Uw zoekacties: Veldnamen in Arensgenhout en Klein Genhout

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Veldnamen in Arensgenhout en Klein Genhout
Datering:
1985
Titel:
Veldnamen in Arensgenhout en Klein Genhout
Auteur:
L. Raeven
Illustraties door:
Bèr Schols
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1985), nr. 9,(jan.), p. 37-39
Samenvatting:
In een serie veldnamen in de voormalige gemeente Hulsberg kwamen in de afleveringen 7 en 8 van
GEULRAND toponiemen uit Hulsberg, Aalbeek en de Heek aan de orde. Ook verwijzen wij naar de
bronvermelding en de inleiding in GEULRAND-7.
Vandaag komen tenslotte veldnamen in Arensgenhout en Klein Genhout aan de beurt.

Genhout betekent in- of bij het bos. Met ,,aren" of ,,eren" bedoelde men (be)ploegen. Uit de naam Arensgenhout blijkt dat een bos is gerooid voor bewoning en bebouwing. In de Index komt de naam Arensgenhout niet voor, wel de namen Genholt groot en deen. Voor het eerst maken we kennis met deze naam in het gichtregister van 1791 en het leggerboek.

23. OP DE LAHEY
De naam kan staan voor ,,laeye", dat Bosweg betekent, ,,Op de" vôôr een veldnaam heeft meestal de betekenis van ,,aan (bij) de" en een verklaring is als zodanig acceptabel. Er is een mogelijkheid dat we met een familienaam te doen hebben. Achter in het leggerboek staat een namenlijst van personen die erin genoemd worden. Daarin wordt Antonius La Haije vermeld. Wij Limburgers hebben de gewoonte vôôr de naam ,,de" te zetten en de onhebbelijkheid de laatste letter(s) weg te laten, maar als voorzetsel gebruiken we dan ,,van of bij" en bij landerijen ,,aan", b.v. ,,00s wei grens aan (die vaan) de Sjnieder" (Snijders). In het kader van deze redenering is een familienaam moeilijk te verklaren.

24. AAN DE MOPERT
In de Index (1685) wordt over ,,lant op de Mopert" gesproken, in het leggerboek en het gichtgregister van 1791 over ,,Aan de Mopert". In het leggerboek wordt het veld onder Arensgenhout gerangschikt. De naam is ontleend aan een familienaam. In de Index (1697-1753), 7-4-1743, folio 421, wordt een gicht van Jan Mopers genoemd. Een gicht, elders ook wel gift genoemd, is een eigendomsoverdracht, die pas kracht van wet kreeg als ze voor (proost)schout en tenminste twee schepenen werd afgesloten, ook als dit al voor een notaris was gebeurd.
Samenvatting2:
De overdracht moest uiteindelijk in het gichtregister ingeschreven worden om gerealiseerd te kunnen worden, d.w.z. geldig te zijn.

25. KAMP
De naam Kamp komen we in iedere leefgemeenschap tegen. Ieder dorp of wat daarvoor doorging had één of meer kampen nabij de woonbuurt liggen. Zo'n kamp was een grote volkstuin, omgeven door een haag ter bescherming tegen wind en veevraat. Ieder gezin had er zijn eigen tuin voor groente, maar ook b.v. voor oliehoudende gewassen, zoals raapzaad. Straat- en veldnamen met ,,kamp" of ,,kemp" erin vind je in vele Limburgse gemeenten. In de buurt van ,,Kamp" ligt ook nog het veld ,,In de Kamp" (nr. 26). In de Index (1600) wordt het veld ,,In die Kemme" genoemd en vinden we in De Heek (1607) ,,Op het Campke gen: oock het Slexken". Dat laatste woord betekent Kleine Slak, een naam die een wat laag gelegen kleiachtige grond aanduidt, waardoor bij grote regenval het veld een moerassige substantie wordt.

27. GEWANDE
Weer zo'n woord dat op een agrarisch systeem wijst dat in vrijwel ieder dorp te vinden was. In zijn oudste betekenis duidt het op grondbezit dat gemeenschappelijk werd bebouwd. De hele grond werd in drie velden of gewannen verdeeld. Twee ervan werden verbouwd met resp. winter- en zomerkoren voor het bereiden van de voornaamste voedingsstof en het derde liet men braak liggen. Ieder jaar werd van veld verwisseld. Iedereen moest zijn perceel op hetzelfde tijdstip inzaaien en oogsten, opdat het vee het braakland, dat niet omheind was, kon beweiden. Later zijn gegoede burgers erin geslaagd sommige gewanden geheel of gedeeltelijk in bezit te krijgen, zodat dan in dat geval de oorspronkelijke betekenis ervan verloren is gegaan.
Samenvatting3:
De naam Gewande komt alleen in het leggerboek voor. Dit kan erop wijzen dat ze bijna geheel aan de Heihof, die er onmiddellijk bij ligt, heeft toebehoord. In de Taxering der eigendommen, huizen, landerijen enz. tegen het einde van de 17de eeuw (LvO. 7192) staat dat de ,,Heijhoff toebehoorende den Heere van Strucht groot sijnde vijffenvijfftich bunder" een leengoed is en een waarde van 10.000 gulden vertegenwoordigd. Peter Hubers woonde er als halfwin, d.w.z. dat hij de helft van zijn oogst als pacht aan zijn Heer moest afstaan, maar verder geen geld verschuldigd was. De hof Wisserach, die toen aan de Heer van Schaesbergh toebehoorde en waarop Thijs Coenen als halfwin woonde, was 68 bunder groot en werd op 8500 gulden getaxeerd.

28. AEN DEN RAVENSBOSCH
Over de betekenis van deze naam wordt verschillend gedacht. Ontleent het bos zijn naam aan een kolonie raven, die er jarenlang zou hebben verbleven, zoals men ook van een kraaienbos spreekt, of aan een familienaam, nl. het riddergeslacht Rave(n), dat te Amby een riddergoed had liggen en eens eigenaar van dit bos is geweest?
Bij de verdeling van de Zuidlimburgse gebiedsdelen in 1661 behoorde het bos aan de erfgenamen van de heer Huijgens salr. (zaliger). Ze krijgen dan te horen dat het bos voor de ene (westelijke) helft aan Spanje hoort en voor de andere (oostelijke) helft aan de Verenigde Nederlanden, ressorterende onder de hoofdbank Klimmen. Een en ander houdt verband met het opleggen van lasten, zoals ,,correweijen" (last ten dienste van de Heer, b.v. gratis onderhoud van wegen, bossen en velden), contributien (een vorm van belasting) e.d. Ze worden in het archiefstuk opgesomd (LvO. 7194).
Samenvatting4:
In den Spekskeel (nr. 29), hetgeen waarschijnlijk een samenstelling is van het Latijnse specus (uitholling, dal) en keel (kiezel), en De Scherpen Bek (nr. 30) zijn hier nog bekende veldnamen. Minder of niet meer bekend zijn veldnamen als Heyerveld, Dor Beek, Putberg, In t' Holterveld, Den Huls-bergher Meswegh, Aen de Groen Pael, Den Papenhovel (pastoorsheuvel). Ze komen in de Index voor. Tenslotte past het een woord van dank te brengen aan de Heren Jef Janssen te Aalbeek en Elbert Silverentand te Hulsberg voor hun vele tips, in het bijzonder voor wat betreft de ligging van een aantal velden. De Heer Silverentand heeft zich de moeite getroost alle veldnamen uit het leggerboek, meer dan honderd verschillende in aantal, te verzamelen en voor dit artikel ter beschikking te stellen.
In het gemeentearchief te Nuth en het rijksarchief te Maastricht bevindt zich nog veel onverwerkt archiefmateriaal dat op Huisbergs verleden betrekking heeft. Mogelijk kan deze verhandeling ertoe bijdragen geïnteresseerden te bewegen te proberen meer over het leven van de vroegere bewoners van de voormalige gemeente Hulsberg aan het daglicht te brengen.
Trefwoorden: