Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

beacon
90  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regesten
Regest
2 1224 juni 16
Trajectum
"Datum Trajecti anno millesimo ducentesimo vigesima quarto decima sexta julii" *

Gerard, graaf van Gelder, verklaart, dat hij met zijn echtgenote Margaretha en zijn zoon Otto aan zijn moeder Richardis, abdis in het Cisterciƫnzerklooster te Roermond, heeft overgedragen de kerk van de H. Maria te Roermond, die op zijn grond is gebouwd, met veertig eromheen gelegen bouwterreinen en drie bouwterreinen,die Hermanus cum Aura** erbij gevoegd heeft, voorts het patronaatsrecht en de tienden te Nieuwkerk, Aldekerk en Wetten.***
getuigen: Henricus de Monte, Waltherus de Eyle, Gerardus de Baersdonck en zijn broer Henricus, Gerardus de Roitheim, Arnoldus de Wachtendonck, Theodorus, voogd van Roermond, en Nicolaus, schrijver
Datering:
1224 juni 16
Plaats:
Trajectum
Notabene:
Achttiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 1346, p. 57-58.
1) Een nog onnauwkeuriger afschrift bevindt zich ook in inv. nrs. 278 en 755.
2) De akte is afgedrukt in Sloet, oorkondenboek, nr. 475.
* De datering is niet overeenkomstig de tekst van het origineel. Zo is bijvoorbeeld het woord ''kalendas" weggevallen, waardoor dit afschrift de datum 16 juli 1224 draagt.
** Het origineel heeft " cum Auca" = met de gans.
*** Een groot gedeelte van de volgende tekst in het origineel is hier weggevallen
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
1 1197
"Anno 1197"

Hendrik, hertog van Lotharingen, verklaart met de graaf van Gelder het volgende vredesverdrag gesloten te hebben. De kooplieden van Brabant zullen bevrijd zijn van de tol te Arnhem en de burgers van 's Hertogenbosch zullen bevrijd zijn van alle tollen in het land van de graaf.De burgers van Tiel zullen dezelfde rechten te Zuilichem en Driel hebben, welke zij ten tijde van keizer Frederik en Hendrik, graaf van Gelder, genoten. De graaf van Gelder zal aan de hertog zijn allodiaal goed te Oosterbeek in leen opdragen. De hertog zal van zijn mensen, die de stad Bommel binnenkomen, de bede, placita en het servitium hebben, tenzij hij dit aan de graaf overlaat. Tenslotte zullen de mannen van de graaf, die beneden de Geul wonen, vrij zijn van de tol te Tiel.
Borgen namens de graaf van Gelder: de graaf van Dalem, Ludolfus de Steinvorde, Henricus de Burkelo, Wilhelmus de Brunchorst, Engelbertus de Horne, Lambertus de Monte, Suerius de Wische, Giselbertus en Rutgerus de Bremet, * Waltherus Spirinck, Iwanus de Gokesfort, Ricolt de Huik, Gerardus de Lon, Henricus de Hertenvilde, Gerardus van Stralen, Godefridus Gunfort en zijn broer Renerus, Sibertus Suevus,Alardus de Drile, Tido Vastart, burggraaf van Zuilichem, Christianus de Arnhem,Goswinus de Berentrut,Pelegrinus de Sutvenen,Helmenicus Sellege, Renerus de Tigele,Theodoricus de Wighem, Theodoricus de Milne en Boidinus de Altena. Bekrachtigers namens de hertog: Wilhelmus, broer evan de hertog,Henricus de Cuyck, Waltherus de Grimbergis, Godefridus de Scoten,Arnodus de Diest,Jacobus de Calmont,Gisleberus de Tilborch,Boidinus de Altena,gerardus de Jacia,Henricus de Ascha,Leonius de A,Daniel en Arnoldus de Creynhem, Waltherus de Bierbais,Jacobus de Sumereffe, burggraaf van Brussel,Arnoldus en Wilhelmus de Walheim,Arnoldus de Wesemale, Arnoldus de Rochelaer,Wilhelmus Vulpes,Waltherus Alf,Gerardus en Henricus de Hildenberge en Henricus de Bautersum. Bezegelaars:de oorkonder en de graaf van Gelder
Datering:
1197
Notabene:
Achttiende eeuws afschrift op papier, inv.nr. 1342, deel II, folio 1-3.
De akte is afgedrukt in:L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutphen I, 's Gravenhage 1872, nr. 387, waar de akte gedateerd wordt op " mogelijk na 6 maart 1196" * Hier zijn weggelaten:Gerhardus de Lo, Henricus en Theodoricus de Batenburg
Ga naar dit stuk:
1197
"Anno 1197"

Hendrik, hertog van Lotharingen, verklaart met de graaf van Gelder het volgende vredesverdrag gesloten te hebben. De kooplieden van Brabant zullen bevrijd zijn van de tol te Arnhem en de burgers van 's Hertogenbosch zullen bevrijd zijn van alle tollen in het land van de graaf.De burgers van Tiel zullen dezelfde rechten te Zuilichem en Driel hebben, welke zij ten tijde van keizer Frederik en Hendrik, graaf van Gelder, genoten. De graaf van Gelder zal aan de hertog zijn allodiaal goed te Oosterbeek in leen opdragen. De hertog zal van zijn mensen, die de stad Bommel binnenkomen, de bede, placita en het servitium hebben, tenzij hij dit aan de graaf overlaat. Tenslotte zullen de mannen van de graaf, die beneden de Geul wonen, vrij zijn van de tol te Tiel.
Borgen namens de graaf van Gelder: de graaf van Dalem, Ludolfus de Steinvorde, Henricus de Burkelo, Wilhelmus de Brunchorst, Engelbertus de Horne, Lambertus de Monte, Suerius de Wische, Giselbertus en Rutgerus de Bremet, * Waltherus Spirinck, Iwanus de Gokesfort, Ricolt de Huik, Gerardus de Lon, Henricus de Hertenvilde, Gerardus van Stralen, Godefridus Gunfort en zijn broer Renerus, Sibertus Suevus,Alardus de Drile, Tido Vastart, burggraaf van Zuilichem, Christianus de Arnhem,Goswinus de Berentrut,Pelegrinus de Sutvenen,Helmenicus Sellege, Renerus de Tigele,Theodoricus de Wighem, Theodoricus de Milne en Boidinus de Altena. Bekrachtigers namens de hertog: Wilhelmus, broer evan de hertog,Henricus de Cuyck, Waltherus de Grimbergis, Godefridus de Scoten,Arnodus de Diest,Jacobus de Calmont,Gisleberus de Tilborch,Boidinus de Altena,gerardus de Jacia,Henricus de Ascha,Leonius de A,Daniel en Arnoldus de Creynhem, Waltherus de Bierbais,Jacobus de Sumereffe, burggraaf van Brussel,Arnoldus en Wilhelmus de Walheim,Arnoldus de Wesemale, Arnoldus de Rochelaer,Wilhelmus Vulpes,Waltherus Alf,Gerardus en Henricus de Hildenberge en Henricus de Bautersum. Bezegelaars:de oorkonder en de graaf van Gelder