Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
16.1117 Kasteel Baarlo te Maasbree
Regestenlijst
244 1766 januari 15
"Op den 15 January 1700 zes en zestigh"
Steven, graaf van Randwijk, heer van Homoet en Gemeren, amptman, richter en dijkgraaf des ampts Overbetuwe, oorkondt, dat I. de Fumal, in huwleijk met Gerarda Anthonia Taree, weduwe en "getogtigde boedel houwersche" van wijlen Mr. J.H. van Hulst, uit kracht van verwin de geheele negen Ooy onder Aart, groot ongeveer 7 morgen en zijnde weiland, aan den meestbiedende, Johannis Egidius van Voorst gerechtelijk verkoopt, welke vóór genoemd verwin toegekomen zijn aan Judocus baron van Hugenpoth, heer van Makken, voor hem zelf, als weduwnaar van Johanna Frederica Beatrix, barones van der Boyen tot Makken, en zijnen zoon Christiaan Augustus baron van Hugenpoth, en dat hij Egidius voornoemd in het bezit van dat weiland stelt.
Met hem zegelen Arnold Hendrick Derk baron van Nyenheim, heer tot den Musschenberg, en Jan Nicolaas Steven baron van Lynden tot Blitterswijck als "assessooren off gerichtsluiden".
"Op den 15 January 1700 zes en zestigh"
Steven, graaf van Randwijk, heer van Homoet en Gemeren, amptman, richter en dijkgraaf des ampts Overbetuwe, oorkondt, dat I. de Fumal, in huwleijk met Gerarda Anthonia Taree, weduwe en "getogtigde boedel houwersche" van wijlen Mr. J.H. van Hulst, uit kracht van verwin de geheele negen Ooy onder Aart, groot ongeveer 7 morgen en zijnde weiland, aan den meestbiedende, Johannis Egidius van Voorst gerechtelijk verkoopt, welke vóór genoemd verwin toegekomen zijn aan Judocus baron van Hugenpoth, heer van Makken, voor hem zelf, als weduwnaar van Johanna Frederica Beatrix, barones van der Boyen tot Makken, en zijnen zoon Christiaan Augustus baron van Hugenpoth, en dat hij Egidius voornoemd in het bezit van dat weiland stelt.
Met hem zegelen Arnold Hendrick Derk baron van Nyenheim, heer tot den Musschenberg, en Jan Nicolaas Steven baron van Lynden tot Blitterswijck als "assessooren off gerichtsluiden".
Datering:
1766 januari 15
Notabene:
Oorspr.; de zegels verloren. Op de rugzijde staat: Registratum int vierde protocollum van Beswaar des Richterampts te Herwen en Aarth folio 220 op den 16 January 1700 ses en sestigh. Ende is daervan den 80sten penning betaelt met elff gulden een stuiver en vier penningen. C.C. van Oven, landscryver.
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 24-03-2015