Mijn Studiezaal (inloggen) 235 regesten
sorteren op:
0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inventaris
Regestenlijst
219 Henryck Wyltynge te Leerbroke en zijn vrouw Gese verklaren ten behoeve van Roloff van Oestenwolt en diens vrouw juffer Mechtelt van Hekeren ten overstaan van de erfburen Wylm Berens en jonge Rolof Bolderynge gevestigd te hebben een rente van 9 1/2 goudgulden, jaarlijks te betalen te Vollenhoe op mey (1 mei), gaande uit al hun goederen, gelegen te Leerbroke in de marke van Lee onder de klokkeslag van Dwyngel, welke rente afgelost kan worden met 150 goudgulden.
Bezegeld door Gerbrant Cops, schutl te Dwyngel, op verzoek van Henryck en zijn vrouw, die zelf geen zegel hebben.
Bezegeld door Gerbrant Cops, schutl te Dwyngel, op verzoek van Henryck en zijn vrouw, die zelf geen zegel hebben.
Datering:
1572 mei 4 (des sondach nae Philippi et Jacobi)
Beschrijving vervolg:
Gelijktijdig afschrift in copieboek van Roelof van Oostenwolde (inv. nr. 507, fol. 105). Met opschrift: 'Henryck Wyltynge 9 1/2 gl.'.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 24-11-2016
0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inventaris
Regestenlijst
218 Berent Tyssynge en zijn vrouw Gese verklaren ten behoeve van Roloff van Oestenwolt en diens vrouw juffer Mechtelt van Hekeren ten overstaan van de erfburen Wylm Berens en jonge Rolof Bolderynge gevestigd te hebben een rente van 9 1/2 goudgulden, jaarlijks te betalen te Vollenhoe op mey (1 mei), gaande uit al hun goederen, gelegen in de marke van Lee onder de klokkeslag van Dwyngel, welke rente afgelost kan worden met 150 goudgulden.
Bezegeld door Gerbrant Cops, schult te Dwyngel, op verzoek van Berent en zijn vrouw, die zelf geen zegel hebben.
Bezegeld door Gerbrant Cops, schult te Dwyngel, op verzoek van Berent en zijn vrouw, die zelf geen zegel hebben.
Datering:
1572 mei 4 (des sondages nae Philippi en Jacobi)
Beschrijving vervolg:
Gelijktijdig afschrift in copieboek van Roelof van Oostenwolde (inv. nr. 507, fol. 104). Met Opschrift: 'Berent Tyssynge 9 1/2 gl.'.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 24-11-2016
0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inventaris
Regestenlijst
217 Roloff van Oestenwolt verklaart zijn testament te maken, waarbij hij tot zijn executeuren aanstelt zijn vrouw Mechtelt van Hekeren, voor zijn goederen in het ambt van Vollenhoe de pastoor te Vollenhoe, de drost van Vollenhoe en de burgemeesters van de stad Vollenhoe, voor de goederen in Sallant de drost van Sallant, voor de goederen in het ambt van Hasselt de schout, voor de goederen in Drente de drost en zijn leenheer, de bezitter van de Haverhorst, die voor hun werkzaamheden elk een gouden muntstuk zullen ontvangen en de volgende bepalingen maakt:
- met toestemming van zijn vrouw Mechtelt van Hekeren zijn gelegateerd de volgende akten: van 29 januari 1569 betreffende een rente van 9 goudgulden, gevestigd door Wolter Henryczen te Scerwolde aan de provisoren van Sunt Antoni armenhus te Vollehoe; van 20 januari 1569 betreffende een rente van 6 goudgulden, gevestigd door Johan Kers aan de Bluczyel aan de provisoren van het nieuwe begonnen weeshuis binnen Vollenhoe; van 17 april 1570 betreffende een rente van 2 goudgulden, gaande uit het huis van Henryck Bonegel binnen Vollenho aan de barbier Steffen, de zoon van zijn bastaardzuster Heyle [van Oestenwolt]; van 14 april 1565, met een daarmee getransfigeerde akte van 14 mei 1559, betreffende een rente van 3 goudgulden, gaande uit het goed van Johan Hermens te Passelo, en van 5 maart 1564, met een transfix van 14 mei 1569, betreffende een rente van eveneens 3 goudgulden, gaande uit het goed van Gert Alts te Scerwolde, beide renten aan zijn natuurlijke zuster Heyle; van 17 juni 1569 betreffende een rente van 3 goudgulden, gaande uit het goed van Johan Hoevynck te Stenwyck, en een transfix van 8 juli 1569, aan Johan Coops en zijn vrouw Hermen;
- met toestemming van zijn vrouw Mechtelt van Hekeren zijn gelegateerd de volgende akten: van 29 januari 1569 betreffende een rente van 9 goudgulden, gevestigd door Wolter Henryczen te Scerwolde aan de provisoren van Sunt Antoni armenhus te Vollehoe; van 20 januari 1569 betreffende een rente van 6 goudgulden, gevestigd door Johan Kers aan de Bluczyel aan de provisoren van het nieuwe begonnen weeshuis binnen Vollenhoe; van 17 april 1570 betreffende een rente van 2 goudgulden, gaande uit het huis van Henryck Bonegel binnen Vollenho aan de barbier Steffen, de zoon van zijn bastaardzuster Heyle [van Oestenwolt]; van 14 april 1565, met een daarmee getransfigeerde akte van 14 mei 1559, betreffende een rente van 3 goudgulden, gaande uit het goed van Johan Hermens te Passelo, en van 5 maart 1564, met een transfix van 14 mei 1569, betreffende een rente van eveneens 3 goudgulden, gaande uit het goed van Gert Alts te Scerwolde, beide renten aan zijn natuurlijke zuster Heyle; van 17 juni 1569 betreffende een rente van 3 goudgulden, gaande uit het goed van Johan Hoevynck te Stenwyck, en een transfix van 8 juli 1569, aan Johan Coops en zijn vrouw Hermen;
Datering:
1572 mei 1
Beschrijving vervolg:
van 29 juli 1570 betreffende een rente van 1 1/2 goudgulden, gaande uit uit het huis van de weduwe van wijlen Aryen Hermens binnen Vollenho, alsmede een van 26 juli 1560 betreffende een rente van 1 1/2 goudgulden, gaande uit het goed van magister Lambert Barbyer, beide renten aan Gert Glasemaker, de zoon van zijn bastaardzuster Heyle; van 1 december 1562 betreffende een rente van 3 goudgulden, gaande uit het Bonkenhus, met de transfix van 20 oktober 1568, aan Jacop Gerris en zijn vrouw Johan;
- de honderd goudgulden, die hij eertijds had geleend aan zijn neef Reynt van Closter en zijn vrouw Valck, daarmee zal gebeuren conform de bepalingen van de akte van huwelijkse voorwaarden, die hij medebezegeld had;
- aan de natuurlijke zoon Gert van zijn broer Henrick van Oestenwolt en diens vrouw Mechtelt Cronenberge, had hij reeds 100 goudgulden gegeven, met toestemming van zijn vrouw Mechtelt van Hekeren, en waarvoor hij als onderpand stelt een rente uit de helft van het erve en goed Westerhus op de Averreste, en nog 300 goudgulden na zijn dood, ingevolge de akte van 21 juli 1559;
- nog gelegateerd een rente van 6 goudgulden blijkens een akte van 29 april 1572, gaande uit het goed van Johan Derycks aan de Merckt, aan de provisoren van het Lazershus buiten Vollenho;
- te geven aan Egbert Alberda, de door Oestenwolt bezegelde akte van 10 juni 1567 aangaande 238 goudgulden, die Oestenwolt reeds ontvangen had;
- de akte van 29 juli 1567 betreffende het goed van Philips Janzen te Stenwyck, zal men geven aan de vicaris of de collatoren van Sunt Gangenloff te Elde, daar die afgelost is.
Voorts bepaalt hij, dat aan zijn vrouw in vruchtgebruik gegeven zal worden ingevolge hun gemaakte akte van huwelijkse voorwaarden 100 goudgulden 's jaars, volgens de volgende akten:
- de honderd goudgulden, die hij eertijds had geleend aan zijn neef Reynt van Closter en zijn vrouw Valck, daarmee zal gebeuren conform de bepalingen van de akte van huwelijkse voorwaarden, die hij medebezegeld had;
- aan de natuurlijke zoon Gert van zijn broer Henrick van Oestenwolt en diens vrouw Mechtelt Cronenberge, had hij reeds 100 goudgulden gegeven, met toestemming van zijn vrouw Mechtelt van Hekeren, en waarvoor hij als onderpand stelt een rente uit de helft van het erve en goed Westerhus op de Averreste, en nog 300 goudgulden na zijn dood, ingevolge de akte van 21 juli 1559;
- nog gelegateerd een rente van 6 goudgulden blijkens een akte van 29 april 1572, gaande uit het goed van Johan Derycks aan de Merckt, aan de provisoren van het Lazershus buiten Vollenho;
- te geven aan Egbert Alberda, de door Oestenwolt bezegelde akte van 10 juni 1567 aangaande 238 goudgulden, die Oestenwolt reeds ontvangen had;
- de akte van 29 juli 1567 betreffende het goed van Philips Janzen te Stenwyck, zal men geven aan de vicaris of de collatoren van Sunt Gangenloff te Elde, daar die afgelost is.
Voorts bepaalt hij, dat aan zijn vrouw in vruchtgebruik gegeven zal worden ingevolge hun gemaakte akte van huwelijkse voorwaarden 100 goudgulden 's jaars, volgens de volgende akten:
NB:
Aanvullend gedeelte van dit regest staat in scan bij een inventarisnummer onder dit regest..
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 24-11-2016
1 gedigitaliseerd
0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inventaris
Regestenlijst
216 Roloff van Oestenwolt verklaart aan zijn vrouw Mechtelt van Hekeren geschonken te hebben 200 Philips daalders en 219 koningsdaalders tesamen 500 goudgulden en 8 brabantse stuivers om na zijn dood te bezitten, zonder dat dit afbreuk doet aan het gestelde in zijn testament en de akte, die bezegeld is door de magistraat van de stad Vollenhoe.
Voorzien van de ondertekening van Oestenwolt.
Voorzien van de ondertekening van Oestenwolt.
Datering:
1572 februari 15
Beschrijving vervolg:
Gelijktijdig afschrift in copieboek van Roelof van Oostenwolde (inv. nr. 507, fol. 108v).
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 24-11-2016
