Uw zoekacties: L. VAASSENS, PAGTER TE VASSHARTELT ONDER MEERSEN (1/2)
Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
beacon
 
 
Artikel
L. VAASSENS, PAGTER TE VASSHARTELT ONDER MEERSEN (1/2)
Datering:
2011
Titel:
L. VAASSENS, PAGTER TE VASSHARTELT ONDER MEERSEN (1/2)
Auteur:
Laurentius Vaassens
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 18 (2011) nr. 1 (juni), p. 9-15
Samenvatting:
Eigenhandig geschreven door Laurentius Vaassens ; Getypt door J.J. van de Weijer (1) en bewerkt door Fons Heijnens

L: Vaassens gebooren te Hier en Kier in het jaar 1801 den 14 agustus (2) en meijn egtgenoot of meijn beminde vrouw gebooren in het jaar 1801 op mij avond, genamt Maria Helena Kuppers (3) en weij beijden seijn tot huwelijk over gegaan in het jaar 1825 op pinster mandaag in Hier. (4)

[In tegenstelling tot bovenstaande tekst, wordt vanaf hier - vanwege de leesbaarheid - een "aangepaste" schrijfwijze/spelling gehanteerd].

En van onze verwekte kinderen: (5)
Ten eerste: Anna Maria Vaassens geboren in Heer en Keer den 24 Februari 1827, de peter was grootvader Dominicus Vaassens, de meter Maria Kuypers.
Ten tweede: Gertrudis Gerlacha Vaassens geboren te Houthem den 21 Januari 1829, peter: Martin Kuypers, meter: Gertrudis Lemmerling (Lemmes?).
Ten derde: dochter Elisabeth Gerlacha Vaassens geboren te Houthem den 9 Januari 1832.
Ten vierde: dochter Maria Helena Vaasens geboren den 25 october 1834, overleden In ouderdom van 4 jaar te Houthem.
Ten vijfde: dochter Maria Katharina Vaassens geboren den 9 september 1837 in Houthem St.Gerlach en
(Ten zesde): P. Vaassens overleden in den ouderdom van 17 jaren in 1857 op het Gasthuis, onder Bemelen begraven. Peter: Vaassens van Scharn.
(Ten zevende): de jongste dochter, geboren den 27 juli 1840. Lena.
En onze voorouders: vader Dominikus Vaassens, overleden in den ouderdom van 87 jaren, 1842 in Heer en moeder Anna Maria Dreesens overleden in den ouderdom van 60 jaren, den 5 Januari 1825 in Heer.
En de voorouders van Maria Helena Kuypers: vader Mathijs Kuypers, overleden in den ouderdom van 62 jaren in 1818 te Schimmert en moeder overleden in den ouderdom van 52 jaren in 1822.
Moeder: Anna Maria Vrancken te Schimmert, haar moeder was 90 jaar oud geworden.

Van Peter en Meter
Van Mieke (Anna Maria), peter grootvader Dominicus Vaassens, meter: Maria Kuypers.
Samenvatting2:
Van Truke (Gertrudis), peter: Martinus Kuypers, meter: Maria Lemmes van Heer.
Van Lena (Maria Helena) overleden, peter: Bartholomeus Kuypers, meter: Isabella Vaassens.
Van Maria Catharina, peter: Servaas Vaassens en meter: Maria Catharina Lemmes.
Van Elisabeth, peter: Joannes Vaassens, meter: Elisabeth Kuypers. En de jongste dochter Lena, peter: Hendrikus Kerkhof en meter: Helena Lemmens van Haasdal.

Al deze kinderen zijn geboren in Houthem-St. Gerlach, in de kerk gedoopt behalve het oudste meisje in Heer.
En wij zijn woonachtig geweest te Houthem (6) en het smids-handwerk bedreven en landbouwer tegelijk. 25 jaar te Houthem, in 1826 begonnen en vertrokken naar Bemelen, Gasthuis en deze pachthoeve was ter grootte van 25 bunders tegen een pachtprijs van 110 een honderd en tien francs per bunder en bovendien nog een vet varken en 60 pond boter en 30 vaten aardappelen. Toen was een bunder oude maat van twintig groote roeden.
Van daar na verloop van zes jaren vertrokken naar Vaeshartelt naar een groote pachthoeve van 50 bunders, gepacht van den grootheer P. Regout voor een pachtprijs van honderd en vijftig francs. Dat was eenen hoogen pachtprijs en nochtans goed gewoond 15 jaren lang. Wel jaarlijks duizend francs overgemaakt. Nochtans veel ongelukken gehad onder de beesten. Deze schade onder de beesten is niet minder als drie duizend francs, maar toch weer een groot geluk bij het uitspannen, door de hooge prijzen van de beesten (als) nooit meer (is) geweest.
Samenvatting3:
Dit was een verkoop (volgens advertentie 697 en 8 Maart 1873 gehouden door notaris Kleuters te Meerssen) waarvan alle menschen zeiden dat het nooit een mensch gezien of gehoord had en (van) die menschen zouden het nooit meer zien.

Er waren drie paarden ieder van duizend francs. Er waren zeven van de beste koeien van doorgaans, de een meer en de ander minder, drie honderd gulden hollands. De menschen betaalden uit, met het kwijtgeld, met zeven honderd francs en de varkens vansgelijken. En het waren dan ook drie zwarte paarden en vijf en veertig stuks koebeesten en dertig stuks varkens, den hoogsten prijs honderd gulden hollands en den laagsten vijftien gulden, een van vijf zes weken oud.
Nu daar was dan bij begrepen hooi en stroo. Was dat geen groot geluk dat het een waarde was van tien duizend gulden hollands. 1873 geƫindigd.
En dit was acht en twintig bunders grasgewas en goed vet gevonden en (toch) was het eerste jaar slecht, door de hitte en de branning was alles verbrand. De beesten traden het gras in heksel. Toch kwam een natte oogstmaand (en) kwam nagras. Toch had men kunnen betalen. Toch dit was het kleinste getal van boter, maar drie duizend halve kilo's maar goede prijs, zoo tegen tachtig cent per halve kilo. Maar toch na verloop van twee a drie jaren, toen ging het beter, het getal van boter (werd) beter: vierduizend nog wel vierduizend en zeven honderd per jaar. Dit was dan het hoogste getal maar dan tegen zestig cent per halve kilo; nu gaat dit alles verminderen, alle jaren na onze verkoop op een goede koebeest met honderd francs. Drie jaren lang, tot dat die (prijzen) van zes honderd maar drie honderd waren.

Nu na dezen tijd gaat het weer veranderen, de paarden blijven nog hetzelfde prijzen, een goed paard 1000 francs. En binnen die 15 jaren op Vaeshartelt hadden wij (een) ongelukkig jaar gehad (en) wel het jaar 1870, alles bevroren, het koren (rogge) en de tarwe er was niets (over) gebleven.
Samenvatting4:
Uit nood heb ik oud koren en tarwe moeten zaaien, en goed gelukt, en oude boonen, en goed gelukt, zoodat (we) wel veel tegenspoed (hebben) gehad. Maar God zegende wederom. Nu gaan wij op onze rente leven.

In het jaar 1873 wederom naar Bemelen. Daar hebben wij de gelegenheid om God te dienen en te bedanken voor alle weldaden en ik zal hem dienen zoo hartelijk als het mijn krachten toelaten.
Wij werden al zoo oud en ik kan wel zoo schrijven omdat ik jaren lang heb verlangd om toch eens een pachthoeve of een woning te krijgen kort bij de kerk. En door den Godens wil, dunkt mij, dat ik ben gedreven (ge)worden (en) door den Geest Gods, gedurig naar ons geluk.
Het is wel te verwonderen (want) het eerste pachtten wij te Houthem te Sint Gerlach. Daar werden wij veroordeeld van (door) de nobers (buren), een eigenaar nog wel, (om) dat wij als vierde pachter kwamen, nadat er al 3 drie zijn verlopen uit dit huis en wat willen wij dan al in Godes naam beginnen (?). Die zijn van armoede verloopen. Daar waren wij dadelijk geklandeerd op mijn smederij en zoo veel verdiend dat wij na eenige jaren al met een landbouwerij aangingen bij de smederij te samen. Zoo ging het goed. Al een paard en later twee paarden. Dat was toch gelukkig geweest.
Toch wel tegenspoed gehad en toch 7 zeven kinderen getrokken en een gestorven en alle kinderen ziek geweest, ja ook moeder in gevaar van sterven. Ja ook een paard verspeeld ter waarde van 100 honderd Kroon. Ja, het was een bijzonder paard; toen zei men niet vijffrancs stuk toen waren het kronen, ter waarde van 100 kronen, toen waren de paarden niet duur.

Alweer in Godes naam naar de Gasthuishoeve. Alweer hetzelfde. Daar was den vorigen pachter ook verloopen en wij werden alweer geoordeeld.
Samenvatting5:
Maar wij hebben wel goed gewoond, wel meer als 3000 (drie) duizend francs overgemaakt op die zes jaren. Dat was schoon drie duizend op zes jaren maar het grootste ongeluk was onzen eenigen zoon te verliezen en toen op Vaeshartelt werden wij hetzelfde veroordeeld. Een ieder zegt daar zijn de pachters alle verloopen van armoede, wat zult gij dan daar verdienen.(?) Maar de menschen denken niet op (aan) de inrichting; daar waren overal reden (voor). Maar ik mag wel zoo zeggen en schrijven.
Zoo een matig en zuinig leven, ons geheel leven lang gedaan, sterk gewerkt, geen hoovaard, gebruik geen verkwisting van verteeren. Ja wel onze noodwendige kost en drank gebruikt.

Ja, nu zijn wij woonachtig te Bemelen op onze rust. Daar zijn wij, 75 jaar oud en nooit meer gezien of gehoord van eenen wind in de maand augustus met honderden boomen omgewaaid, ja wel huizen. 1875.
Ja, nu in het jaar 1876 in Maart wederom zoo eenen wind, nog erger dan het vorig jaar. Nu spreken wij niet van honderden wel duizenden boomen en zoo menig huis en daarbij nog een zeer groot water, zoo een water (was) in vele jaren (niet) zoo lang groot (hoog) geweest en veel schade gedaan. Nu hebben wij ondervonden dat het zeer goed is een gewijde kaars aan te steken, dat wordt van vele menschen geprezen. Daar waren wel in een gemeente zeven honderd boomen omgewaaid. Nog in deze zelfde jaren: van de pachter op genaamd Blankenberg onder Keer, deze was de overveger van alle pachters hier in den ganschen omstreek, van dezen werd maar gesproken, deze was gespannen van gerei voor den landbouw te bewerken, deze had machines van alle soorten; dorsch, zicht (maai), haksel, zaai, schoffel, plant, maai, zichtmachines, hetgeen wat een andere pachter niet kenden en op een keer had hij met duizenden schulden gemaakt, zelfs bankiers bedrogen misschien wel millioenen schulden gemaakt en op een vieze keer is de pachter bankroet en laat vrouw en kinderen hier zitten.
Samenvatting6:
Nu is de groote pachter in faillissement. Van Hooven (7) naar de weerlicht toe.

Noten
1. Getypt te Maastricht, 3 augustus 1976 van wege J.J. van de Weijer (1918-2001), kleinzoon van de oudste dochter.

2. Laurentius (Laurens) Vaassens, geboren te Heer en Keer 3-2-1801 (op bidprentje: in september 1801). Volgens het register: 14 Pluviose an 9 van de Franse Republiek. Omgerekend is dat 3-2-1801. Van beroep: hoefsmid. Overleden te Bemelen 15-2-1888. (Ouderdom 87 jaren en 5 maanden). Zoon van Dominicus Vaassens (geboren te Amby 16-10-1758, overleden te Heer 31-12-1840) en Joanna Maria Dreessens (geboren te Hoensbroek 8-9-1767 en overleden te Heer 24-5-1826).

3. Maria Helena (Helena) Kuijpers (Cuijpers), geboren te Schimmert 30-4-1801 (op bidprentje: 25-6-1801), overleden te Bemelen 9-8-1878. Dochter van Mathijs Kuypers (Mathieu Cuijpers), geboren te Schimmert 17-3-1754, overleden 28-7-1817 en Anna Maria Vrancken, overleden op 27-4-1823, dochter van Hendrik Vrancken, geboren te Beek 11-10-1739 te Geverik-Beek, overleden te Schimmert op 18-1-1800 en van Petronella Ruiters (dochter van Jan Ruiters en Anna Willems), overleden te Schimmert op 18-2-1826 in de ouderdom van 90 jaren.
4. Gehuwd 18-5-1825 te Heer.

5.
1. Anna Maria Vaassens (Vaessens), geb. Heer 24-2-1827 (op bidprentje: 27-2-1827), overl. Houthem 20-2-1907. Trouwde Joannes van de Weijer, geb. Meerssen 21-7-1828, overl. Houthem 2-11-1908. Landbouwers.
2. Gertrudis Gerlacha Vaassens, geb. Houthem 21-1-1829, overl. Itteren 4-1-1909. Trouwde Ludovicus Leenders, geb. 8-10-1818, overl. Itteren (kasteel Meerssenhoven) 16-10-1878. Geen kinderen.

ZIE VERVOLG
Geografische namen: