Uw zoekacties: Gevelstenen in Houthem en Geulhem (17) : Geulhemermolen aan ...
Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
beacon
 
 
Artikel
Gevelstenen in Houthem en Geulhem (17) : Geulhemermolen aan de Geulhemerweg 49 (2/2)
Datering:
2006
Titel:
Gevelstenen in Houthem en Geulhem (17) : Geulhemermolen aan de Geulhemerweg 49 (2/2)
Auteur:
John Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 13, nr. 2, december 2006, p. 20-29
Samenvatting:
VERVOLG

1762 Het Kapittel van St. Servaas gaf de watermolen in Geulhem in eeuwigdurende erfpacht aan Arnold Joseph Quadvlieg, molenaar te Meerssen, gehuwd met Anna Barbara Douven. Met de molen werden tevens twee weilanden verpacht, waarvan een tussen de beide Geularmen, en een bouwplaats nabij de molen. Quadvlieg had een verbouwing tot stand gebracht en de graanmolen uitgebreid met een pelmolen, door het plaatsen van een tweede koppel maalstenen. In een pelmolen werden gerstekorrels ontdaan van hun bast of "pel", waardoor gort werd verkregen. Verder was de bestaande molen bij de uitbreiding geheel verbouwd in steen; waarbij in alle delen van het complex segmentbogen werden aangebracht in hardstenen omlijstingen. De woning bij de molen bestond uit een keuken en een kamer op de begane grond en twee kamers op de eerste verdieping; verder omvatte het gebouw stallen en kelders.
De ingrijpende verbouwing van molen en woonhuis was voltooid in 1768. Het jaartal werd vastgelegd door een chronogram op de gevelsteen boven de ingang van de eigenlijke watermolen aan te brengen. ArnoLDUs IosephUs = 561 qUaDVLIeg et a. = 561 b . DoUVen = 510 hoC Ita eXstr = 111 UXerUnt opUs= 25 Jaartal: 1768 Vertaald: "Arnoldus Josephus Quadvlieg en Anna Barbara Douven hebben dit werk zo opgebouwd" d.w.z. in het jaar 1768.
Na de opheffing van het Kapittel in 1797 verkreeg Arnold Joseph Quadvlieg het volle eigendom.

1806 Uit de nalatenschap werd de molen overgekocht door hun zoon Jean Pierre Quaedvlieg (eigenaar), gehuwd met Maria Duchateau. Hij werd belast met de herstellingen en het onderhoud van de brug, die zich bevond over de rivier de Geul, vlak bij de woning van de heer Jan Notten.

1813 De zaken werden behartigd door hun dochter Anna Elisabeth Quaedvlieg (eigenaar), gehuwd met Hendrik Lambert Smeets.
Samenvatting2:
Enige tijd later werden een aantal herstellingen uitgevoerd zoals het repareren van de muren van de molenas; dat wijst erop dat het waterrad, een zogenaamd kroprad met een doorsnede van 6 1/2 meter, toen al niet zichtbaar was. Het was als het ware ingebouwd in een soort portaal, zoals het heden ten dage nog wordt aangetroffen.

1831 Bij scheiding en deling werd de molen toegewezen aan haar broer Joseph Philip Servaes Quaedvlieg (eigenaar), gehuwd met Maria Gertrudis Philippi.

Begin 1849 was zijn vrouw overleden en Quaedvlieg bleef achter met twee zoontjes, resp. negen en zeven jaar oud.

Rond 1850 maakte hij drie nieuwe schuiven in de sluizen en werd de beekbedding achter de sluis van een stenen vloer voorzien. Quaedvlieg kwam verder in conflict met de gemeente Berg omdat hij eiste dat een brug over de molentak van Houthem naar Geulhem door de gemeente zou worden hersteld. Deze brug bestond uit twee in mergelblokken gemetselde landhoofden, waarop houten leggers rustten, bedekt met planken. De brug werd nl. meer dan voorheen door een aantal ingezetenen met hun zwaar beladen voertuigen gebruikt en het houtwerk was daardoor dusdanig versleten dat er ongelukken konden gebeuren.

1855 Caroline Colpin (eigenaresse), weduwe van B.J.W. Cruts afkomstig van kasteel Zangerheide te Eigenbilzen (B).

1856 Noe de Brune (pachter).

1882 Verkoop aan Rodolphe, zoon van Rosalie Hortense Cruts (eigenaresse) en baron Rudolph de Lamberts Cortenbach.

1919 Verkoop aan molenaar Joseph Biermans, maar deze kon de koopsom niet opbrengen.

1920 Verkoop aan mw. Fanny Enthoven (eigenaresse), gehuwd met Pieter Carel Zuijderhoudt wonende te Berg en Terblijt.

In de zomer van 1926 trad de Geul buiten haar oevers en had de tuinen en de weg van Houthem naar Geulhem over een lengte van tweehonderd meter onder water gezet, waardoor een aantal mijnwerkers die van hun werk terugkwamen zelfs tot aan de knieën door het water moesten waden.
Samenvatting3:
De overstroming werd veroorzaakt door onvoldoende capaciteit van de twee bruggen over de molentak en de afslagtak van de Geul en aan de vaste stuw (waterval) in de bovenmond van de afslagtak. Het gemeentebestuur van Houthem en de inwoners van Geulhem vroegen daarom om de vaste stuw te mogen opruimen. Dit plan is echter nooit ten uitvoer gebracht d.w.z. de stuwen van de alom bekende watervallen zijn tenslotte rond 2003 toch veranderd, maar dan in zogenaamde "vistrappen".

1930 Joannes Leonardus Joseph (Sjoke) Bemelmans (pachter).

1936 Verkoop aan de gemeente Berg via de burgemeester dhr. J.J.B.H. Goossens. Aanvankelijk wilde men de molen buiten bedrijf stellen en de molentak dempen om voorgoed verlost te zijn van alle problemen omtrent het onderhoud aan de bruggen. Onder druk van o.a. "het Limburgs Landschap" en de vereniging "De Hollandsche Molen" bleef de huidige toestand echter gehandhaafd. In de Tweede Wereldoorlog kon er zodoende toch nog (clandestien) gemalen worden. De combinatie brood en water waren in die tijd voor menigeen een grote uitkomst. Het is daarom passend om in dit verband de tekst bij het gevelkruisje aan de oostwand van het molenrad boven de voetgangersbrug te vermelden. Zolang het kruis de wereld siert, en wij er ook naar leven, zolang zal het brood en water geven. J.K.
Samenvatting4:

1949 Molenaar Bemelmans kocht de molen van de gemeente Berg en Terblijt. Opmerkelijk bij deze aankoop was dat de notariële akte tevens melding maakt van de eigendomsoverdracht en de onderhoudsplicht van de voetbrug over de molentak in het "Molenbroekvoetpad" (het zou mooi zijn als deze benaming middels een naambordje weer in ere hersteld zou worden!). In het molencomplex was reeds een klein cafeetje ingericht, maar de klandizie zocht toch steeds weer de keuken van de molen op om een biertje te drinken. Het keukentje groeide uit tot cafeetje, dat de naam “Waterval" meekreeg, maar iedereen sprak van "bie Melanie". Langzaam maar zeker werd de horecafunctie van de molen steeds belangrijker en kwam de molen op het tweede plan.

1955 Na het overlijden van Bemelmans werd het bedrijf voortgezet door zijn echtgenote Felicie Melanie Josephine (Melanie) Huynen in de vorm van een horecagelegenheid welke tot een grote trekpleister in het Geuldal zou uitgroeien. Echter in de avond van 29 maart 1962 was een tractor met heftruc bij het afdalen van de Geulhemerberg door zijn remmen geschoten en baande zich een weg door de dikke muren van de molen, waar het in de keuken tot stilstand kwam. De bestuurder kon nog tijdig van het voertuig springen. Er vielen wonderbaarlijk geen slachtoffers.

1966 Henricus Leonardus Joseph (Lei) Bemelmans, gehuwd met Mathilde Josephina Maria (Tilla) Brands, kocht de molen van zijn moeder en zuster. In datzelfde jaar veroorzaakte een abnormaal hoge waterstand in de maand december voor een overstroming in de wijde omgeving. Alle landerijen in het Molenbroek en zelfs het aangrenzende Franciscusoord kwamen onder water te staan.

In 1968 werden de lossluizen daarom verwijderd zodat het water van de Geul niet meer werd opgestuwd, maar door de lage waterstand kon het molenrad niet meer draaien en ondervond het uiterlijk van de molen schade.
Samenvatting5:
In 1974 werd een nieuwe molensluis aangebracht die door twee mannen synchroon omhoog moest worden gedraaid.

In 1981 konden de sluizen tenslotte elektrisch bediend worden. Ondertussen restaureerden Lei en Tilla de Geulhemermolen voortdurend. 's Zondags werd er aanvankelijk openluchtdansen georganiseerd, de zolders werden ingericht als slaapplaatsen en het cafe werd de ontmoetingsplaats voor arm en rijk. Door het slechte weer vielen de dansfestijnen echter vaak in het water, dus werden de oude schuren binnen het complex omgetoverd tot danszaal. Iedere zaterdag en zondag werd er gedanst en velen leerden elkaar in de Geulhemermolen kennen. Verder kunnen er tot op de dag van vandaag bruiloften, partijen, vergaderingen, recepties en personeelsfeesten in de sfeervolle zaal gevierd worden.

In 1988 werd tenslotte de geheel herstelde en opnieuw ingerichte oude watermolen feestelijk geopend. Rond het binnenwerk van de gerestaureerde watermolen was een sfeervol zaaltje gecreëerd en een cafeetje op de benedenverdieping.

1995 Herman Smeets (eigenaar), gehuwd met Lisette van Lijf. Onder hun leiding werd naast de cafe-restaurantfunctie ook het hotelgedeelte verder uitgebreid en verbeterd. Er kunnen momenteel veertig mensen overnachten.
2004 Leon en Frank Marting (eigenaars) zijn de nieuwe, jonge en energieke uitbaters van de horeca-accommodatie "De Geulhemermolen". De tweelingbroers zijn geboren in Tongeren en getogen in Wolder. De klandizie is in de loop der jaren wel veranderd. Van een echt dorpscafé is De Geulhemermolen veranderd in een pleisterplaats voor toeristen, fietsers en wandelaars. Naast de gebruikelijke verhuur van de feestzaal en de hotelkamers wordt er steeds meer aandacht besteed aan het culinaire aspect. Het is dan ook vaak dringen geblazen om een plekje te krijgen om te kunnen genieten van een gastvrij onthaal en het lekkere eten.
Samenvatting6:
Bronnen:
- Notariële akte van Verkoop en Koop, notaris Mostart, Gulpen 18 aug.1949.
- "Berg en Terblijt, van twee heerlijkheden naar een gemeente", V.Th.J. Claessens, A.H.H. Houben, H.L. Raeven, H.G. Schols, Valkenburg 1981, p. 246-252.
- "Houthems Verleden", H.J.J. Philippens, Eygelshoven 1983, p. 223
- "Kijk op Valkenburg", Jan Notten en Thijs Habets, Valkenburg 1984, p. 26
- "De watermolens van Valkenburg aan de Geul", M. Meerman, Kerkrade 1985, p. 231-270.
- "officiële opening van De Oude Watermolen", Het Land van Valkenburg, 10 maart 1988.
- "De molen van kasteel Schaloen en haar omgeving", Léon Willems, IVN-uitgave, Valkenburg 2002, p. 22
- "Nieuwe eigenaars, bekende gezichten", Dagblad de Limburger, 29 juli 2004. - www.geulhemermolen.nl
Geografische namen: