Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
Artikelen Collectie artikelen

Historische beeldvorming : het oorspronkelijk aanzien van de mergelgroeven in de zuidelijke hellingrand van het Geuldal tussen Houthem en Meerssen
Datering:
2005
Titel:
Historische beeldvorming : het oorspronkelijk aanzien van de mergelgroeven in de zuidelijke hellingrand van het Geuldal tussen Houthem en Meerssen
Auteur:
Jacquo Silvertant
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 12, nr. 2, december 2005, p. 6/15
Samenvatting:
Langs de zuidhelling van het Geuldal loopt evenwijdig met de Geul de oude wandelweg van Valkenburg naar Meerssen. Ter hoogte van Houthem komen de mergellagen in steeds steiler wordende rotswanden aan de oppervlakte. Hier heeft men van oudsher de onderaardse mergelgroeven gemaakt waarvan men ook tegenwoordig nog de vele ingangen kan zien. Toch is er veel verdwenen van het oorspronkelijke landschap waarin de groeven werden geopend. Vooral als gevolg van de dagbouwwinning van mergel in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn veel ingangen, maar ook veel groeven verdwenen. Lintontginning De meeste groeven die in de zuidelijke hellingrand tussen Houthem en Meerssen gelegen hebben, waren niet erg diep. De blokbrekers hebben hier voornamelijk zogenaamde lintontginningen gehad. Lintontginningen kenmerken zich door geringe diepte van de ontginning, een relatief groot aantal ingangen ten opzichte van de oppervlakte van de groeve en het feit dat ze de hellingrand horizontaal volgen. De ontginningen waren vaak incidenteel en kleinschalig, de steen van slechte kwaliteit en men kampte voortdurend met geologische storingen. Toch vormde dit blijkbaar geen belemmering voor de blokbrekers, er waren immers genoeg plaatsen waar men de schaarse winbare steen kon uithalen. Dit verklaart tevens waarom men liever enkele tientallen meters verderop in de helling een nieuwe ingang maakte dan dat men de bestaande groeve door een storing heen heuvelinwaarts uitbreidde. In de loop van de tijd groeiden zo de vele kleine boerengeriefgroeven uit tot grotere gangenstelsels (figuur 1). De groeven worden zo genoemd omdat er eigenlijk naar behoefte door plaatselijke boeren c.q. blokbrekers steen werd gewonnen en nooit echt voor grote bouwprojecten. De oorspronkelijke hellingrand Op oude foto's is goed te zien hoe de oorspronkelijke hellingrand er ooit moet hebben uitgezien. Opvallend is dat er ook al voor 1900 dagbouwwinning van mergel moet hebben plaatsgehad.
Samenvatting2:
Veel rotswanden vertonen gapende ingangen die op ontoegankelijke hoogte in de steile wanden liggen (figuur 2). Tenzij deze gaten ontstaan zijn doordat men van binnen naar buiten heeft gewerkt, moet men concluderen dat de helling in vroeger tijden een meer glooiend verloop had waardoor men in staat moet zijn geweest de bouwsteen via een karrenweg langs de helling omlaag te transporteren.
Zo een oorspronkelijke karrenweg is in de winter nog steeds te zien in de helling naar de Wolfdriesgroeve. Figuur 3 laat de nog kale helling zien rond 1900. Hier is de karrenweg duidelijk te onderscheiden en ook is goed te zien hoe de helling ooit in een glooiing richting de Geul liep. Op plaatsen waar de rivier van oudsher dichter bij de helling liep, zijn de mergelformaties meestal vrij komen te liggen en zijn ze tot steile grillige wanden weggeërodeerd. Hier liggen doorgaans ook geen groeven doordat het efficiënt transport van de stenen niet gerealiseerd kon worden (figuur 4). Efficiënt transport was de doorslaggevende factor om ergens een groeve te openen. Studentengroeve, Koepelgroeve en Bergske van Rosalie De eerste grote rotswand met groeveningangen langs de wandelweg tussen Houthem en Meerssen is die langs de Wolfdriesweg. Tegenwoordig bevindt zich hier ondergronds het partycentrum La Caverne de Geulhem. Het gangenstelsel is een lintontginning zoals die hierboven beschreven staat en die bestaat uit de ontginningen van de Studentengroeve, het Bergske van Rosalie en de Koepelgroeve. Op oude foto's van voor 1900 is goed te zien hoe de oorspronkelijke helling door ontginningsactiviteiten werd terug gezet. Dagbouwwinning van mergel vanaf omstreeks de Eerste Wereldoorlog heeft de helling zijn huidige aanzien gegeven. Van de oorspronkelijke helling rest tegenwoordig niets meer. Figuur 5 is zo een foto uit circa 1890.
Te zien zijn de vele ingangen van de lintontginning (A), de restanten van de oorspronkelijk glooiende helling (B) en een oude karrenweg waarlangs de blokken
Zo een oorspronkelijke karrenweg is in de winter nog steeds te zien in de helling naar de Wolfdriesgroeve. Figuur 3 laat de nog kale helling zien rond 1900. Hier is de karrenweg duidelijk te onderscheiden en ook is goed te zien hoe de helling ooit in een glooiing richting de Geul liep. Op plaatsen waar de rivier van oudsher dichter bij de helling liep, zijn de mergelformaties meestal vrij komen te liggen en zijn ze tot steile grillige wanden weggeërodeerd. Hier liggen doorgaans ook geen groeven doordat het efficiënt transport van de stenen niet gerealiseerd kon worden (figuur 4). Efficiënt transport was de doorslaggevende factor om ergens een groeve te openen. Studentengroeve, Koepelgroeve en Bergske van Rosalie De eerste grote rotswand met groeveningangen langs de wandelweg tussen Houthem en Meerssen is die langs de Wolfdriesweg. Tegenwoordig bevindt zich hier ondergronds het partycentrum La Caverne de Geulhem. Het gangenstelsel is een lintontginning zoals die hierboven beschreven staat en die bestaat uit de ontginningen van de Studentengroeve, het Bergske van Rosalie en de Koepelgroeve. Op oude foto's van voor 1900 is goed te zien hoe de oorspronkelijke helling door ontginningsactiviteiten werd terug gezet. Dagbouwwinning van mergel vanaf omstreeks de Eerste Wereldoorlog heeft de helling zijn huidige aanzien gegeven. Van de oorspronkelijke helling rest tegenwoordig niets meer. Figuur 5 is zo een foto uit circa 1890.
Te zien zijn de vele ingangen van de lintontginning (A), de restanten van de oorspronkelijk glooiende helling (B) en een oude karrenweg waarlangs de blokken
Samenvatting3:
vervoerd werden (C). Ook is er hier en daar losse mergel in dagbouw gewonnen (D). De Rotswoningen De meest ingrijpende verandering aan het oorspronkelijke landschap vond plaats daar waar voor de jaren dertig van de vorige eeuw de oude rotswoningen lagen (figuur 6). Al in vroeger tijden was daar de rotswand terug gezet als gevolg van dagbouwwinning van mergel. Hoog in de wand waren hier de ingangen naar onderaardse groeven te zien. Uitgaande van de resterende ontginningen achter het aangrenzende Somersplein vandaag de dag, kan met grote waarschijnlijkheid ervan uit gegaan worden dat de groeven in de wand met de rotswoningen van laat-middeleeuwse oorsprong waren. Winning van losse mergel Over de winning van losse mergel is eigenlijk concreet niet al te veel bekend. Vooral niet wanneer het gaat om het Geuldal. Bekend zijn de grootschalige winningen van losse mergel in het zuidelijk deel van de Sint Pietersberg. Deze ontginningen stammen uit de achttiende en negentiende eeuw, toen de vraag naar zuivere kalk groot was. Met de intrede van het industriële tijdperk ontdekte men allerlei procedés waarin mergelzand of losse kalk werd gebruikt. De meest revolutionaire vinding op landbouwtechnisch gebied in die periode was wel de uitvinding van de kunstmest in 1875. Hiermee viel de relatie tussen het beschikbare akkerland en de grootte van de veestapel weg. Het gemiddelde boerenbedrijf was voor de bemesting van het land afhankelijk van de hoeveelheid mest die het vee produceerde. Overbemesting met dierlijke mest had daarnaast een verzuring van de grond tot gevolg. De katalyserende werking van mergel op een zure ondergrond maakte dat het beschikbare akkerland toch continue bebouwd kon worden.
Het antwoord op de vraag of mergelzand voorafgaand aan de achttiende eeuw ondergronds of met name in dagbouw werd gewonnen, blijft onduidelijk. De winning van losse mergel heeft in Geulhem de gangenstelsels altijd al beïnvloed.
Het antwoord op de vraag of mergelzand voorafgaand aan de achttiende eeuw ondergronds of met name in dagbouw werd gewonnen, blijft onduidelijk. De winning van losse mergel heeft in Geulhem de gangenstelsels altijd al beïnvloed.
Samenvatting4:
De laatste grootschalige ontginning in de jaren dertig van de vorige eeuw werd voor veel groeven tussen Geulhem en Meerssen fataal. Door hun geringe diepte zijn de meeste bij het afgraven van de hellingen volledig verdwenen. Zo werd in 1938 een aanvang gemaakt met de afgraving van de 150 meter rotswand in Geulhem waarin zich de rotswoningen bevonden.
Vlaberggroeve
Tijdens dit onderzoek werd steeds meer duidelijk dat veel mergelgroeven in de in dit artikel beschreven rotswanden in twee niveaus ontgonnen zijn (figuur 7). Als gevolg van dagbouwwinning van mergel vanaf omstreeks de jaren dertig is aanvankelijk vooral het bovenste niveau afgegraven. In een aantal gevallen is het onderste niveau opgevuld geraakt met puin afkomstig van het afgraven van het bovenste niveau. De plaats waar dit tegenwoordig nog goed te zien is, ligt ter hoogte van de Bonsdalgroeve, ook wel Bronsdaelgroeve genaamd, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een reparatiewerkplaats voor vliegtuigmotoren lag van de Duitsers. De ingang achter de betonnen geraamten huisvestte vorige eeuw lang een champignonkwekerij (Dekkers en van Rennes). De motoren zou men laten proefdraaien in de holle weg bij de Slangenberg waar niet lang na de oorlog het grottenaquarium Aqua Fauna gevestigd was. Beide groeven zijn echter niet zo oud. De oorspronkelijk boven de Bonsdalgroeve gelegen Vlaberggroeve is dat wel en vormde ooit het bovenste niveau van de groeve die daar nog ter plekke aanwezig is. Het onderste niveau is afgegraven. Helaas is de ontginningsrichting van het bovenste niveau niet meer te achterhalen. Mogelijk werd ontgonnen vanuit een ingang aan de verderop gelegen holle weg die naar Berg leidt, maar ook boven de Bonsdalgroeve ligt een ingang van waaruit ontgonnen kan zijn.
Of de bovenste ontginning tegelijkertijd ontgonnen is met de onderste groeve is niet duidelijk.
De helling is inmiddels door allerlei activiteiten zover terug gezet dat ook van de oude karrenweg geen spoor meer te vinden is.
Vlaberggroeve
Tijdens dit onderzoek werd steeds meer duidelijk dat veel mergelgroeven in de in dit artikel beschreven rotswanden in twee niveaus ontgonnen zijn (figuur 7). Als gevolg van dagbouwwinning van mergel vanaf omstreeks de jaren dertig is aanvankelijk vooral het bovenste niveau afgegraven. In een aantal gevallen is het onderste niveau opgevuld geraakt met puin afkomstig van het afgraven van het bovenste niveau. De plaats waar dit tegenwoordig nog goed te zien is, ligt ter hoogte van de Bonsdalgroeve, ook wel Bronsdaelgroeve genaamd, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een reparatiewerkplaats voor vliegtuigmotoren lag van de Duitsers. De ingang achter de betonnen geraamten huisvestte vorige eeuw lang een champignonkwekerij (Dekkers en van Rennes). De motoren zou men laten proefdraaien in de holle weg bij de Slangenberg waar niet lang na de oorlog het grottenaquarium Aqua Fauna gevestigd was. Beide groeven zijn echter niet zo oud. De oorspronkelijk boven de Bonsdalgroeve gelegen Vlaberggroeve is dat wel en vormde ooit het bovenste niveau van de groeve die daar nog ter plekke aanwezig is. Het onderste niveau is afgegraven. Helaas is de ontginningsrichting van het bovenste niveau niet meer te achterhalen. Mogelijk werd ontgonnen vanuit een ingang aan de verderop gelegen holle weg die naar Berg leidt, maar ook boven de Bonsdalgroeve ligt een ingang van waaruit ontgonnen kan zijn.
Of de bovenste ontginning tegelijkertijd ontgonnen is met de onderste groeve is niet duidelijk.
De helling is inmiddels door allerlei activiteiten zover terug gezet dat ook van de oude karrenweg geen spoor meer te vinden is.
Samenvatting5:
Leraarsgroeve De Leraarsgroeve is de laatste rotswand tussen Houthem en Meerssen die hier besproken wordt. Het is niet helemaal duidelijk of de wand is terug gezet door winning in dagbouw. De oude karrenweg lijkt nog deels intact en geeft ook tegenwoordig nog toegang tot de groeve, hoewel het gebied om de groeve sterk door de moderne mergelindustrie is aangepast. Het is moeilijk om in dit gebied tegenwoordig een goed beeld te krijgen van het oorspronkelijke landschap. Overal op de hellingen waaronder de groeve zich uitstrekt is winningsafval en dekgrond gestort. Toch is het niet denkbeeldig dat ook hier de oorspronkelijke helling in een iets steilere glooiing verliep, zoals ook verderop richting Meerssen te zien is. Oude foto's bevestigen dit. Hierop is te zien dat de helling in ieder geval tot aan de jaren dertig nog grotendeels intact was. Weliswaar valt oude dagbouwwinning niet helemaal uit te sluiten, maar er is goed te zien dat tussen de Leraarsgroeve en de Ravengroeve een holle weg liep waarlangs de blokken ongetwijfeld naar beneden werden vervoerd. Het laat dus ook zien dat de huidige aanblik van de rotswand grotendeels ontstaan is als gevolg van moderne dagbouwwinning. De ontginningen van de Leraarsgroeve en Ravengroeve zijn waarschijnlijk op deze plaats aangezet omdat de mergel hier van nature heeft gedagzoomd. Men hoefde hier niet veel moeite te doen om de winbare mergellagen te bereiken.
De locatie en vooral oude foto’s ervan zijn juist zo interessant omdat de Leraarsgroeve en de directe omgeving ervan ons waarschijnlijk het beste beeld geven van het oorspronkelijke aanzien van de zuidhelling zoals die er, op de meeste plaatsen waar ooit groeven werden geopend, eeuwenlang heeft uitgezien.
Conclusie
Een aantal zaken zijn opvallend met betrekking tot de hierboven besproken gedeelten van de zuidhelling tussen Valkenburg en Meerssen.
De locatie en vooral oude foto’s ervan zijn juist zo interessant omdat de Leraarsgroeve en de directe omgeving ervan ons waarschijnlijk het beste beeld geven van het oorspronkelijke aanzien van de zuidhelling zoals die er, op de meeste plaatsen waar ooit groeven werden geopend, eeuwenlang heeft uitgezien.
Conclusie
Een aantal zaken zijn opvallend met betrekking tot de hierboven besproken gedeelten van de zuidhelling tussen Valkenburg en Meerssen.
Samenvatting6:
Het is duidelijk geworden dat het aanzien van de hellingen grotendeels beïnvloed is door steenwinningsactiviteiten in dagbouw, die reeds voor het jaar 1800 moeten hebben plaatsgehad. Vanaf de Eerste Wereldoorlog en op grotere schaal vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw werd de basis gelegd voor het huidige aanzien van de zuidhelling tussen Geulhem en Meerssen. In de meeste gevallen lagen de onderaardse mergelgroeven in twee niveaus boven elkaar. Vooral de bovenste laag is door moderne dagbouwontginning verdwenen. De moderne dagbouw was zo ingrijpend dat veel authentieke elementen van de laat-middeleeuwse ondergrondse mergelgroeven grotendeels of zelfs volledig zijn verdwenen. Bij het maken van een reconstructie van het oorspronkelijke landschap zijn dit factoren die de beeldvorming in belangrijke mate beïnvloeden. Oude foto's en veldwerk ter plaatse maken het mogelijk om toch die reconstructie te maken en een verantwoord beeld te krijgen van het historische gevormde landschap. Dit beeld kan helpen bij het vertalen van de huidige situatie in een historisch perspectief dat nodig is voor het op de juiste manier interpreteren van de laatst overgebleven authentieke elementen van de middeleeuwse bouwsteenwinning die nog kunnen worden aangetroffen.
Noten
1.Hageman, J. e.a., “Het Houbensbergske uitgelicht”, SOK-Mededelingen 41 Maastricht 2004) 8.
2.Wijngaarden, A., “De ondergrondse kalkgroeven van Zuid-Limburg”, Ons krijtland Zuid-Limburg 3 (Maastricht 1967) 25 zie ook: L.Walschot, Mergel gebroken (z.p. 2002) 257.
3.Ubachs, P., Handboek voor de geschiedenis van Limburg (Hilversum 2000) 415.
4.Silvertant, J., “De kennisoverdracht met betrekking tot de winning en toepassing van mergelbouwsteen in het Geuldal tijdens de late Middeleeuwen”, Historische en heemkundige studies in en rond het Geuldal. Jaarboek 2002 (Valkenburg a/d Geul 2002) 23-52.
5.Heijnens, F., ‘t Sjtegelke 7 (Houthem-St. Gerlach 1997) 9-14.
Noten
1.Hageman, J. e.a., “Het Houbensbergske uitgelicht”, SOK-Mededelingen 41 Maastricht 2004) 8.
2.Wijngaarden, A., “De ondergrondse kalkgroeven van Zuid-Limburg”, Ons krijtland Zuid-Limburg 3 (Maastricht 1967) 25 zie ook: L.Walschot, Mergel gebroken (z.p. 2002) 257.
3.Ubachs, P., Handboek voor de geschiedenis van Limburg (Hilversum 2000) 415.
4.Silvertant, J., “De kennisoverdracht met betrekking tot de winning en toepassing van mergelbouwsteen in het Geuldal tijdens de late Middeleeuwen”, Historische en heemkundige studies in en rond het Geuldal. Jaarboek 2002 (Valkenburg a/d Geul 2002) 23-52.
5.Heijnens, F., ‘t Sjtegelke 7 (Houthem-St. Gerlach 1997) 9-14.
Trefwoorden:
Organisatie: Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach
laatste wijziging 01-11-2024