Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
1  zoekresultaat
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Zeer geslaagde bijeenkomst van Benelimconvent : Boeiend praatje met oudste archivaris van Limburg : De heer Van de Venne putte uit een schat van ervaringen
Datering:
1960
Titel:
Zeer geslaagde bijeenkomst van Benelimconvent : Boeiend praatje met oudste archivaris van Limburg : De heer Van de Venne putte uit een schat van ervaringen
Titel tijdschrift:
Limburgsch Dagblad
Afleveringsnummer:
Limburgsch Dagblad, 8/7/1960
Samenvatting:
Maastricht, 7 juli (Eig. red.) Voor het Benelimconvent van Archivarissen, dat zijn kwartaalbijeenkomst in De Gouwe Poort te Maastricht hield, heeft archivaris J. J. M. van de Venne uit Houthem gelegenheid gekregen te vertellen over zijn ervaringen en belevenissen op het Rijksarchief in Limburg. Men pleegt archivarissen nogal als ouderwetse mensen te beschouwen, omdat zij veel met oude paperassen in aanraking komen. Voor deze causerie was echter de zeer moderne vorm van een vraaggesprek gekozen op voorstel van de heer Carel Bloemen, die dit convent presideert en bij deze gelegenheid optrad als vlot inleider, steller van uitvoerige vragen waartussendoor de heer Van de Venne van tijd tot tijd gelegenheid kreeg iets te zeggen, en wat hij te zeggen had was allemaal even interessant.
Samenvatting2:
Tienjarige oorlog met Roermond

De heer Carel Bloemen hield eerst een inleiding over de tijd waarin de heer Van de Venne voor het eerst een archief binnen stapte in de leeftijd van zestien en een half jaar, niet vermoedende dat hij er 53 jaar zou werken plus de jaren die nog komen, want deze archivaris is nog altijd volop aan het werk. In brede trekken schetste Carel Bloemen de achtergrond van dit gebeuren, althans de archivistische achtergrond. Wij hoorden van de nieuwe archiefwet, toen in wording en van de handleiding van S. Muller Fzn, de bijbel van die archiefwereld; over het herkomstbeginsel door Muller en Fruin voorgestaan en door anderen niet. Er kwamen ruilingen met België ter sprake: en dan tenslotte de vraag: '"En mijnheer Van de Venne, hoe voelde u zich wel toen U zestien jaar oud voor het eerst een archief binnenstapte?” Dus helemaal de vlotte stijl van de microfoon.

De heer Van de Venne is van Linne en daar had hij kennis gemaakt met archivaris Flament, die er op dienstreis was. De dochter van Flament was toen in Linne volontaire. Flament was de eerste archivaris die dhr. Van de Venne meemaakte in Maastricht. Hij trof er ook de heer P. Doppler, hoofdcommies, die doende was met de massa-ordening van de rechterlijke archieven, bestaande uit 3000 registers en 25.000 pakketten. Dit rechterlijk archief had al veel wat avonturen zoals een flinke brand, meegemaakt en toen leerde de jonge Van de Venne al het nut van het touw kennen, want wat in pakketten zat met touw er om been was nog bruikbaar, maar wat als losse paperassen daar tussen lag, mocht wel als hopeloos verloren beschouwd worden. Van de Venne trof er ook Eversen de schrijver van „De Gemeentewapens van Limburg”, het bekende deel 35 van de publications du Limbourg.
Samenvatting3:
DE ARCHIEFOORLOG VAN ROERMOND
Al sprekende wordt de Roermondse kwestie genoemd en daar wil dr. Bussels uit Hasselt meer van weten. In het gezelschap is ook de heer Smeets van het Rijksarchief, oud-archivaris van Roermond en van hem vernemen we dan de interessante archiefoorlog van Roermond.
Roermond was op het einde van de vorige eeuw in een heftige archievenoorlog met het Rijk geraakt. De oude hoofdstad van het Overkwartier van Gelder had verzuimd na de dood van de heer Sivré een nieuwe archivaris aan te stellen, en toen volgde de annexatie van het Roermonds archief door het Rijk, waar Roermond zich onder leiding van de liberale wethouder Michiels van Kessenich met hand en tand tegen verzette. Jhr. Ruys de Beerenbroeck had de leiding van de rijkspartij. Twee verhuiswagens zouden de archieven gaan halen, maar Roermond was waakzaam. Er kwam een proces van en de vracht van deze verhuiswagens werd tien jaar lang ergens opgeslagen. De „strijd” liep zo hoog, dat toen de Koningin een bezoek aan Limburg bracht de koninklijke trein Roermond voorbij reed en geen mens zelfs op het perron mocht, behalve de stationschef. Eerst in 1903 is tussen het Rijk en Roermond vrede gesloten....

De zestienjarige Van de Venne - zo vernemen we na het Roermondse intermezzo - leerde van Flament de eerste beginselen der archivisitiek en van de paleografie en omdat de handleiding van Muller uitverkocht was. schreef hij dat hele boek maar over. In die dagen werd nog geschreven. Flament dicteerde de jonge Van de Venne zijn volledige studie over de vorming der heerschappijen in Limburg. Als Van de Venne begint over de door hem gemaakte inventarissen vernemen we, dat in die tijd de hele zijbeuk van de oude Minderbroedenskerk te Maastricht ingenomen was door het gemeente-archief van Maastricht en de hele beuk door het notarieel archief. Daarvan maakte Van de Venne inventarissen.
Samenvatting4:
Hij inventariseerde de archieven van de Landen van Overmaas, de verzameling Atlassen en Kaarten, de Platencollectie, het politie-archief van Maastricht, de kerkelijke Doop en Overlijdensregisters, de archieven van kasteel Borgharen, enz.

ANDRIES BOURLETTE
Als dit kasteel genoemd wordt valt de naam van Andries Bourlette, de economische rechterhand van Willem v. Oranje bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog. Andries Bourlette, waarover Baikhnyzen van den Brink een studie schreef, was rentmeester op kasteel Borgharen. Carel Bloemen weet aardige amoereuse bijzonderheden uit de Luikse periode van deze romantische archivaris en historicus. Er tussen door vallen waardevolle mededelingen van Ven de Venne, b.v. dat het niet juist is de invoering van de burgerlijke stand aan Napoleon toe te schrijven met als motief de conscriptie. Integendeel, dat gebeurde op grond van de wet van 1792.

Van de Venne was van 1916 tot 1916 soldaat en keerde toen terug naar het archief, waar hij in de leeszaal kwam. De leeszaal is in een archief zoveel als de toonbank waar de klanten komen. Soms vindt het archief-personeel de leeszaal erg, omdat men daar de vele vragenstellers te woord moet staan, maar de heer Van de Venne - en meerderen uit de vergadering vallen deze oud-gediende daarin bij - achtte dit een zeer belangrijk én leerzaam werk. Men komt er met veel mensen in aanraking en Van de Venne vertelt van dr. Jan Paquay, historicus en Deken van Bilsen, Breslau de vermaarde Duitse oorkondenkenner, dr. Hipke, de historieschrijver van de Hansa, Ceyssens de man van de geschiedenis van Dahlem, Peters de archivaris van Heerlen, Kolonel Dyserinck en natuurlijk Habets, de autoritaire historieschrijver van het bisdom Roermond.
Samenvatting5:
BEDRIJFSARCHIEVEN ZIJN ZEER NUTTIG
Van de Venne wordt geestdriftig als hij komt te spreken over het staatsarchief in Brussel met zijn ongekende rijkdom. Daar zitten nog 5300 registers van de oude Brabantse Rekenkamer.... Van de Venne vertelt, dat sedert 1912 ook de moderne archieven aandacht kregen en hij is zeer ingenomen met de jongste ontwikkeling die aandacht aan bedrijfsarchieven gaat geven. Industriële geschiedenis is bijna niet te schrijven bij gebrek aan gegevens.
Als Van de Venne gevraagd wordt naar zijn eigen historische publicaties komt heel wat op de proppen: De wijnbouw in Limburg, het kasteel van Valkenburg, de geschiedenis van Heer - een „knaap” van ruim 500 blz. - De Limburgse Familiewapens. waartoe Robert Graafland en Ernest van Aelst het initiatief namen, de Genealogie van de Nassau’s, gedenkboeken van Eygelshoven,, van de Sphinx ,enz. enz.
Samenvatting6:
DE BOKKENRIJDERS
Van de Venne heeft nog veel plannen. Een gedenkboek van Hoensbroek is in voorbereiding en hij hoopt nog zijn oud stokpaardje De Bokkenrijders uit het stof te kunnen halen. Jammer dat het archief-De Limpens verloren raakte bjj de brand van het Doonder Huuske. Van de Venne vermoedt, dat de Bokkenrijders op een gegeven ogenblik een politiek instrument geweest zijn. ’t Bokkenrijdersprobleem heeft een vergeten sociale kant. Maar hierover drukt hij zich voorzichtig uit.

In deze sympathieke archivaris bevalt ons vooral de opvatting dat het tot de traditie van dit mooie beroep hoort anderen te helpen. Men moet het zelfs kunnen verdragen, dat anderen wel eens met de veren pronken, die de man, van het archief toe komen. Dat is een mooie traditie van het beroep. De anecdote ontbreekt natuurlijk niet. We krijgen te horen, van de erfenis van Thiery, van een dame uit Themse die persé prinses van Oranje wilde zijn en van een informatie naar de voorouders ingewonnen door een Duits genealoog ten behoeve van een zéér hooggeplaatste Nazi - er werd geen naam genoemd - en waarbij het Rijksarchief in één-twee-drie met Joodse voorouders kwam, aanzetten. De Duitse archeoloog zal zijn onderzoek wel gestaakt hebben. Het was een hoogst interessante bijeenkomst van het Benelimconvent, niet het minst om de leiding van Carel Bloemen.
Trefwoorden:
Geografische namen: