67c 1480, augustus 10 (thiene daege inden oestmaent) Schepenen van Lenculen (dezelfde als 67a en 67b) oorkonden dat Dierick van Herck en zijn vrouw Elyzabethen geen recht kunnen doen laten gelden op de helft van 33 roeden land, welke Goert van Dilsen, zijn zwager, aan Andries Driesens verkocht heeft, zoals nader omschreven is in de oorkonde van 10 mei 1478, waardoor deze gestoken is.

67b 1478, mei 11 (elff daege inden broemaent) Schepenen van Lenculen (dezelfde als 67a) oorkonden dat Lambrecht Schoenbroet aan Andries Driesens en zijn erfgenamen de helft van 33 roeden land heeft overgedragen. Goert van Dilsen heeft reeds de andere helft van dat land overgedragen aan Andries voornoemd, zoals nader is omschreven in de oorkonde van 10 mei 1478, waardoor deze is gestoken.

67a 1478, mei 10 Johan Clut in den Heppenaert, rentmeester, Wilhelm in die Haege, Gielis van der Sargien, Johan Clut in't Gruythuys, Henrick van Anstenraede, Heynrick van Gellick en Heynrick van Ophem, schepenen van de hof van Lenculen, oorkonden dat Goert van Dilsen aan Andries Driessen heeft overgedragen de helft van 33 grote roeden land, bestaande uit twee percelen, waarvan het ene perceel, groot een bunder en 18 kleine roeden is gelegen 'In die O' en het tweede perceel, groot dertien grote roeden, gelegen 'Opten Oberch'. De andere helft van de 33 roeden is in het bezit van Lambrecht Schoenbroet.

66a-f 1390 (?),....14 Schout en schepenen van de Vroenhof verklaren dat Alydis van Berne aan Hendrik van Herck en zijn echtgenote erfelijk overdraagt goederen gelegen op het 'atrium' (kerkhof?), ervoor en erachter met bijbehoren, voor een jaarlijkse cijns van dertig solidi en vier kapoenen.