Uw zoekacties: Regesten Overijssel
Regesten Overijssel ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Zoeken in Regesten

U kunt zoeken

- door alle tekstvelden (zoeken)
- op datum (uitgebreid zoeken)

Belangstelling?
De originele stukken kunnen in de studiezaal van het Historisch Centrum Overijssel worden ingezien.

Om te kunnen aanvragen, noteer:
- naam van het archief (eventueel toegangsnummer)
- inventarisnummer: het inventarisnummer staat in het NB of in de tekst van het regest (meestal tussen haakjes). Soms is er een apart veld inventarisnummer waarop u kunt doorklikken

Meer weten?
Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

beacon
66  regesten
 
 
 
 
Inventaris
7. Regestenlijst
Regest
29 Andries Janssoen van der Hee, Ghijsbrecht Hugeszoen en Ghijsbrecht, zoon van Jan Mairtenszoen, schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat de kinderen van wijlen Jacob Janssoen Moei met bijstand van hun oom Cornelis Janssoen, de jonge, en Dirck, zoon van Jan Hoenssoen, een scheiding en deling van hun vaders nalatenschap hebben gemaakt als volgt: Hendrik Corneliszoen en zijn vrouw Maritgen Jacobsdochter worden toegedeeld enige landerijen met toebehoren, gelegen te Hazerswoude, 6 morgen hooiland aldaar en nog 2/3 van 11 morgen hooiland, gelegen in Koenecoop aan de Goudtkaede; Annegen Jacobsdochter ontvangt een hofstede met toebehoren te Waddincxveen, bewoond door Adriaen Symonszoen, met een obligatie op Thijs Zuydtbroucker en nog 11 hond land, in gebruik bij genoemde Thijs; tenslotte wordt aan Jan Jacobszoen Moel een huis toegedeeld met een deel van de inboedel, staande aan de haven (in Koenekoop?), en 1/3 van eerdergenoemde 11 morgen land in Koenekoop.
Origineel charter (inv. nr. 363). De uithangende zegels van de oorkonders zijn verloren.
 
 
 
 
 
Inventaris
7. Regestenlijst
Regest
22 Epo Lyauckema maakt in tegenwoordigheid van heer Hetto en heer Schelto, pastoors te Sexbierum en Oosterbierum, en van heer Anna en heer Frerick, vicaris en praebendarius te Sexbierum, als getuigen zijn testament, waarbij hij allereerst verschillende legaten toekent aan verwanten en vrienden, alsmede aan geestelijke instellingen en personen in Friesland en vervolgens tot zijn erfgenamen aanstelt zijn vrouw Hylek en Schelto, Sicko, Luts en Trijn, kinderen van wijlen zijn broer Sicko Lyauckema, in dier voege, dat zijn vrouw al zijn roerende goederen krijgt alsmede het levenslange vruchtgebruik van Lyauckemastate met daarnaast nog verschillende goederen, terwijl testator voorts aan Schelte, de oudste zoon van wijlen zijn broer, als een "vorndeel" vooraf Lyauckemastate met verschillende andere goederen toedeelt onder het beding, dat de huwelijkse voorwaarden, gesloten tussen Schelto en Anna, dochter van Gerrolt Herema, nageleefd moeten worden en voorts, dat Lyauckemastate steeds onverdeeld en als een "vorndeel" van oudste kind op oudste kind zal moeten vererven en bij gebreke van nakomelingenschap van Schelto successievelijk zal moeten overgaan op de afstammelingen van Sicko, Lutz of Catharijn en tenslotte, dat Liauckemastate steeds door de bezitter ervan persoonlijk bewoond moet worden, na welke regelingen testator beschikt, dat genoemde kinderen van zijn broer tot het overige gedeelte van zijn nalatenschap gelijk gerechtigd zullen zijn en hij tenslotte als executeurs-testamentair benoemt Gerroldt Herema, diens broer Taecko Heerema en Do-ko Ringia, heerschap te Blessum; welk testament gezegeld wordt door heer Hetto namens genoemde getuigen, die ook allen tekenen.
Datering:
1535 april 16
Beschrijving vervolg:
a. Ongedateerd afschrift (begin 19e eeuw) op papier van een authentiek afschrift d.a. 1616 (inv. nr. 541);
b. Ongedateerd afschrift (begin 19e eeuw) op papier van een authentiek afschrift d.a. 1616 (inv. nr. 541) in een andere hand;
c. Ongedateerd afschrift (begin 19e eeuw) op papier van een authentiek afschrift d.a. 1616 (inv. nr. 541) in een derde hand.
Ga naar dit stuk:
Epo Lyauckema maakt in tegenwoordigheid van heer Hetto en heer Schelto, pastoors te Sexbierum en Oosterbierum, en van heer Anna en heer Frerick, vicaris en praebendarius te Sexbierum, als getuigen zijn testament, waarbij hij allereerst verschillende legaten toekent aan verwanten en vrienden, alsmede aan geestelijke instellingen en personen in Friesland en vervolgens tot zijn erfgenamen aanstelt zijn vrouw Hylek en Schelto, Sicko, Luts en Trijn, kinderen van wijlen zijn broer Sicko Lyauckema, in dier voege, dat zijn vrouw al zijn roerende goederen krijgt alsmede het levenslange vruchtgebruik van Lyauckemastate met daarnaast nog verschillende goederen, terwijl testator voorts aan Schelte, de oudste zoon van wijlen zijn broer, als een "vorndeel" vooraf Lyauckemastate met verschillende andere goederen toedeelt onder het beding, dat de huwelijkse voorwaarden, gesloten tussen Schelto en Anna, dochter van Gerrolt Herema, nageleefd moeten worden en voorts, dat Lyauckemastate steeds onverdeeld en als een "vorndeel" van oudste kind op oudste kind zal moeten vererven en bij gebreke van nakomelingenschap van Schelto successievelijk zal moeten overgaan op de afstammelingen van Sicko, Lutz of Catharijn en tenslotte, dat Liauckemastate steeds door de bezitter ervan persoonlijk bewoond moet worden, na welke regelingen testator beschikt, dat genoemde kinderen van zijn broer tot het overige gedeelte van zijn nalatenschap gelijk gerechtigd zullen zijn en hij tenslotte als executeurs-testamentair benoemt Gerroldt Herema, diens broer Taecko Heerema en Do-ko Ringia, heerschap te Blessum; welk testament gezegeld wordt door heer Hetto namens genoemde getuigen, die ook allen tekenen.
 
 
 
 
 
Inventaris
7. Regestenlijst
Regest
20 Everdt Koickman en Goerdt Claessen, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Wendelmoedt, weduwe van Roloff van Rutenberch, met Arendt van Keppell als haar momber getransporteerd heeft aan Wolter van den Busche de helft van de zaai- en weidelanden, genoemd Het Sobbenguedt, gelegen in de Desermarcke (Diezermarke) onder Westervelde, waarvan de andere helft placht toe te behoren aan heer mr. Geerdt van den Toerne en heer Everdt van den Busche, welke helft bestaat uit de volgende percelen: een maat weideland, gelegen tussen de Weterynge en Het Hylgen Geystesland (H. Geestgasthuis te Zwolle); een mud hoogland daaromheen gelegen op De Zuytenck tussen het land van de erfgenamen van Johan van Wollen en dat van Albert van Zallen; een stuk hoogland, ook gelegen (op De Zuidenk) op het eind (daarvan) bij De Grevenweg, begrensd door het land van Everdt van Fazen; een mud hoogland op De Oesterenck tussen het land van (het klooster) Zybekeloe en dat van Jacob van den Water, grenzend voor aan de dijk en achter aan het land van Johan Goyer; een stuk van ongeveer 3 mud, gelegen tussen het land van Jacob van den Water en dat van Henrick op 't Luyt, grenzend voor aan de dijk en achter tot aan De Boenenpoth; een klein stuk, gelegen tussen het land van Herman van den Busche, schout van Zwolle, en dat van Henrick Zuer; een klein stuk, gelegen tussen het land van Everdt van Fazen en dat van Jacob van den Water; een stuk akkerland, gelegen tussen het land van (het klooster) Zybekeloe en dat van Peter Stubben, grenzend achter aan de weide van Geerdt ther Lynthorst, met nog een akker daarbij gelegen tussen het land van de erfgenamen van Johan Splythoff en dat van de erfgenamen van Rechteren; een kleine akker tussen het land van de erfgenamen van zojuist genoemde Johan en dat van Herman van Hairst; een kleine akker tussen het land van Johan Goyer en dat van de Hylgen Geyst;
Datering:
1521 mei 25 (op saterdach nae den hylgen Pynxterdaghen)
Beschrijving vervolg:
een stuk tussen het land van de erfgenamen van Henrick ther Haer en dat van Everdt van Fazen; een stuk van circa 2 morgen tussen het land van (het klooster) Vrenswegen en dat van Pieter Brouwer, grenzend voor aan de "stegge" en achter aan De Hegraven; tenslotte nog 4 morgen tussen het land van de weduwe van Geerdt van Hairst en Het Hylgen Geystland, grenzend voor aan de weg en achter aan de dijk; naast welke goederen zij bovendien nog overdraagt haar aandeel in het "laer" (broekland), genoemd Sobbenlaer.
Origineel charter (inv. nr. 1397). Met de uithangende, beschadigde zegels van oorkonders in groene was.
Ga naar dit stuk:
Everdt Koickman en Goerdt Claessen, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Wendelmoedt, weduwe van Roloff van Rutenberch, met Arendt van Keppell als haar momber getransporteerd heeft aan Wolter van den Busche de helft van de zaai- en weidelanden, genoemd Het Sobbenguedt, gelegen in de Desermarcke (Diezermarke) onder Westervelde, waarvan de andere helft placht toe te behoren aan heer mr. Geerdt van den Toerne en heer Everdt van den Busche, welke helft bestaat uit de volgende percelen: een maat weideland, gelegen tussen de Weterynge en Het Hylgen Geystesland (H. Geestgasthuis te Zwolle); een mud hoogland daaromheen gelegen op De Zuytenck tussen het land van de erfgenamen van Johan van Wollen en dat van Albert van Zallen; een stuk hoogland, ook gelegen (op De Zuidenk) op het eind (daarvan) bij De Grevenweg, begrensd door het land van Everdt van Fazen; een mud hoogland op De Oesterenck tussen het land van (het klooster) Zybekeloe en dat van Jacob van den Water, grenzend voor aan de dijk en achter aan het land van Johan Goyer; een stuk van ongeveer 3 mud, gelegen tussen het land van Jacob van den Water en dat van Henrick op 't Luyt, grenzend voor aan de dijk en achter tot aan De Boenenpoth; een klein stuk, gelegen tussen het land van Herman van den Busche, schout van Zwolle, en dat van Henrick Zuer; een klein stuk, gelegen tussen het land van Everdt van Fazen en dat van Jacob van den Water; een stuk akkerland, gelegen tussen het land van (het klooster) Zybekeloe en dat van Peter Stubben, grenzend achter aan de weide van Geerdt ther Lynthorst, met nog een akker daarbij gelegen tussen het land van de erfgenamen van Johan Splythoff en dat van de erfgenamen van Rechteren; een kleine akker tussen het land van de erfgenamen van zojuist genoemde Johan en dat van Herman van Hairst; een kleine akker tussen het land van Johan Goyer en dat van de Hylgen Geyst;
 
 
 
 
 
Inventaris
7. Regestenlijst
Regest
47 Wolter Schatter, ambtman van het gericht van Selwert, oorkondt, dat Aylke Stevens, Mencko Hiddens en Arent Harmens, allen voor zichzelf, en Mencko Hiddens, Jarel Jansen en Johan Jacobs, als voogden van de kinderen van Derck en Johan Peters, verkocht hebben en met stoklegging ten overstaan van 7 buren, n.l.: Sirko Alarts, schout, Berent Luthyens, Willem Janssen, Albert Janssen, Brunne Uutkens, Johan Abbrinck en Pope Wiltens, getransporteerd hebben aan Harmen en Sicko Bruyns, broeders, de helft van de heerdlanden, gelegen te Westerbroeke, waarop Johan Eltkens woont en waarvan zij de andere helft reeds bezitten, welke heerdlanden ten zuiden worden belend door Peter Jemmens en ten noorden door de erfgenamen van Evert Clant.
Origineel charter (inv. nr. 1039). Met het uithangende zegel van de oorkonder in groene was.