Comparanten: - Clemens Dircxzn. en - Lamphert Ariszn. (glasemaker) beiden borgers van Amersfoort. Zij verklaren "bij ware woorden" in plaats van eede, op vezoek van Jan Henricxzn. Boonen, dat ten tijde van de koop van het huis door Olivijer Buyck, alhier te Amersfoort, op 16-01-1611, zij, getuigen, de volgende dag ten huize van Beernt Cock, waard in de Rode Leeuw alhier, Olivijer Buyck hebben horen zegen tegen Jan Henricxzn. Boonen, dat hij hem alsnog zulk "smal werckers" getouw schonk als hij hem daags tevoren geschonken had, om de getrouwe dienst door J.H. Boonen aan hem bewezen, hetgeen Boonen accepteerde. Clemens Dircxzn. verklaarde dat hij bij de schenking daags tevoren eveneens aanwezig was en dat beide schenkingen uit goedhartigheid zijn geschied. Zij willen dit te allen tijde met de eed gestand doen. Getuigen: Henrick Claeszn. Brijnck en Rijck van Diest.

Thonis Corneliszn., brouwer, heeft dit verkocht aan Brinck Willemzn. en zijn huisvrouw, onder de conditie dat de kopers het water dat uit de goot van Jkvr. Batha van Drosselaer komt, alsmede uit de gootsteen van het loodsje van dit huis, zullen leiden voorbij de achterdeur van dit huis, naar de tussenhuizen zoals het vanouds aldaar zijn gang heeft gehad.
Dit voor de som van 900 carolus gulden, waarvan zal worden afgetrokken 300 gulden last op voornoemd huis en wat bevonden zal worden daarop nog meer te lasten, "vermogens de senten van preferende die daarop zal commen te gaan". De kopers zullen de resterende penningen betalen in drie termijnen, mei 1612 - 300 gulden bij aanvang, mei 1613 en mei 1614 iedere keer de resterende helften, waarna transport zal worden gedaan, met "belofte van vrijnge en waringe" van alle verdere lasten. Als mei 1613 geen 150 gulden wordt betaald, dan zullen de kopers hierover rente betalen, zoals ook rente over de laatste termijn betaald moet worden van mei 1612 tot mei 1614. Tenzij de kopers de laatste termijn mei 1614 betalen, dan zal in dat geval een jaar rente worden afgetrokken; ingeval de rente op de voornoemde termijnen niet geschiedt, dan zal het doorlopen tot aflossing toe. Dan zullen evenwel de kopers wanneer zij enig van de voornoemde twee termijnen binnen de vier eerstkomende jaren, te rekenen vanaf 1612, aflossen, van iedere termijn of hoofdsom een jaar rente genieten, terwijl intussen het voornoemde huis speciaal verbonden blijft met de voornoemde hoofdsom en jaarlijkse renten tot aflossing toe. De 40e penning zal de koper betalen. Aanvaarding van het huis mei 1612, tot welke tijd toe de verkopers dit huis van de gehypotheceerde jaarlijkse rente zullen vrijen en zij zullen alsdan deze rente laten ingaan tot last van de kopers. De wijnkoop te betalen naar wijnkoopsrecht. Getuigen: A. van Westrenen en Rijck Jacobzn. Hoolt.

Comparanten/verkopers: - Henrick Janzn.; - Willem Evertszn., als man en voogd van Weymtgen Jans; - Lambert Broeniszn. en Mathijs Broeniszn., als mombers over de onmondige kinderen van Gerrit Janzn.; Willem Evertszn. en Mathijs Broeniszn. maken zich tevens sterk en treden op voor Goortgen Jans en haar erven. Zij hebben dit verkocht aan Fabricio Berzette en Lammichgen Both, echtelieden, vrij van alle lasten, uitgezonderd 's Heeren ongelden, voor de som van 825 carolus gulden, te betalen bij aanvang in mei 1612 - 300 gulden, en het resterende bedrag in twee termijnen, mei 1613 en mei 1614. De 40e penning zullen de kopers betalen. Transport na betaling van de laatste termijn. Al hetgeen aard- en nagelvast is zal in het huis blijven, alsmede de bedsteden, camer en het ketten aan de put. Tot borg voor de kopers stelt zich Maes Lambertzn.
De verkopers bekennen 300 carolus gulden ontvangen te hebben van de kopers op 08-06-1612.
Op 20-06-1614 bekennen zij 262 car. gulden en 10 stuivers ontvangen te hebben, zoals zij ook ontvangen hebben op 18-06-1613.

(N.B. koper en verkoper hebben dezelfde naam.) Henrick Janszn. en Reyertgen Aerts, echtelieden, wonend in het ampt van Barnevelt, hebben dit verkocht aan Henrick Janszn. en Reychgen Wouters, op de lasten van de helft van 2½ stuivers, de Lieve Vrouwen Capelle alhier toekomende, losbaar of onlosbaar volgens de brieven die daarvan zijn. Plus nog de helft van 35 stuivers jaarlijks, zijnde rente van een hoofdsom van 35 gulden. En daarboven voor de som van 206 carolus gulden, te betalen de eerste helft mei 1612 en de andere helft mei 1613. Waarna transport zal worden gedaan. De 40e penning zullen de kopers betalen. Aanvaarding mei 1612. De kopers zullen contant betalen van iedere gulden een oortgen te gelag en een oortgen te rantsoen. Tot borg van de kopers stellen zich: Rijck Janszn. te Hoevelaken en Roelof Wouterszn.