174 1682 juli 11
"Actum Groninge in den jare onses Heeren sestyn hondert twee en tachtentich den elfsten Julii"

Thevard van Heerma, heer op de Holwinde tot Sandeweer, Oldensijl, Oosternylant, Rottum en Elswert, jonker en hoveling, Tacco Omptede, heer op Ompta en Bouchema opt Zant, Zeerijp, Leermene, Eenum in Eesterrecht, Tenpost, Garresweer, Wittemerum, Loppersum, Wirdum en in Langevelt, jonker en hoveling, Michael Johan Broersma op de Wester Euigewaert, jonker en hoveling, en Ludolph Herman van Heerma van Winde, tot Dorsum, Opende, Sebaldebuiren, Groote-en Lutke-Gaste, jonker en hoveling, geven verklaring van de echtheid en waarheid der vier kwartieren van Teteke Coninck van Groningen, n.l. Coninck, Eeltz, Jarghes op Alma, Ubbema.

130 1660 augustus 27
"Gegeven op Alma in den jaere onses Heeren sestyn hondert ende tsestich den zeven en twintichsten dach des maendts Augusti"

Huwelijkscontract tusschen jonker Peter Aggama, zoon van jonker Aloff en Catharina Eminga, en Maria Bibiana van Wytsma, dochter van jonker Philippus en Teteka Jarges, in bijzijn van Catharina van Eminga op het adellijke huis de Campen en jonker Albertus Sibrandus van Eminga op Roodenburch, grietman over Franekeradeel en mederekenmeester van Vriesland, moeder en oom van den bruidegom, joncker Philippus Wytsma op Alma tot Bedum, Groothuisen en Underwierum, jonker en hovelinck, Teteka Jarges op Alma, jonker Reynt van Monster op Folckerda tot Bedum, Onderwierum en Terlane, jonker en hovelink, respectievelijk vader, moeder en zwager der bruid.

124 1656 januari 9
Groningen
"In Groningen inden jaer onses Heeren sestynhondert sessenvijftich den negenden January"

Johan Conders, burgemeester, indertijd mede hooftman op de Hooge-Gerichtscamer der stad Groningen en Ommelanden, oorkondt, dat jonker Johan Wifringk, Johan Doengha op Alma tot Bedum ende Onderwerum cum annexis, joncker ende hovelinck, raadsheer Siger de Sighers van Sappema, namens de zoons van zijnen broeder, jonker Joachim en Berent de Sighers, alsmede namens Helena Wicheringe, weduwe Canters, Lodowich Horenken, Berent Gruys voor zich en zijne broeders en zusters en Popco de Embda, op den 12 Januari 1655 een scheiding en deeling hebben gemaakt van een perceel land, twintig koeweiden groot, buiten de Bottringe poort te Groningen, en dat hij ieder in het bezit stelt van zijn aangevallen deel.