240 1762 mei 8
Geldern
"Gegeven binnen de stadt Gelder onder het zegel der voorschreven stadt, het gheene wy tegenwoordigh sijn gebruyckende den achsten dagh maendts May in den jaere ons Heere duysent sevenhondert twee en sestigh"

Kanselier en raden van Pruissisch Gelder oorkonden, dat ten overstaan van Wilhelm Adriaen de Freneau, kanselier en stadhouder der leenen aldaar, en de leenmannen Joannes Baptista Lambertus van Coninx en Franciscus Rasoir Guillielmus Raimundus Lamoraldus Josephus baron van Bierens, heer van Greefraedt, deken van het Munster te Aken en proost tot Eutten, na den dood van zijnen broeder Philip beleend wordt met het kluppelleen van 7, 5 morgen, voorheen gespleten uit het leen Caldenbroeck onder Grubbenvorst, en tot afzonderlijk kluppelleen gemaakt, te verheergewaden met 15 alde grooten.