Een van de eerste wetenschappelijke opgravingen in Limburg was die van de Romeinse villa De Heihof bij Valkenburg in 1906.
In de nazomer van 1907 werden opnieuw restanten van een villa opgegraven, nu bij Valkenburg-Ravensbosch, ook wel bekend onder de naam Groot Haasdal. Met een groep arbeiders onder leiding van de conservator van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO), dr J.H. Holwerda, werden de fundamenten van een Romeinse boerderij blootgelegd. In het formele verslag worden de resultaten van het veldonderzoek gepresenteerd, maar aan de dagelijkse gang van zaken tijdens zo'n opgraving werd nauwelijks een woord gewijd. Ook werden de werkzaamheden niet vastgelegd in dagrapporten. Holwerda hield die niet bij en als het al gebeurde werden ze meestal, na de snelle publicatie van het onderzoek, opgeruimd. In het archief van het RMO wordt in de persoonlijke nalatenschap van Holwerda een klein notitieboekje bewaard waarin de kosten van de opgraving staan genoteerd. Dat geeft een verrassend beeld van onbekende details van zon opgraving, meer dan 100 jaar geleden.