetaelt sijnde assignerende haer edele ende haren erfgenamen bij desen mette voorschreven renten op onsen cameraer in der tijt om dselve renten alle jaer uwt sijnen handen tontfangen ende mits bij denselven overbrengen quitantie sulcx hem aen ons betalinge strecken sal verbijndende voor de voldoeninge deses onse ende onse nacomelingen veenraden, veengenoten ende ingesetenen van Veenendaal personen ende goederen roerende ende onroerende ende elcx vandien bijsonder ende een voor al dselve submitterende de executie van den edele hove provintiael van Utrecht ende allen anderen heren, hoven, rechteren ende gerechten renuntierende de exceptie van geen gelt ontfangen te hebben oock ordinis divisionis et excussionis ende allen anderen exceptien ende relivamenten desen contrarierende sodat wij vant overtellen van den voorschreven negenhondert gulden namaels geen vorder bewijs als desen brief en sullen mogen versoecken ende dat men den van den veenraden, veengenoten ende ingesetenen van Veenendael int geheel ende een voor al voor de voldoeninge deses briefs sal mogen aenspreken sonder de 1e voor te soucken ofte imant met een aendeel te mogen volstaen renuntierende mede den iegelijk van rechten seggende dat generale renuntiatie van geender weerden en is ten sij datter eerst speciael voorgegaen ware. Sonder arch. Des toirconde hebben wij dezen brief elcx ondertekend tot meerder verseeckerheijt bij Steven Pelt, onsen secretaris mede doen ondertekenen als getuijge ende oock doen besegelen met sijnen segelen vermits wij eensdeels geen segel bij de hant en hebben ende merendeel geen segelen gebruijcken. Gegeven int jaer ons Heren 1600 drie ende dartich op ten 12e september stilo veteri.

807.1 Wij Gijsbert Jan van Hardenbroek, heer van Lochorst, Bergenstein, 's Heer Aartsberg, Bergambagt en der steede Ammerstol, presideerende in de order der ridderschap en edelen 's lands van Utrecht en uit dien hoofde compareerende ter vergaderinge van haar hoog mogende de heeren Staten Generaal der Verneenigde Nederlanden, raad en rentmeester, hof en tinsmeester generaal van de Domeinen 's lands van Utrecht, doen kond dat voor ons in erfpacht genooten nabeschreven gekoomen en gecompareerd is den veenraad Cornelis Slock, ons exhiverende zeker koopconditien den 10e april 1780 door den secretaris Budding te Rheenen geauthentiseerd, waarbij bleek hoe dat den comparant ten behoeve van het collegie der heeren veenraden hadde gekogt van de gezamentlijke erfgenamen van Jannigje van Rheenen, in leven weduwe van Andries Essenius, een huizinge met annexe kamer en schuurtje, staande binnen Veenendaal in de Schoolstraat onder de jurisdictie der stad Rheenen, daar oost- en noordwaarts de gemeene weg, westwaards Jan van Hardeveld en zuidwaards den grift naast gelegen zijn, of wie etc., zijnde erfpachtgoed van de Domainen 's lands van Utrecht, op een jaarlijksen canon van zeven en een halve stuivers, verzoekende den gemelde Cornelis Slock hem ten behoeve van 't collegie der heeren veenraden in Veenendaal met het voorschreven huisje en annexe kamer te willen verlijen, midsgaders nieuwe brieven gunnen en geven, gehoord welk verzoek en gezien hebbende dat den 40e penning met de verhoging vandien voldaan en betaald was volgens quitantie van den collecteur H.J. van Deventer in dato den 11e junij 1781, zoo hebben wij Gijsbert Jan van Hardenbroek, heer van Lochorst en Bergesein, etc., als raad en rentmeester, hof- en tinsmeester generaal van de Domainen 's lands van Utrecht verlijd en verleend, verlije en verleene mids deezen onzen jegenwoordigen briev met het voorschreven huisje en annexe kamer den voornoemden Cornelis Slock ten

807.2 behoeve van het collegie van de heeren veenraden in Veenendaal, omme hetzelve te houden en te gebruijken tot een erfpachtgoed van de Domainen 's lands van Utrecht, en dat in dier voegen ende manieren als Jannigje van Rheenen hetzelve gehad en gebruikt heeft en men diergelijke erfpachtgoed te houden en te gebruiken schuldig is, beheltelijk de Domainen haren jaarlijksen erfpacht tot zeven stuivers acht penningen te betalen jaarlijks op Martini ofte zes weeken daarna op poene van een dubbelden canon telken rijze te verbeuren ende voords dezelve Domainen ende een ieder zijn goed recht. Alles zonder arch of list. Hier waren over en aan doen dit geschiede Hendrik van Dam en Luit van der Pauw, notarissen 's Hoofs van Utrecht, erfpachtgenooten, hier toe verzogt. Des te oirconden hebben wij Gijsbert Jan van Hardenbroek, heer van Lochorst en Bergestein, etc., als raad en rentmeester, hof- en tinsmeester generaal van de Domainen 's lands van Utrecht dezen ondertekend en met ons zegel onder uithangende bevestigd int jaar ons Heeren eenduizend zevenhonderd twee en tahctig op den twaalfden april.

854 Maximiliaen van Bourgoingnen, heere van Beveren, van Vere, etc., stadthouder generael, president [ende] raiden des keysers in den hove van Utrecht, den iersten deurweerder ofte pander in den voirscreven hove hier op saluyt. Alzoe die gemeen geërffden [so]wel in de Geldersche als in de Renensche veenen alhier bynnen Utrecht woenachtich ende insonderheyt [...]memers ende contribuanten van der griffte by requeste te kennen gegeven hebben hoe dat tot kennisse van hen supplianten gecomen is alse den commissarii totter griffte voirscreven aen de Ge[lders]e zyde geordonneert by openbare bevele ende forme van placcate heuren ondersaeten doen be[....]de publiceren hebben op zekere groten pene jegens der keyzerlijke majesteit te verbeuren dat zy den supplianten water vuyter zelver griffte die zy to[...]te doen graven hebben voortaen n[...] handich en maken. Versouckende aen ons dat wy zulcx van gelycken aen desen zyde soude [....]oen interdiceren ende verbieden. So ist dat wy genegen wesende ter bede ende versoucke van den supplianten u bevelen ende committeren desen dat ghy u terstont transporteert [ter] plaetse daer sulcx te doen van node wesen zal. Ende a[ldae]r openbaerlicken voer den volcke van [wegen] der keyserlijke majesteit publiceert ende gebiet [...] dat nyemant hem van nu voortaen en vervordere opte [....] veenen eenige heyde aen te steecken [...]ter offhandich te maken, opte pene [van] lyff ende goet ofte anders arbitralijck gecorrigeert te worden naer gelegentheyt van der zake. 't Utrecht onder 't zegel van justicie van desen hove hier onder op 't spacium doen drucken by forme van placcate op ten 18e dach octobris acht ende veertich.
[...] heren de stadthouder generael president [ende raiden] des keysers in den hove van Utrecht.