De invoering van het simultaneum leidde tot tal van verwikkelingen. In deze bijdrage beschrijft de auteur de consequenties hiervan voor het begraven van de overledenen, met name in de parochiekerken in Valkenburg en Houthem, en de maatregelen van de staatse overheid.

Op p. 95 een afbeelding van de grafsteen van schout Frans van Caldenborch en zijn vrouw Ida Damen, overleden op 1 juli 1666, resp. 12 juli 1667.
Bij de zeer ingrijpende verbouwing in 1926/1927 van de aloude Martinuskerk van Houthem tot kloosterkapel werd deze grafsteen aan de linkerzijde van het koor in de muur verticaal aangebracht.

Op p. 96 Fragment van de grafsteen van Frans en Ida Caldenborch-Daemen in de voormalige parochiekerk van de H. Martinus in Houthem.

Op p. 97 een beschrijving van de memorie van de graven in de parochiekerk van omstreeks 1719. In de Martinus parochiekerk waren daarin enkele vooraanstaande familieleden van het geslacht Wijnants begraven, zoals Goswinus Wijnants, in de Spaanse tijd schepen van Houthem, diens vrouw Anna Allart, overleden in 1660, en nog enkele familieleden die in 1654 en 1676 waren bijgezet. In de kerk was ook een grafkelder van de familie Habets, waaruit in de Spaanse tijd verschillende burgemeesters en ook enkele pastoors dan wel andere geestelijken zijn voortgekomen. Enkele namen van telgen uit deze familie waren gebeiteld in een grafsteen die er in 1686 was neergelegd. Tenslotte wordt er nog een grafkelder vermeld, waarop in 1667 een grafsteen was aangebracht met de namen van Frans van Caldenborch, overleden in 1666, en zijn vrouw Ida Damen, die hem een jaar later volgde. Zij waren gelieerd met Art Wijers en Geertrui Laca, die ook genoemd worden. In de kerk zijn nog meer graven geweest.