Uw zoekacties: Gedenkwaardige Limburgers : Paul van de Vrecken (2/2)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Gedenkwaardige Limburgers : Paul van de Vrecken (2/2)
Datering:
1929
Titel:
Gedenkwaardige Limburgers : Paul van de Vrecken (2/2)
Auteur:
Fr. van Berghoven
Titel tijdschrift:
De Nedermaas
Afleveringsnummer:
De Nedermaas, 7 (1929) nr. 1 (aug.), p. 9-11
Samenvatting:
VERVOLG 2/2

Alles ging goed tot aan Koblenz. Hier echter begon het sterk bewaakte Fransche gebied, waarbinnen van der Vrecken ongemerkt moest trachten door te dringen. Laat in den nacht kwam hij te Ehrenbreitstein aan, waar hij zijn intrek nam in het hotel, dat juist verlaten was door de Koningin van Westfalen, die vluchtte voor de naderende Kozakken. Slechts enkele uren rustte hij hier uit. Toen besloot hij, den overtocht van den Rijn te wagen. De verwarring, ontstaan door de vlucht der Westfaalsche Koningin en een dreigend onweer, dat aan den hemel opstak, leken hem hiertoe buitengewoon gunstige factoren. Tegen den prijs van eenige ponden gouds kon hij twee mannen overhalen, hem in een bootje de rivier over te zetten. Reeds waande hij zich in veiligheid, toen hij opeens, na den voet op den oever te hebben gezet, een lichtje vlak bij zich zag verschijnen: de lantaarn van een der grensposten. Zij gelastten hem, hen met den reiszak op de schouders te volgen naar het tolhuis te Koblenz, waar hij grondig zou worden gefouilleerd, en begaven zien reeds op weg daarheen. Doch juist op dat oogenblik begon de regen in stroomen te vallen, bliksemschichten doorkliefden in alle richtingen de lucht en een hevige rukwind doofde de lantaarn der soldaten uit. Vloekend zonden zij hem nu verder naar Keulen, waar men hem wel zou weten te vinden, naar zij zeiden. Op listige wijze wist hij echter door deze stad heen te komen, zonder dat men eenig vermoeden van zijn aanwezigheid had. Ineengedoken op den bodem van een ledige wagen, verborgen onder het wagendek, reed hij te Keulen de eene stadspoort in en de andere weer uit, terwijl de wagenvoerder grappen verkocht tegen de tolbeambten. Den volgenden dag was hij op zijn landgoed te Houthem terug, tot groote vreugde zijner echtgenoote.

Samenvatting2:
Doch hiermede was zijn zending nog niet volbracht; hij had den brief van den Keizer nog te Fontainebleau te bezorgen. Welgemoed en in het vertrouwen op Gods bijstand aanvaardde hij het laatste gedeelte zijner reis. Te Parijs aangekomen, ging hij 's avonds zijn plaats bespreken in den postwagen, die den volgenden ochtend naar Fontainebleau vertrok. Daarna maakte hij, ten einde het drukke gewoel der groote stad te vermijden, een wandeling door het park van het Palais Roval. In nadenken verzonken wandelde hij daar rond, toen plotseling iemand, die zeer gehaast scheen te zijn, in het duister tegen hem opliep. „Lourdaud que tu es!". „Lourdaud toi-même!"
Deze uitroepen kruisten elkaar in het donker en het volgende oogenblik drukte van der Vrecken zijn vriend Bernetti in zijn armen! Het was een wonderbaarlijke ontmoeting. Bernetti begaf zich met hem naar zijn logement en vertelde hem daar, dat hij, indien hij het zou nebben gewaagd, den volgenden dag zelf naar Fontainebleau te gaan, zeker een verloren man zou zijn geweest. De bewaking immers was daar zoo streng, dat hij als onbekende zeker geen toegang zou hebben verkregen en grondig zou zijn gefouilleerd. Daarom besloten de vrienden, dat hij den brief van den Keizer aan Bernetti zou geven, tegen wien geen verdenking werd gekoesterd, en dat deze hem persoonlijk aan den Paus zou bezorgen.

En zoo vertrokken beide vrienden den volgenden dag uit Parijs, Bernetti naar Fontainebleau, van der Vrecken naar Houthem. Hier zou hij de rest van zijn leven rustig doorbrengen, levende in de voldoeningschenkende herinnering aan zijn roemvolle zending van 1813.
Samenvatting3:
Dat niet alleen Pius VII, maar ook diens opvolgers hem met groote onderscheiding behandelden, is begrijpelijk. In 1814 werd hij door den eerstgenoemde in den Romeinschen adelstand verheven met den titel van Graaf en door den Paus zelf, op diens landgoed te Castel Gandolfo met een vorstelijk geschenk begiftigd. Evenmin als Pius VII, duldde Leo IX het, dat hij voor hem nederknielde tot het geven van den gebruikelijken voetkus. Gregcrius XVI hing hem eigenhandig het Kommandeurskruis van de Orde van den H. Gregorius om den hals, terwijl hij daarbij te kennen gaf, zich gelukkig te achten, het zoo goed geplaatst te zien.

Nadat van der Vrecken de Kerk nog vele diensten had bewezen als protonotarius apostolicus en als penningmeester van het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs, overleed hij te Houthem-Sint Gerlach, waar hij werd begraven op den 30 Maart 1868.

Fr. VAN BERGHOVEN.

Trefwoorden:
Geografische namen: