270 1480 mei 29
"Int jair onss Heren dusent vierhondert ind tachtentich op manendach neyst na sunte Urbaensdach des heyligen pauws"

Peter Woest en Arnt Vinck, zoon van Jan, schepenen te Venlo, verklaren dat Anthonis van der Cranenfelt aan Hendrick Drab schuldig is een bedrag van 100 Rijnse gulden

269 1480 mei 3
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ind tachtentich op des heiligen Cruysdaghe inventionis

268 1480 april 1
"In den jare ons Heren dusent vierhondert ende tachendich op den hillligen paischavent"

De schepenbank te Boxmeer verklaart dat Johan van Boicholt, zoon van Gerit van Boicholt, en zijn echtgenote juffrouw Griet ten behoeve van het klooster Maria Weide vrijwaring verlenen van goederen behorend tot het huis te Wijlre. Voorts brengen zij een dochter in het klooster onder en stellen als onderpand hun goederen te Boxmeer

267 1479 april 20
"In den jair ons Heren dusent vierhondert negen ende seventich des twyntichsten dach in april"

Dierick van Oest, heer van Hillenraide, enerzijds en Geirat van grevenraide, rector van het klooster Maria Weide anderzijds onderwerpen een geschil over de aanstelling van een nieuwe sterfman van de hof te Middelhoven gelegen in het kerspel van Swalmen aan jonker Frydric van Obbendorp, Raebod van Doirsdail, Jacop Tesschwer, Hendrick Kellener, Arnt Vinck sandersz en Arnt Noitgen. Deze bepalen dat het klooster 14 Rijnse gulden zal betalen en dat Derick van Oest Jan, zoon van Gilis Crompvoets, zal aanvaarden als sterfman