Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
Regesten

50 1471 juni 27
"Gegeven in 't jaer ons Heeren duysent vierhondert ein ende seventich des neisten donnersdagen nae sente Johan Baptistadach tot midsomer".
Gijsbert van Bronckhorst, heer te Batenburg en te Hartholt, Hendrick van Bylandt, ridder, afgevaardigden van het kwartier van Nijmegen, burgemeester, schepenen en raad der stad Nijmegen, mede namens Tiel, Zaltbommel, Buren, Gendt en Maasbommel, Gijsbert heer te Bronkhorst en Borculo, Oswalt, heer te Bergh, afgevaardigden van het kwartier van Zutphen, burgemeester, schepenen en raad der stad Zutphen mede namens Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo, Gijsbert van Wisch en Wynant van Arnhem, ridder, heer te Leembeck, afgevaardigden van het kwartier van Arnhem, burgemeester, schepenen en raad der stad Arnhem mede namens Harderwijk, Wageningen, Hattem en Elburg, verklaren, dat, wanneer iemand in strijd met het leen-, stad- of dijkrecht wordt lastig gevallen de drie hoofdsteden gezamenlijk, indien nodig met bijstand van de afgevaardigden van bannerheren en ridderschap, stappen zullen doen om aan het onrecht een einde te maken. Wanneer de landsheer op andere dan gewone wijze schatting int, zullen zij niet met de landsheer samenwerken, voordat de ongewone inningswijze is afgeschaft en aan de benadeelde de schade is vergoed
"Gegeven in 't jaer ons Heeren duysent vierhondert ein ende seventich des neisten donnersdagen nae sente Johan Baptistadach tot midsomer".
Gijsbert van Bronckhorst, heer te Batenburg en te Hartholt, Hendrick van Bylandt, ridder, afgevaardigden van het kwartier van Nijmegen, burgemeester, schepenen en raad der stad Nijmegen, mede namens Tiel, Zaltbommel, Buren, Gendt en Maasbommel, Gijsbert heer te Bronkhorst en Borculo, Oswalt, heer te Bergh, afgevaardigden van het kwartier van Zutphen, burgemeester, schepenen en raad der stad Zutphen mede namens Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo, Gijsbert van Wisch en Wynant van Arnhem, ridder, heer te Leembeck, afgevaardigden van het kwartier van Arnhem, burgemeester, schepenen en raad der stad Arnhem mede namens Harderwijk, Wageningen, Hattem en Elburg, verklaren, dat, wanneer iemand in strijd met het leen-, stad- of dijkrecht wordt lastig gevallen de drie hoofdsteden gezamenlijk, indien nodig met bijstand van de afgevaardigden van bannerheren en ridderschap, stappen zullen doen om aan het onrecht een einde te maken. Wanneer de landsheer op andere dan gewone wijze schatting int, zullen zij niet met de landsheer samenwerken, voordat de ongewone inningswijze is afgeschaft en aan de benadeelde de schade is vergoed
Datering:
1471 juni 27
Notabene:
Zeventiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 501, f. 26-27v en achttiende eeuws handschrift op papier, inv. nr. 1338. De akte is afgedrukt in: Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV, p. 448-449
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 30-01-2017