Uw zoekacties: WELKOM IN HOTEL VAN DE WEIJER (2, tevens slot) (1/3)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
WELKOM IN HOTEL VAN DE WEIJER (2, tevens slot) (1/3)
Datering:
2010
Titel:
WELKOM IN HOTEL VAN DE WEIJER (2, tevens slot) (1/3)
Auteur:
Ludy van de Weijer
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 17 (2010) nr. 1 (juni), p. 1-10
Samenvatting:
Waar was ik ook alweer gebleven? Herinnert u zich nog dat ik het eerste deel afsloot met de raadselachtige zin: "Nu duiken we onder, met de Bevrijding komen we terug."? Aanvankelijk speelde ik inderdaad met de gedachte om met de Bevrijding te vervolgen. Vanaf dat moment kan ik immers een beroep doen op mijn eigen herinneringen, hoe riskant dat soms ook is voor die eerste tijd na de oorlog, ik was amper vijf jaar oud. Bij nader inzien geef ik er toch de voorkeur aan ook deze episode in mijn verhaal te betrekken, al heeft de informatie over dit tijdvak misschien meer te maken met de wederwaardigheden van de familie Van de Weijer dan die van het hotel an sich.

Tweede Wereldoorlog
De eerste jaren van de oorlog ging in het hotel alles nog redelijk zijn gangetje, zij het dat de gasten hun eigen bonnen moesten meebrengen om boter, melk, kaas en vlees op tafel te krijgen. Naarmate de oorlog voortduurde en het gebrek aan alles toenam, werd de animo om naar Houthem te komen geringer. Het sinistere monotone gebrom van de squadrons bommenwerpers die in de latere oorlogsjaren over Zuid-Limburg richting Roergebied vlogen om daar hel en verdoemenis te brengen, kon de mensen uiteraard ook niet in vakantiesfeer brengen, integendeel. Om u een idee te geven hoe het er destijds in het openbaar vervoer aan toeging geef ik u een passage uit een brief van 27 juni 1943, waarin hotelgaste Stien den Haan verslag uitbrengt over het ongemak dat zij in de trein moest doorstaan op de terugreis van Houthem naar Rotterdam: "We waren verleden week precies op tijd hier (d.w.z. Rotterdam) aan het station. 't Was wel verbazend druk in de trein. Met z'n tienen op 8 zitplaatsen en daartussen in nog een stuk of 9 mensen (+ koffers) staan. En dan met die hitte de ramen dicht tussen Lage Zwaluwe en Dordrecht ! " Je moest er wat voor over hebben om met vakantie te gaan!
Samenvatting2:

Staasieberg
In het begin van de oorlog waren mijn ouders, na de nodige jaren buiten Limburg doorgebracht te hebben, neergestreken op de "Staasieberg" waar Huize Sonnenblinck, toen lang niet zo robuust als thans, net te huur werd aangeboden. In die tijd stonden daar maar twee huizen, beide bovenaan bij de over-weg. Tegenover ons woonde de familie Ubachs, bestaande uit drie kinderen in middelbare schoolleeftijd: Gerrit, Nettie en Rob(ert) en moeder, jarenlang "juffrouw" van de eerste klas aan de H. Gerlachusschool en door mij al spoedig "juffrouw mama" genoemd. Ik was er kind aan huis en wat was er dan meer voor de hand liggend dan "juffrouw mama"? Huize Sonnenblinck en het hotel werden al gauw met elkaar verbonden via een tuinpaadje, dat vanuit ons souterrain evenwijdig aan de "Staasieberg" liep en beneden bij het hotel aan de deur naar de cour uitkwam. Dit paadje werd intensief gebruikt en was zeker in de oorlogsjaren een ideale mogelijkheid om over en weer te kunnen buurten zonder je op straat te hoeven vertonen. Voor de familie Van de Weijer waren die jaren ook door privé-gebeurtenissen geen jaren om licht te vergeten. Nadat broer Addy in 1942 te Houthem was geboren, overleden een dik jaar later oma Annette, jarenlang de ziel van het hotel, en binnen twee maanden, op 24 januari 1944, mijn broertje Fonsje. Beiden liggen begraven in het familiegraf op het kerkhof te Houthem, waar later ook opa en Tante Anneke zijn bijgezet.

Bevrijding
In de loop van 1944 keerden de krijgskansen voor de Duitsers en trokken zij terug in de hoop zich te kunnen hergroeperen. Op maandag 4 september 1944 nam een staf van het Duitse Rode Kruis zijn intrek in de kelder van het hotel, waar enige dagen later ook een Duitse telefoonpost werd geïnstalleerd. Lang plezier hebben zij er niet van gehad.
Samenvatting3:
Zondag 17 september verschenen de eerste Amerikaanse tanks voor het hotel en werd Houthem bevrijd. Het hotel kwam redelijk ongeschonden uit de strijd: slechts twee treffers kreeg het te verduren, lezen we in Rob Ubachs’ "Houthem in de Frontlinie".De bevrijding mocht dan een feit zijn, de naweeën van de oorlog zouden zich nog lang doen gevoelen.

Inkwartiering
Van 12 november 1944 tot 18 februari 1945 zou de HQDet.-559th QMGroup (Headquarter Detachement van de 559 Quartermaster Group) van het Amerikaanse leger in het hotel ingekwartierd worden. Dit detachement ontbrak het, althans in mijn herinnering, aan niets. Als kleuter liep ik via het tuinpaadje het hotel in en uit en kreeg bij iedere passage wel wat toegestopt. Men waande mij al kettingroker op vijfjarige leeftijd! Maar de koek ging er inderdaad in als koek, hetgeen u nauwelijks zal verbazen. Ik herinner mij nog dat de verpakking en de kleur van chocolade en zeep nagenoeg hetzelfde was: nooit van mijn leven zal ik nog een stukje zeep in mijn mond steken, die vieze smaak is me altijd bijgebleven. Dat krijg je ervan als je stiekem een kartonnen doosje uit het dashboard van een legertruck pakt. Pikt. God strafte ook toen al onmiddellijk! Terwijl dit detachement in Houthem het oorlogsgeweld tijdelijk aan zich voorbij kon laten gaan, woedde even verderop, in de Ardennen, een hevige strijd. De Duitsers ondernamen een ultieme poging Antwerpen te heroveren. Veldmaarschalk Von Rundstedt en generaal Patton zijn voor de oudere garde namen, die voor altijd aan het Ardennenoffensief verbonden zullen blijven. Onder de ingekwartierden bevond zich ook een zwarte soldaat, gemakshalve "Blackie" genoemd. De integratie stond nog in de kinderschoenen en de "zwarte negers" werden doorgaans ingezet voor baantjes waar de blanken hun neus voor ophaalden. Nee, die werden in die tijd nog geen president van de Verenigde Staten. De functie van "mijn" Blackie was stoker, niet van onrust, maar gewoon van vuur.
Samenvatting4:
Hij zorgde er in die barre winter hoogstpersoonlijk voor dat het Amerikaanse leger op temperatuur bleef en dat de keuken zijn werk kon doen. Door zijn hartverwarmende inzet was Blackie even populair als de cornedbeef, het absolute culinaire hoogtepunt voor een leger te velde. Ook bij de twee Anneke’s kon hij geen kwaad doen en jaren na de oorlog werd Anneke van de Broeck nog wel eens gekscherend geplaagd met een ontluikende idylle met Blackie.

Adoptiegraven
In ieder geval hield Tante Anneke aan deze inkwartiering haar zwak voor de Amerikaanse militairen over. Toen enige tijd later een beroep op de bevolking in de regio werd gedaan om graven van Amerikaanse militairen op het kerkhof te Margraten te adopteren heeft zij zich daar niet lang over hoeven te bedenken. Misschien enigszins buiten het bestek van dit verhaal maar zeker waard geboekstaafd te worden is het feit dat wij na het overlijden van Tante Anneke correspondentie aantroffen met familieleden van twee geadopteerde militairen: soldaat Harold C. Herbst en luitenant-vlieger Kenneth W. Griffith. Eerstgenoemde sneuvelde op 22 maart 1945 en ligt begraven in vak K rij 4 graf 7. Voor zover bekend liet hij geen echtgenote of kinderen na. Wel bezocht zijn moeder zijn graf, waarschijnlijk in gezelschap van Tante Anneke, met wie zij in ieder geval samen op een foto staat, genomen op de kabelbaan te Valkenburg. Ook met de familie van de tweede geadopteerde, luitenant-vlieger Kenneth W. Griffith, werd jarenlang gecorrespondeerd, zelfs nog nadat zijn stoffelijk overschot was overgebracht naar de Verenigde Staten. Deze Kenneth W. Griffith, zo vonden we op internet, werd op 24 december 1944 door Duitse "flak" (luchtafweergeschut) uit de lucht gehaald aan het Bokerkanaal tussen Lippstadt en Paderborn (Noordrijn-Westfalen). Op de aangetroffen foto van diens weduwe lijkt hij wel met Doris Day getrouwd te zijn geweest.
Samenvatting5:

Naoorlogse tijd
In de eerste naoorlogse jaren kwam de hotellerie weer langzaam op stoom. Mede door het aanvankelijk nog moeizame internationale verkeer groeide het Geuldal uit tot een geliefde vakantiebestemming waar talloze hotels verrezen en campings voorlopig nog uit den boze waren. En degenen, die echt te klein behuisd waren om zelf een hotelletje of pension te beginnen, konden nog een extraatje verdienen door als "dependance" voor een hotel te fungeren. Een gulden (€ 0,45 !) per kamer per nacht leverde dat op, al moet men dat wel zien in relatie tot de volle pensionprijs die bij Tante Anneke in de eerste jaren na de oorlog in het hoogseizoen fl. 6,25 (ja bijna € 3,--) bedroeg, wacht even, fl. 6.50 (kwartje meer) voor de, laten we het maar de "bruidsuite" noemen . De plaatselijke middenstand voer er wel bij. Houthem kende, als ik me goed herinner, nog twee bakkers, twee slagers, een kruidenier, een kapper, een melkboer, een ijzerhandel, een fietsenhandel en een postkantoor. Plus een pastoor en een kapelaan. Iedere zaterdag biechten. Dat waren andere tijden! Houthem was selfsupporting.
Samenvatting6:

Vrouwenbolwerk
Na de oorlog waren het de vrouwen die in Hotel Van de Weijer de lakens gingen uitdelen. Letterlijk en figuurlijk. Opa Louis vond het wel goed zo: 77 jaar was hij intussen en zijn dochter Anneke, zo had hij allang gezien, was best in staat om de zaak voort te zetten. Hij wist haar bovendien gesteund door Anneke van de Broeck, die eind 1940 in dienst was genomen met haar tienjarige ervaring opgedaan in de keuken van het voormalige Maastrichtse ziekenhuis Calvarieberg. Een gouden greep, zoals al spoedig zou blijken. "Ik wil het eens proberen", had ze bij haar sollicitatie bescheiden opgemerkt, zo lezen we in Het Land van Valkenburg van 17 december 1965 als haar 25-jarig jubileum in het hotel uitvoerig belicht wordt. Hotel Van de Weijer mocht dan wat de exploitatie betreft een echt vrouwen-bolwerk zijn, dat wil niet zeggen dat de mannelijke leveranciers niet warm werden onthaald. Slager Ton Walschot en bakker Crutzen wisten met een kwinkslag het vrouwvolk wel te paaien. Bijzonder bedreven daarin was de legendarische Cor, chauffeur/bezorger van Peperkoek Franssen uit Maastricht, die de lachers al op zijn hand had voordat zijn bestelwagen tot stilstand was gekomen. In de schoolvakantietijd was hij vaak vergezeld van Louke, zoon van de baas, die zich in de keuken graag een flesje Hero liet aanleunen, Perl, Cassis of Sinas, naar meneer beliefde. Cor zelf stapelde intussen de koeken van Franssen op tafel als bracht hij staven goud in opdracht van De Nederlandsche Bank. Veel jonge vrouwen uit Houthem vonden in het seizoen emplooi in het hotel als serveuse of kamermeisje. Jarenlang keerden zij met veel plezier terug, de sfeer was er prima en "de juffrouw", zoals Tante Anneke werd betiteld, beschouwde het personeel als lid van de familie. Uit de jaren vlak na de oorlog herinner ik mij de namen van Agnes Ackermans, Marieke Erkens, Marie de Jong, Elly Gelissen en Marieke van de Broeck, zus van Anneke.

ZIE VERVOLG
Trefwoorden:
Geografische namen: