Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
Artikelen Collectie artikelen

Die van Broekhem zijn niet van gisteren
Datering:
1976
Titel:
Die van Broekhem zijn niet van gisteren
Auteur:
J.N. [Jan G.M. Notten]
Titel tijdschrift:
Land van Valkenburg
Afleveringsnummer:
Land van Valkenburg, 23/7/1976
Samenvatting:
Mogelijk: Land van Valkenburg, 23/7/1971
-----------------------------------------------
Die van Broekhem zijn niet bepaald van vandaag of gisteren. Dat weet iedereen, die wel eens in een geschiedenisboek gebladerd heeft. Blijkens archeologische vondsten, voornamelijk in de vorige eeuw gedaan, zijn er al sporen van bewoning uit de eerste eeuwen van onze jaartelling, uit onze Romeinse tijd dus. De huidige Houthemerweg was in de romeinse tijd, uiteraard in de vorm van een grindpad, reeds een weg, door legers gebruikt, die van Marsna (Meerssen) kwam, in Broekhem het tracé van de huidige Cremerstraat volgde en ongeveer aan de huidige Steenstraat in Valkenburg samenkwam met de grote romeinse heerbaan, die Maastricht met Keulen verbond. (Zie b.v. Schurgers: Waar de brede stroom der Maas, bladz- 25).
Talloos zijn langs deze, niet grote, maar absoluut reeds in de romeinse tijd bestaand hebbende weg in Houthem Strabeek en Broekhem, benevens in het Ravensbosch de vondsten uit lang vervlogen tijden, toen de naam Broekhem nog niet bestond, maar er wel al mensen woonden. Boven aan de Cremerstraat, langs het spoor, vond men in 1864 een veertigtal graven van romeinse oorsprong.
Aan de bewerking van de grafurnen en aan de munten, die men vond (men vond de beeltenis van Domitianus, die keizer was van 81 tot 96 na Christus) kon men zien, dat deze begraafplaats dateerde uit de eerste eeuw van onze jaartelling. Het is vermoedelijk een begraafplaats voor arme mensen geweest. Later is deze plek geworden tot gerechtsplaats van de Heerlijkheid Houthem, waar de misdadigers dus werden opgehangen. De oude benaming van het stuk grond, dus ongeveer ten westen van het station, is dan ook de Galgendriesch. In vorige eeuwen werden misdadigers vaker opgehangen op plaatsen, waar vroegere heidense begraafplaatsen waren geweest.
-----------------------------------------------
Die van Broekhem zijn niet bepaald van vandaag of gisteren. Dat weet iedereen, die wel eens in een geschiedenisboek gebladerd heeft. Blijkens archeologische vondsten, voornamelijk in de vorige eeuw gedaan, zijn er al sporen van bewoning uit de eerste eeuwen van onze jaartelling, uit onze Romeinse tijd dus. De huidige Houthemerweg was in de romeinse tijd, uiteraard in de vorm van een grindpad, reeds een weg, door legers gebruikt, die van Marsna (Meerssen) kwam, in Broekhem het tracé van de huidige Cremerstraat volgde en ongeveer aan de huidige Steenstraat in Valkenburg samenkwam met de grote romeinse heerbaan, die Maastricht met Keulen verbond. (Zie b.v. Schurgers: Waar de brede stroom der Maas, bladz- 25).
Talloos zijn langs deze, niet grote, maar absoluut reeds in de romeinse tijd bestaand hebbende weg in Houthem Strabeek en Broekhem, benevens in het Ravensbosch de vondsten uit lang vervlogen tijden, toen de naam Broekhem nog niet bestond, maar er wel al mensen woonden. Boven aan de Cremerstraat, langs het spoor, vond men in 1864 een veertigtal graven van romeinse oorsprong.
Aan de bewerking van de grafurnen en aan de munten, die men vond (men vond de beeltenis van Domitianus, die keizer was van 81 tot 96 na Christus) kon men zien, dat deze begraafplaats dateerde uit de eerste eeuw van onze jaartelling. Het is vermoedelijk een begraafplaats voor arme mensen geweest. Later is deze plek geworden tot gerechtsplaats van de Heerlijkheid Houthem, waar de misdadigers dus werden opgehangen. De oude benaming van het stuk grond, dus ongeveer ten westen van het station, is dan ook de Galgendriesch. In vorige eeuwen werden misdadigers vaker opgehangen op plaatsen, waar vroegere heidense begraafplaatsen waren geweest.
Samenvatting2:
Misdadigers werden immers op ongewijde grond begraven.
Ook de benaming „Op de bedden" op het huis langs de Provinciale weg tussen de kerk en Bakkerij Huydts wijst op een oude begraafplaats. Het oude keltische woord bedo betekent graf. In het keltisch is bed synoniem van graf. Dat is ook in het woord hunnebed (graf van de hunnen) nog te zien.
Terug naar Broekhem. Iets eerder, namelijk in 1850, vond men langs de weg in Strabeek, nabij de Strabekerhof, een twaalftal urnen met romeinse munten. Een zeer belangrijke vondst deed de bekende archeoloog Dr. Beckers in 1938 in Strabeek op de hoek van de Beekstraat, waar nu de direktiegebouwen staan van de Provinciale Waterstaat. Hij vond er op twee meter diepte een tweetal skeletten, begraven met het gezicht naar het oosten. Gezien het feit, dat er romeins vaatwerk bij gevonden werd, dacht men natuurlijk aan overblijfselen uit de romeinse tijd.
Maar de Romeinen begroeven hun doden niet, doch verbrandden ze tot as. En dus was de konklusie gerechtvaardigd, dat dit christen-graven waren, maar wél uit zeer vroege romeinse tijd. Dit betekende, dat het voor de eerste keer was, dat men in limburg graven vond uit de romeinse periode, maar toch met christelijke aanduiding.
Het is ongeveer het eerste spoor van christendom uit onze limburgse geschiedschrijving, De Cremerstraat is ook blijkens zijn naam een zeer oud stuk weg. De naam komt in meer plaatsen voor en duidt erop, dat de weg in vroeger eeuwen werd gebruikt door marskramers (kremers, krièmersj) die naar de markt gingen.
De naam Broekhem stamt natuurlijk niet uit de romeinse tijd. Het is een samenstelling van Broek, dat is: moerassig stuk land, plus: hem, dat is hem, dus woonplaats, oord.
Ook de benaming „Op de bedden" op het huis langs de Provinciale weg tussen de kerk en Bakkerij Huydts wijst op een oude begraafplaats. Het oude keltische woord bedo betekent graf. In het keltisch is bed synoniem van graf. Dat is ook in het woord hunnebed (graf van de hunnen) nog te zien.
Terug naar Broekhem. Iets eerder, namelijk in 1850, vond men langs de weg in Strabeek, nabij de Strabekerhof, een twaalftal urnen met romeinse munten. Een zeer belangrijke vondst deed de bekende archeoloog Dr. Beckers in 1938 in Strabeek op de hoek van de Beekstraat, waar nu de direktiegebouwen staan van de Provinciale Waterstaat. Hij vond er op twee meter diepte een tweetal skeletten, begraven met het gezicht naar het oosten. Gezien het feit, dat er romeins vaatwerk bij gevonden werd, dacht men natuurlijk aan overblijfselen uit de romeinse tijd.
Maar de Romeinen begroeven hun doden niet, doch verbrandden ze tot as. En dus was de konklusie gerechtvaardigd, dat dit christen-graven waren, maar wél uit zeer vroege romeinse tijd. Dit betekende, dat het voor de eerste keer was, dat men in limburg graven vond uit de romeinse periode, maar toch met christelijke aanduiding.
Het is ongeveer het eerste spoor van christendom uit onze limburgse geschiedschrijving, De Cremerstraat is ook blijkens zijn naam een zeer oud stuk weg. De naam komt in meer plaatsen voor en duidt erop, dat de weg in vroeger eeuwen werd gebruikt door marskramers (kremers, krièmersj) die naar de markt gingen.
De naam Broekhem stamt natuurlijk niet uit de romeinse tijd. Het is een samenstelling van Broek, dat is: moerassig stuk land, plus: hem, dat is hem, dus woonplaats, oord.
Samenvatting3:
Broekhem betekent gewoon: oord in een nat stuk land. Deze vorming met heim is in de germaanse tijd veel voorkomend: zie Houthem: oord in het hout (bos), Geulhem: oord aan de Geul. Rothem: oord in het root, dat is afgebrand bos, gekultiveerd land.
Op de bekende kaart van Valkenburg en omgeving, getekend door ene Jacob van Deventer uit het jaar 1560, komt de naam Broekhem, of wat men in die tijd ook gezegd mag hebben, niet voor.
Wel tekent hij de Galgendriesch, waar nu ongeveer de Spoorlaan loopt (erg goed kun je zo iets op oude kaarten nooit zien) en ... huisjes langs de Houthemerweg, waar nu Broekhem ligt en bovendien een kapelletje op de hoek van de Cremerstraat, dus precies, waar er nu nog een staat.
Op de „Kaart van de Heerlyçkheid Valkenburg" uit ongeveer het jaar 1700, getekend te Amsterdam door Izaak Tirion, en dat is echt een heel nauwkeurige en officieel aandoende kaart, leest men Brouckem. Maar dan is Broekhem ook echt al een heel gehucht of woonkerntje, waar mensen wonen van allerlei slag. Want als in april 1774 tijdens een rechtszitting in het belgische Leuth een aantal Bokkerijders op de pijnbank gelegd worden en namen noemen van vrienden, die meegedaan hebben bij de overval in 1756 in de buurt van Stein in de boerderij van een zekere Walraven, dan noemen ze ook zo maar gewoon de naam van een zekere Wouter Meeuwisse uit Brookhem bij Valkenburg. (Zie het boekje van G. Ramaekers en Theo Pasing: De woeste avonturen van de Bokkerijders, Heerlen 1973, bladz. 94). Waarmee bewezen is, dat Broekhem wel degelijk ook zijn eigen Bokkeriider(s) heeft gehad.
Die van Broekhem zijn niet van vandaag of gisteren. En getuige Wouter Meeuwisse uit 1756 of daaromtrent, kennelijk ook altijd van alle markten thuis geweest.
Op de bekende kaart van Valkenburg en omgeving, getekend door ene Jacob van Deventer uit het jaar 1560, komt de naam Broekhem, of wat men in die tijd ook gezegd mag hebben, niet voor.
Wel tekent hij de Galgendriesch, waar nu ongeveer de Spoorlaan loopt (erg goed kun je zo iets op oude kaarten nooit zien) en ... huisjes langs de Houthemerweg, waar nu Broekhem ligt en bovendien een kapelletje op de hoek van de Cremerstraat, dus precies, waar er nu nog een staat.
Op de „Kaart van de Heerlyçkheid Valkenburg" uit ongeveer het jaar 1700, getekend te Amsterdam door Izaak Tirion, en dat is echt een heel nauwkeurige en officieel aandoende kaart, leest men Brouckem. Maar dan is Broekhem ook echt al een heel gehucht of woonkerntje, waar mensen wonen van allerlei slag. Want als in april 1774 tijdens een rechtszitting in het belgische Leuth een aantal Bokkerijders op de pijnbank gelegd worden en namen noemen van vrienden, die meegedaan hebben bij de overval in 1756 in de buurt van Stein in de boerderij van een zekere Walraven, dan noemen ze ook zo maar gewoon de naam van een zekere Wouter Meeuwisse uit Brookhem bij Valkenburg. (Zie het boekje van G. Ramaekers en Theo Pasing: De woeste avonturen van de Bokkerijders, Heerlen 1973, bladz. 94). Waarmee bewezen is, dat Broekhem wel degelijk ook zijn eigen Bokkeriider(s) heeft gehad.
Die van Broekhem zijn niet van vandaag of gisteren. En getuige Wouter Meeuwisse uit 1756 of daaromtrent, kennelijk ook altijd van alle markten thuis geweest.
Organisatie: Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach
laatste wijziging 01-11-2024