Transportakten Amersfoort ( Archief Eemland )
24.760 akten van transport
sorteren op:
Aktedatum | Object | Kopende partij | Verkopende partij | Leninggever | Leningnemer | Lening | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1540-10-20 (quarta post Galli) | behalve dat Jan Zael hun oudste zoon na zijn vaders dood verkrijgen zal een erf en leengoed geheten Lyenler met alle toebehoren gelegen in Hoogland (opt Hogelant), met nog twee stukken land gelegen aan de Lyenler Enge en de abt van Sinte Pouwel te Utrecht, geheten den Wech. Ook nog 2½ vierdel land gelegen in Busers Camp waar aan beide zijden Geryt Henricksoen erfgenamen naastgeland zijn. Verder zal hun oudste zoon Jan uit deze twee stukken land en de 2½ vierdel land aan zijn broeder Rutger en zijn zuster Gerytgen elk jaar ieder uitreiken en betalen tien karolusgulden op Sinte-Mertijnsdach in de Wynter de penning te lossen met 20.Als Rutger of Gerytgen sterven zonder geboorte na er laten dan zal Jan de tien karolusgulden van Rutger of de tien karolusgulden van Gerytgen terug ontvangen. En Willem hun zoon zal na zijns vaders dood verkrijgen een erf geheten Zandbrinck met alle toebehoren gelegen in het gerecht van Snorehoeff. Ook hun dochter Metgen zal na haar moeders dood verkrijgen een erfgen in het gericht van Doorn (Doern). | Henrick Saell en zijn vrouw Hillygont vermaken alle hun goederen aan hun drie jongste kinderen te weten Metgen, Rutger en Gerytgen | |||||
1540-10-20 (quarta post Galli) | Zij maken hun testament op de langstlevende | Lourens Eversoen en zijn vrouw Weym testeren | |||||
1540-10-20 (quarta post Galli) | Zij maken hun testament op de langstlevende | Philps Jacopsoen en zijn vrouw Lijsgen testeren | |||||
1540-10-20 (quarta post Galli) | een huis en hofstede gelegen in de Bruellstraet waar hij nu in woont. | Philps Jacopsoen vermaakt zijn goederen aan zijn twee jongste zonen Jacop en Jan | |||||
1540-10-22 (sexta post Galli) | Merytgen, Evert Woutersoen dochter | Gheryt Eversoen en zijn vrouw Alijdt | 1½ hollandse gulden aan jaarlijkse rente te lossen de penning 20 | ||||
1540-10-28 (quarta in profesto Simonis et Jude) | Jan Pijl wenst een vidimus ten behoeve van jonkvrouw Alijdt Beren genoemd, betreffende een gerechtelijke uitspraak eertijds tussen de oude Egbert de Beer en zijn broer Wouter gedaan | ||||||
1540-10-28 (quarta in profesto Simonis et Jude) | Henrick Gijsbersoen zijn neef of op zijn kinderen gebraick sijnre*. Als de kinderen van genoemde Henrick sterven zonder blijvende geboorte na te laten, dan zullen de goederen vererven op Alijdt, Pouwels Verhorst dochter zijn nicht of op haar kinderen gebraick haar, terwijl Gerberich Aelt Henricksoen dochter, genoemde heer Peter zuster, haar lijftocht aan genoemde goederen behoudt. | Heer Peter Aeltsoen priester met zijn momber Pijl heeft al zijn goed, zijn kleren en kleinoden vermaakt | |||||
1540-10-28 (quarta in profesto Simonis et Jude) | tegoedschelding van een huis, hof, hofstede en werf gelegen in de Krommestraat in onze stadsmuur. Als Peter Meynsoen, zijn vrouw en hun kinderen allen sterven zonder geboorte na te laten dan vererft genoemd huis etc. op Meus Peters wettelijke erfgenamen. | Peter Meynsoen en zijn vrouw Jacopgen | Meus Peter Aeltsoen en zijn vrouw Ermgert | ||||
1540-10-28 (quarta in profesto Simonis et Jude) | tegoedschelding van drie morgen land gelegen buiten de Kamperbinnenpoort (Campoirt) op de Stadtmeent gemeenschappelijk bezit met de Sint-Joriskerk en Rijer Petersoen erfgenamen. Meus behoudt het recht zo lang hij leeft genoemde 3 morgen te gebruiken of te verhuren. Als Meus overlijdt behoudt Ermgert de helft daarvan in lijftocht en als Peter Meynsoen, zijn vrouw en hun kinderen allen sterven zonder geboorte na te laten dan vererft de 3 mergen land op Meus Peters wettelijke erfgenamen. | Peter Meynsoen en zijn vrouw Jacopgen | Meus Peter Aeltsoen en zijn vrouw Ermgert | ||||
1540-10-28 (quarta in profesto Simonis et Jude) | al hun goederen | Erfgenamen zijn nu hun kinderen allen gelijk, met de voorwaarde dat Goerdt Meynssoen kinderen mede- erfgenamen zullen zijn. | Meus Peterspen en zijn vrouw Ermgert hebben hun testament herroepen en zij maken nu een nieuw | ||||
1540-10-29 (sexta post Simonis et Jude) | tgoedschelding van een enkele gulden 24 hollandse stuiver die zij jaarlijks ontvangen uit een rentebrief van vijf enkele guldens jaarlijks die Aelt Jansoen uit het goed van Cornelis en zijn vrouw had en die Aelt op Peter en zijn vrouw ge-erft heeft. | Cornelis Vos en zijn vrouw Agnyes | Peter Claessoen en zijn vrouw Beertgen | ||||
1540-11-03 (quarta post Animarum) | tgoedschelding van het vierde deel van het halve erf, huis, hof, hofstede, land en met alle getimmer dat daarop staat met alle toebehoren gelegen aan de Coedijck, waarvan de ander helft Wolff Claessoen toebehoort en dat wijlen Willem Eversoen en zijn vrouw Alijdt, Thoentgens vader en moeder, toebehoorde. Item het vierde deel met alle recht en toezeggen dat zij hebben aan een vierdel land gelegen op de Stadtmeent dat Thoentgen ook van haar ouders aanbestorven is. | Dirck Vonck en zijn vrouw Geertruyt | Steven van Blomendall Jansoen en zijn vrouw Thoentgen | ||||
1540-11-03 (quarta post Animarum) | Em, Peter Pouwelsoen weduwe met haar momber Pijl heeft vermaakt aan haar dochter Alijdt haar zware en beste tabbaert en haar torneyse* rock. Item haar dochter Aryaen vermaakt zij haar beste caper* een grauwe rock en alle vlas dat zij achterlaat. Item haar dochter Mery vermaakt zij de beste koperen pot en een zwarte rock. Item vermaakt zij haar dochter Anna het kleine bed. Item vermaakt zij haar dochter Em alle huisraad. Item heeft zij Em met haar momber vermaakt alle gelden die zij achter laten zal aan haar vijf kinderen allen evenveel. | ||||||
1540-11-03 (quarta post Animarum) | tegoedschelding van de eigendom van het zesde deel van het aandeel van Evert Jansoen voorkinderen in de zout-chijs. Item de eigendom van de ley ader voirdell ende anpairt van een stuk land gelegen op onze Stadtmeent buiten de Kamperbinnenpoort (Campoirt) gemeenschappelijk bezit met Wouter van Hagenow | Jan Vlug Jacopsoen en zijn vrouw Goutgen | Mr. Jan Jacop Jansoen zoon, priester, met zijn momber Pijll | ||||
1540-11-03 (quarta post Animarum) | tegoedschelding van twee philippusgulden losrente die hij jaarlijks ontvangt uit het goed van Jan Vlug* en zijn vrouw voorschreven. | Jan Vlug Jacopsoen en zijn vrouw Goutgen | Mr. Jan Jacop Jansoen zoon, priester, met zijn momber Pijll | ||||
1540-11-03 (quarta post Animarum) | Claes Jacop Janssoen | Jan Vlug Jacopsoen en zijn vrouw Goutgen | 17 hollandse guldens aan jaarlijkse rente op zijn lijf, te betalen alle quatertemper 2½ gulden hollands | ||||
1540-11-06 (septima post Animarum) | tegoedschelding van alle recht en toezeggen dat zij hebben aan de goederen die Jacop Gerytsoen zijn zoon Geryt van Scaick in huwelijkse voorwaarde als medegaven gegeven heeft, zowel die gelegen zijn binnen als buiten het gerecht. | Geryt van Scaick en zijn vrouw Laentgen | Frans Meynssoen en zijn vrouw Geertruyt | ||||
1540-11-06 (septima post Animarum) | tegoedschelding van alle recht en toezeggen dat zij hebben aan de goederen die Jacop Gerytsoen zijn dochter Lijsgen in huwelijkse voorwaarde als medegaven gegeven heeft, zowel die gelegen zijn binnen als buiten het gerecht. | Hermen Rijcksoen en zijn vrouw Lijsgen | Frans Meynssoen en zijn vrouw Geertruyt | ||||
1540-11-10 (quarta post Willibrordi) | een huis, hof en hofstede met alle huisraad en inboedel, staande in de Langestraat in onze stadsmuur en dat zijzelf bewonen, welverstaande dat genoemde Bathe, als zij na Jans overlijden hertrouwt, aan hun kinderen jaarlijks 6 karolusgulden uit zal moeten reiken. | Jan van Dompseler en zijn vrouw Bathe maken hun wederzijds testament op de langstlevende | |||||
1540-11-10 (eodem die / quarta post Willibrordi) | tegoedschelding van twee delen van een halve hof gelegen in de Langestraat waarvan de ander helft toebehoort aan Goetscalck van Brakels kinderen | Cornelis Hesselsoen enzijn vrouw Foeys | Mouris Gijsbers en zijn vrouw Agnies | ||||