Henrick Willemszn. en Geertgen Herbertsdr., echtelieden, hebben uitgekocht Thomas Thomaszn. voor alle erfenissen, roerende of onroerende goederen die hem mogelijk door het overlijden van zijn vader en alsnog door het overlijden van Geertgen Herbertsdr., zijn moeder, zouden toekomen, en wel voor de som van 100 carolus gulden welke binnen de eerstkomende drie jaren zullen worden betaald. Tot verzekering hiervoor beloven Henrick Willemszn. en Geertgen Herbertsdr. het huis met boomgaard dat tegenwoordig door Thomas Thomaszn. wordt bewoond, niet te zullen verkopen voordat deze de 100 gulden heeft ontvangen. Hubert Hubertzn. van Breweert is in dit zelfde huis met boomgaard voor 300 car. gulden gevestigd. Henrick Willemszn. en Geertgen Herbertsdr. beloven dat Hubert Hubertzn. van Breweert aan Thomas Thomaszn. 100 gulden hoofdsom zal uitkeren waarover jaarlijks rente moet worden betaald naar de 16e penning en daarvoor stellen zij zich borg. Getuigen: Claes Bosch en Wouter Thijmanzn. De akte is ook met merk getekend door Geertgen Alerts, huisvrouw van Thomas Thomaszn.

Gedaan op Huis Ligtenbergh

Comparanten:
- Gijsbertgen Ariaens, weduwe van Henrick Gerritszn., en haar zoon
- Jan Henrickzn.
De uitkoop door Gijsbertgen A. van haar zoon Jan H. is op 04-04-1628 geschreven en er is een copie voor moeder en zoon.
De boedelbeschrijving met de boedelscheiding heeft de notaris op 02-07-1628 aan de weduwe overhandigd.
De weduwe, wonende op het erf de Coop op 't Hoochlant, heeft volgens onderstaande condities verkocht, met goedvinden van de landheer.
Dit betreft have, paarden, beesten, koren gezaaid en ongezaaid, mest, braakliggend land, huisraad, wagen, ploeg en verder gereedschap dat tot de bouwerij (boerderij) behoort en alle andere courante goederen die zij bezit en gebruikt op het erf Coop dat het Convent van St. Barbara te Amersfoort toebehoort. Zij heeft dit verkocht aan Jan Henrickzn., haar zoon, ten overstaan van Ariaen Henricks, haar zoon, en Marrichgen Henricx, haar dochter, en Willem en Meynt Gerritszn., ooms en "bloetmombers" (voogden met familiebanden) over Dirck Henrick, haar onmondige zoon. Hiervoor belooft Jan Henrickzn. aan Gijsbertgen Ariaens de som van 1.900 carolus gulden te betalen, onder aftrek van wat hij bij deze tot zijn last neemt. Dat is 200 gulden plus de rente vanaf Martini laatstleden (11 november), dat uit een stuk land toekomt aan Henrick van de Glind en Lijsgen, weduwe van Gerrit Willems. De koper zal aan de verkoopster betalen in mei 1628, onder aftrek als hiervoor, 600 gulden, mei 1629 nog eens 600 gulden en in mei 1630 de resterende 500 gulden, Verder zal de koper jaarlijks, gedurende 6 jaren aaneengesloten, zonder iets daarvoor te laten betalen, aan de verkoopster leveren een mud rogge en een "kijntgen botters".
De verkoopster zal nog behouden haar twee beste bedden met toebehoren plus de nieuwe bedstede in het kamertje en een koetsje in het voorhuis, en al het linnen en wollen van de boedel.

Comparanten:
- Cornelis Wouterszn. en Henrickgen Reyers, echtelieden, ter ene zijde, en
- Bart Cornelis, hun zoon, ter andere zijde.
Opgericht 29-02-1628. Actum dates 01-03-1628.
Cornelis Wouterszn. en Henrickgen Geyers wonend in Leege Birckt, in de vrijheid dezer stad, bij Isselt, waren tot zodanige ouderdom gekomen dat zij zich niet langer met de bouwerij (boerderij) konden behelpen. Hun kinderen waren uitgehuwelijkt, uitgezonderd Bart Cornelis, hun jongste zoon. Zij vonden het inmiddels raadzaam uit de boerderij te stappen en deze over te dragen aan hun zoon.
Ze zijn overeengekomen dat Bart Cornelis voor hemzelf en zijn erfgenamen dadelijk in eigendom zal aanvaarden het land plus getimmerte en pootgoed dat daarop staat, zoals zijn ouders liggende en staande hebben in de vrijheid dezer stad, in de Leege Birckt bij Isselt en tegenwoordig door henzelf bewoond en gebruikt, alsmede alle have, paarden, koeien, varkens, hoenders, koren gezaaid of ongezaaid, hooi, stro, braakliggend land, wagen, ploeg, inboedel en huisraad, bed plus "bolster" (= kaf), niets uitgezonderd, en dit voor de prijs van 2.100 carolus gulden. Daarboven neemt hij aan te betalen 200 gulden aan uitschulden, in aftrek van de 2.100 gulden,.
Hij zal dit betalen zodra hij zal trouwen of wanneer een van zijn ouders komt te overlijden, aan Reyer Cornelis, Wouter Cornelis en Weymtgen Cornelis, zijn broers en zuster. Aan ieder 200 carolus gulden, waarmee zij dan hetzelfde hebben ontvangen als het huwelijksgoed dat Jan Janszn. met Grietgen Cornelis, echtelieden, ontvangen hebben, te weten 500 gulden. Bart Cornelis zal zodra hij trouwt of een van zijn ouders overlijdt, 500 gulden als zijn huwelijksgoed van de 2.100 gulden aftrekken.
Zolang zijn beide ouders leven, zullen zij voor de rente van de 2.100 gulden tot voornoemde tijd toe, en daarna van de rente van de resterende 1.000 gulden door Bart Cornelis onderhouden worden in cost en drank, zolang de langstlevende in leven zal zijn.