90 1377 oktober 31 "Gegeven in den joer ons Heren dusent dryhondert seven en tseventich, in viglia omnium Sanctorum"

De schepenen der stad Sittard oorkonden, dat Heynken, genoemd Gee, schuldig is aan Arnold den Oeslinger een jaarrrente van 2 goudgulden, munt der koningen van Beem (Bohemen) of Ongarien (Hongarije), uit zijn huis en erf, gelegen buiten de "Lewenberger porte" bij de put

89 1376 december 13 "in den joeren unss Heren gegeven du men schreiff dusent dryhondert seess inde seventich, op synt Lucien dach der heilgen Ionffrouwen"

de schepenen der stad Sittard oorkonden, dat Neese Wauben schuldig is aan Heylwigen Steymantz een jaarrente van 3/1/2 sille land, gelegen in de "bruytacker"

88 1376 juni 5 "Gegeven in den joer ons Heren due men screyff dusent dryhondert sesse ende tseventich, des vijfden dages in den Bramaende"

Coenraet van Sconevoerst, heer van Elsloe (Elsloo), oorkondt, dat - ten overstaan van hem en van zijn leenmannen Johan Vriederickszoon van Elsloe en Johan, genoemd Bongart van Sittard - Johan, genoemd Vaert van Opgeleen erkend heeft schuldig te zijn aan Gerart van den Alden Merckden, poorter der stad Sittard, een jaarrente van 15 oude groten uit een "hovereyde"te Munstergeleen

87 1375 januari 18 "" "Gegeven in den joere ons Heren dusent dryhondert vijff ind seventich, des anderen dags nae synt Anthonis dach, des heilgen confessoers"

De schepenen der stad Sittard oorkonden, dat Goetken, genoemd Sirendmael, schuldig is aan Henken Penoe een jaarrente van 1 mark uit zijn goed, gelegen aan de "synt Ulricsstroet"