Uw zoekacties: Alle wegen leiden naar St. Gerlach ; de kachel van Godin (17...

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Alle wegen leiden naar St. Gerlach ; de kachel van Godin (17-2) : vervolg van 17-1
Datering:
2019
Titel:
Alle wegen leiden naar St. Gerlach ; de kachel van Godin (17-2) : vervolg van 17-1
Auteur:
Lou Bastiaens
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 27 (2019) nr. 3 (16 maart), p. 6
Samenvatting:
Het bezoek uit Houthem-St. Gerlach aan Frameries is van tevoren aangekondigd bij het fragiele pastoortje, helemaal kromgetrokken door de ouderdom. Geen kerk te bespeuren. Van zijn bisschop heeft hij de duidelijke evangelische opdracht zich toe te leggen op ziekenzorg. Het is zijn manier om zijn aanwezigheid te verantwoorden. Aan zieken en gehandicapten is hier geen gebrek. We hebben een zakje Gerlachuszand voor hem meegenomen en hij is er zichtbaar ontroerd door. Bij zijn pastorie bevindt zich een curieus veldje, omheind met een afsluiting van gaas. Op het eerste gezicht lijkt het een kippen- of konijnenwei. Twee lange metalen buizen steken uit het hoog opschietende onkruid. Het zijn verluchtingspijpen die dienen om mijngas te laten ontsnappen. De ondergrond blijft ook hier nog gas produceren. Het wankelende prelaatje, die al pratend in bijna onverstaanbaar Waals nog zijn ene losse tand toont, nodigt ons uit voor een wandeling. "Eigenlijk lopen we hier op een kerkhof:' vertelt hij. 'Veel lichamen van verongelukte mijnwerkers zijn nooit geborgen." Op een van de krotten zijn nog vaag de sporen gekalkt met de woorden: "Donnez nous du pain." ( Geef ons brood). Een aantal bejaarde inwoners sjokt op kapotte pantoffels of versleten schoenen" zonder veters met ons mee, die allen een afbeelding van Gerlachus, een zakje zand en een vertaald gebedje van mevrouw Kreusch-Caelen uit Broekhem van ons ontvangen. De rij wordt steeds langer. Ze willen allemaal een zakje zand, het gebedje en een afbeelding van Gerlachus. Ze vullen de pastoor aan: 'Ook al zijn de mijnen al lang dicht, we blijven aan elkaar hangen, omdat we iets meemaakten dat we alleen met elkaar kunnen delen. We gaan naar elkaars feesten. En, steeds meer, naar elkaars begrafenissen."
Samenvatting2:
In het Maison du Peuple (gemeenschapshuis), een donkere, groezelige zaal waar de distels en vlinderstruiken tussen de schilferige leisteen naar boven schieten, krijgen we een aangrijpend boek aangereikt door de dorpsfotograaf. Een boek waar je niet op uitgekeken raakt. Er is nauwelijks een lachend gezicht in te zien. Wel vermoeid en uitgemergeld, verweerd en vroegtijdig verouderd, vaal en verlept. Triest, zeer triest!

De pastoor wijst op de ruwe en doorgroefde handen en verzoekt de cafébaas het chanson (liedje) "Jaurès" van Jacques Brei ten gehore te brengen: "Usés â quinze ans, ils finissaient en débutant' zingt Brei gepassioneerd. Vaak werden deze door Brei bezongen 15 jarigen niet ouder dan 40 en dan zagen ze er al bijna uit als 60.

Dan volgt er een diepzinnige godsdienstige bespiegeling over de aan- en afwezigheid van God in de mijncités, die echter een diepe afkeer blijken te hebben van kerkelijke instituten.
In reactie daarop meent de standvastige geestelijke dat velen hier geestelijk "geholpen" moeten worden. Een verblijf in het Belgische Geel acht hij daarvoor zeer geschikt. "Dáár ligt de kracht van het Evangelie. God handelt!" Geel is vermaard vanwege haar gezinsverpleging. Al in de 14e eeuw kwamen er bedevaartgangers naar de heilige Dimpna, die werd aangeroepen voor genezing van geesteszieken. Vanaf de 18e eeuw werden de patiënten tegen betaling opgevangen in gezinnen, wat uitgroeide tot een uniek systeem van moderne verpleging, waar patiënten deelnemen aan het huiselijk leven.
Daar waar steenkool gedolven wordt, ontstaan vanzelfsprekend ook kachelfabrieken. De meest bekende fabriek lag in het Noord-Franse plaatsje Guise ten zuidwesten van Mons (Bergen). Het was de kachelfabriek van Jean-Baptiste André Godin, een antikapitalist. Godin was een geniaal en sociaal bewogen ondernemer. initiator van een indrukwekkend sociaal plan voor zijn werknemers. Hij wilde voor hen een harmonieuze sociale samenleving opzetten.
Samenvatting3:
Het mijnbekken rondom Guise is namelijk ook het toneel geweest van vreselijke, soms dodelijke confrontaties. Om dit tegen te gaan werden er paternalistische bedrijven opgezet, d.w.z. het bedrijf verzorgde de arbeider en zijn familie van de wieg tot het graf. Ze helpen ons te herinneren dat hier de grondvesten werden gelegd voor de sociale instellingen van nu.
Vanaf 1859 begint Godin met de bouw van zijn luxueuze "Familistère," een imposant sociaal woonpaleis voor zijn arbeiders, een unieke site, in schril contrast met de hierboven beschreven situatie. Deze plek trekt nog steeds veel toeristen aan. Men kan er gemakkelijk een dag vertoeven. Het is van een heel andere opzet dan de meer bekendere, eveneens fotogenieke en geclassificeerde woonsites van bijvoorbeeld Le Bois du Luc of la Grande Hornu in dezelfde mijnbouwstreek. De arbeiders van de Familistère hadden inspraak en werden zelfs mede-eigenaars van de kachelfabriek en hun woonsite. Godin woonde en werkte er op gelijke voet met zijn arbeiders.

Het prachtig gerestaureerde woonpaleis bevat bewonderenswaardige paviljoenen en vele vormen van verschillende diensten ten bate van de werknemers en hun gezin, zoals winkels, een zwembad, een gemeenschappelijke overdekte cour voor samenkomsten, een weelderige tuin, een crèche, scholen en bovenal een magnifiek theater. Open ruimte, licht en waterpartijen zijn er in overvloed en de gehele markante architectuur toont toch een rustige menselijke maat.

Deze gerealiseerde utopie van het wooncomplex Familistère is één van de meest ambitieuze sociale experimenten uit de sociale arbeidersgeschiedenis geweest m.b.t. het samenvoegen van arbeid, wonen, kapitaal en talent. André Godin wordt tegenwoordig beschouwd als één van de vaders van de sociale economie.
Samenvatting4:
Dat zelfs zijn verdwenen kolenkachel uit onze kerk een prikkelende uitdaging kan zijn voor een boeiend daguitstapje naar zijn geboorteplek had niemand ooit kunnen vermoeden. Het vormt één van "les mystères de notre églis&' (de geheimzinnigheden van onze kerk). Absoluut een aanrader voor geïnteresseerden met uitzondering van het "restaurant" dan wel!
Geografische namen: