Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
Artikelen Collectie artikelen

HOUTHEM SINT GLIMLACH : HUMORISTISCH VOORDRACHTJE UIT 2007 (2 / SLOT) (1/2)
Datering:
2010
Titel:
HOUTHEM SINT GLIMLACH : HUMORISTISCH VOORDRACHTJE UIT 2007 (2 / SLOT) (1/2)
Auteur:
Mathieu Braeken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 17 (2010) nr. 2 (december), p. 26-30
Samenvatting:
Ruzie in sacristie
Pastoor Riga kon die moderne opvattingen en toenadering tot de mensen van kapelaan van Amstel niet waarderen. In de sacristie gaf dit regelmatig aanleiding tot pittige gesprekken. Omdat ze beiden meenden gelijk te hebben, liep dit gesprek meestal uit de hand. De stemmen werden steeds luider en zelfs hoorbaar tot voor in de kerk. Gelukkig werd er niet gevloekt en ontstond er ook geen handgemeen. Het eindigde: de uitslag was onbeslist. Maar pas op, Riga had nog iets achter de hand! Hij pakte de bonnet van Van Amstel, smeet hem op de grond en zei tegen de misdienaars: "Schop tegen de hoed!" Niemand deed ‘t.
Zangpedagoog
Kennen jullie de grootste zangpedagoog van Houthem nog? Nou, dat was kapelaan Flecken. De koster/organist Max Curfs speelde hem "Ita, missa est" drie maal voor. Kapelaan hoefde het maar na te zingen, maar het had niks geholpen. Ze zeiden dan ook van de kapelaan: "Die heeft het zingen dan ook niet uitgevonden!"
De missie in Houthem
Twee vreemde paters kwamen ons om de 4 jaar vertellen hoe ver wij afgedwaald waren. Zij zouden ons in een paar dagen weer op het rechte pad brengen. Een van de paters ging op de preekstoel staan en vertelde ons, met zeer luide stem, hoe slecht wij waren. Hij onderstreepte dit nog eens door met zijn vuisten heel hard op de preekstoel te slaan. Iedereen bibberde in de overvolle kerk, ik ook! Onder het bonken op de preekstoel keek ik naar de haarscheurtjes in het plafond. Ik dacht: hier moet je wat aan doen. Morgen leg je ‘m wat punaises bovenop de preekstoel. Mijn collega misdienaar Sjef zei: "Dat kun je beter niet doen, want als hij daar met zijn vuisten in slaat, dan kun je hem tot in Geulhem horen vloeken!" Ja, dit is natuurlijk ook niet goed voor het fresco plafond.
Pastoor Houben
En dan de pastoor die geen namen kon onthouden. In opdracht van architect Robert Ubaghs, in verband met een verbouwing, moest ik een gedeelte van de pastorie gaan opmeten.
Pastoor Riga kon die moderne opvattingen en toenadering tot de mensen van kapelaan van Amstel niet waarderen. In de sacristie gaf dit regelmatig aanleiding tot pittige gesprekken. Omdat ze beiden meenden gelijk te hebben, liep dit gesprek meestal uit de hand. De stemmen werden steeds luider en zelfs hoorbaar tot voor in de kerk. Gelukkig werd er niet gevloekt en ontstond er ook geen handgemeen. Het eindigde: de uitslag was onbeslist. Maar pas op, Riga had nog iets achter de hand! Hij pakte de bonnet van Van Amstel, smeet hem op de grond en zei tegen de misdienaars: "Schop tegen de hoed!" Niemand deed ‘t.
Zangpedagoog
Kennen jullie de grootste zangpedagoog van Houthem nog? Nou, dat was kapelaan Flecken. De koster/organist Max Curfs speelde hem "Ita, missa est" drie maal voor. Kapelaan hoefde het maar na te zingen, maar het had niks geholpen. Ze zeiden dan ook van de kapelaan: "Die heeft het zingen dan ook niet uitgevonden!"
De missie in Houthem
Twee vreemde paters kwamen ons om de 4 jaar vertellen hoe ver wij afgedwaald waren. Zij zouden ons in een paar dagen weer op het rechte pad brengen. Een van de paters ging op de preekstoel staan en vertelde ons, met zeer luide stem, hoe slecht wij waren. Hij onderstreepte dit nog eens door met zijn vuisten heel hard op de preekstoel te slaan. Iedereen bibberde in de overvolle kerk, ik ook! Onder het bonken op de preekstoel keek ik naar de haarscheurtjes in het plafond. Ik dacht: hier moet je wat aan doen. Morgen leg je ‘m wat punaises bovenop de preekstoel. Mijn collega misdienaar Sjef zei: "Dat kun je beter niet doen, want als hij daar met zijn vuisten in slaat, dan kun je hem tot in Geulhem horen vloeken!" Ja, dit is natuurlijk ook niet goed voor het fresco plafond.
Pastoor Houben
En dan de pastoor die geen namen kon onthouden. In opdracht van architect Robert Ubaghs, in verband met een verbouwing, moest ik een gedeelte van de pastorie gaan opmeten.
Samenvatting2:
Daar aangekomen stelde ik mij voor als Mathieu Braeken. Hij zei dat hij pastoor Houben was en vroeg of ik mijn naam nog eens wilde herhalen. Ik zei weer dat ik Braeken heette. Óók vertelde ik hem wie mijn vader was: "Väös Braeken". "O", zei hij, "die ken ik heel goed." Tijdens de opmeting zei hij: "Kijk eens hier mijnheer ……, hoe heet u ook alweer?" Ik zei: "Braeken." "Deze muur had ik graag zo en zo." Bij de volgende aanwijzing weer hetzelfde. "Mijnheer ……., hoe heet u ook alweer?" Ik zei weer: "Braeken." "Deze pilaar moet weg". Zo ging het een tijdje door. Toen alles opgemeten was zei ik: "Dag mijnheer pastoor, we gaan op kantoor alles uittekenen." Hij zei: "Dat is goed mijnheer ……, hoe heet u ook alweer?" Ik vond het schoon genoeg en zei: "Bemelmans." "Och ja", zei hij, "dat heeft u mij ook al eerder verteld. Dag mijnheer Bemelmans."
Burger
Vroeger werd tegen de pastoors heel hoog opgekeken. Nu niet meer, zeker niet in Houthem, Berg en Broekhem. Want daar is de pastoor maar een hele gewone burger.
HET HOUTHEM VAN ALLEDAG
De eerste klompenfabriek van Houthem
In 1942-43 kocht boer Jongen van een familielid het nodige gereedschap om klompen te maken. De prijs was een zak tarwe van 50 kilogram. Johan, de tweede van Jongen, kreeg stukken canada’s en wieje-hout en begon daar klompen van uit te snijden etc. Johan had daarin geen les gehad. Het begin was moeilijk maar na korte tijd maakte hij, naast al zijn andere werkzaamheden, tóch 7 paar klompen per dag. De eerste klompen waren voor de familie en toen was de straat aan de beurt.
Schoenen
In de oorlogstijd waren er haast geen schoenen te krijgen.
Burger
Vroeger werd tegen de pastoors heel hoog opgekeken. Nu niet meer, zeker niet in Houthem, Berg en Broekhem. Want daar is de pastoor maar een hele gewone burger.
HET HOUTHEM VAN ALLEDAG
De eerste klompenfabriek van Houthem
In 1942-43 kocht boer Jongen van een familielid het nodige gereedschap om klompen te maken. De prijs was een zak tarwe van 50 kilogram. Johan, de tweede van Jongen, kreeg stukken canada’s en wieje-hout en begon daar klompen van uit te snijden etc. Johan had daarin geen les gehad. Het begin was moeilijk maar na korte tijd maakte hij, naast al zijn andere werkzaamheden, tóch 7 paar klompen per dag. De eerste klompen waren voor de familie en toen was de straat aan de beurt.
Schoenen
In de oorlogstijd waren er haast geen schoenen te krijgen.
Samenvatting3:
Hier had men iets op gevonden; we gingen naar Bielders, Curfs of Soons. Hier moest je op een plankje gaan staan en hij ging met een potlood om de voet heen. Deze vorm zaagde hij uit, hij draaide de vorm om en tekende de andere voet die hij daarna ook uitzaagde. Dan werden er riempjes uit stukjes canvas gesneden, om de voet gedaan en met klompennageltjes in het vormpje/plankje geslagen. Als je moest rennen werden ze natuurlijk van tevoren uitgesmeten.
Klompen
Op de school, in ’42, kreeg men klompenbonnen. Deze klompen moesten we zelf gaan passen en halen in de winkel van Quaden, Berkelstraat in Valkenburg. Dit gebeurde gezamenlijk vanuit de school. We liepen via Geulhem, langs de Geul, naar Valkenburg. De meeste kinderen liepen op de zelfgemaakte riempjes-sandalen. Helemaal achteraan liep meester Rutten met een hamer en een glas klompennageltjes en losse riempjes. Hij had de handen vol werk!
Fietsbanden
Mijnheer De Oude Sjtiene kwam nog uit de oude carrosserietijd. Hij maakte toen gebogen onderdelen voor o.a. de oude T-Fordjes. Voor de enige, overgebleven fietsen waren geen banden te krijgen. Hij heeft toen houten banden gemaakt. Deze gingen naar de fietsenmaker en hij deed er dan weer canvas of rubberen lappen omheen. Er zijn enkelen van verkocht, het was geen groot succes. Het hout vervormde en er waren natuurlijk ook geen houten fietspompen te krijgen.
Klompen
Op de school, in ’42, kreeg men klompenbonnen. Deze klompen moesten we zelf gaan passen en halen in de winkel van Quaden, Berkelstraat in Valkenburg. Dit gebeurde gezamenlijk vanuit de school. We liepen via Geulhem, langs de Geul, naar Valkenburg. De meeste kinderen liepen op de zelfgemaakte riempjes-sandalen. Helemaal achteraan liep meester Rutten met een hamer en een glas klompennageltjes en losse riempjes. Hij had de handen vol werk!
Fietsbanden
Mijnheer De Oude Sjtiene kwam nog uit de oude carrosserietijd. Hij maakte toen gebogen onderdelen voor o.a. de oude T-Fordjes. Voor de enige, overgebleven fietsen waren geen banden te krijgen. Hij heeft toen houten banden gemaakt. Deze gingen naar de fietsenmaker en hij deed er dan weer canvas of rubberen lappen omheen. Er zijn enkelen van verkocht, het was geen groot succes. Het hout vervormde en er waren natuurlijk ook geen houten fietspompen te krijgen.
Samenvatting4:
Sinterklaas in Houthem
Het Sint Nicolaascomité ging een week lang collecteren door heel Houthem. Daarna gingen ze goedkope snoep en speelgoed kopen. De ouders konden een bonnetje komen halen voor hun kinderen van een door het comité vastgestelde leeftijd. Het eerste paard was een echte schimmel. De schimmel stierf en er was verder geen wit paard te vinden. De volgende paarden waren allemaal bruin, van bij Twan Brands. Aan de kinderen werd verteld dat het witte paard ziek was. Een andere keer vertelde men dat een stoute Zwarte Piet het wit paard bruin geschilderd had. Een mooie en drukke intocht, ik stond zelf aan de kant en hoorde een paar vrouwen tegen elkaar zeggen:" Kijk daar, Väös Braeken moet er natuurlijk ook weer bij zijn. Zonder hem gaat het ook niet. Zijn kinderen zullen wel weten wat ze krijgen." Alles ging goed, Sinterklaas weer naar Spanje, het paard terug naar Brands. De volgende dag ging de bel. Een moeder stond aan de deur: "Väös, neem mij niet kwalijk, is er geen pakje meer over? Ik heb vergeten bonnen te halen. De kinderen hebben dus niets gekregen en zitten thuis te huilen." Omdat er niets meer was moesten wij, de kinderen Braeken, de pakjes afgeven. De Vergaetmam ging met onze pakjes naar haar huilende kinderen. Ons werd iets anders beloofd, helaas nooit gekregen ….. De vergaetmam
Wielerklassieker 1948
In 1948, ik denk op een nationale feestdag, vond de enige wielerklassieker van Houthem plaats. Het parcours liep vanaf hotel Curfs-Couvreur, hotel Van de Weijer, hotel Van der Smissen, de kerk en het kapelke terug naar hotel Curfs-Couvreur. Er waren vele mondelinge inschrijvingen. Ze hadden Anneke van de Weijer als rondemiss gevraagd. Zij wilde niet: "Ik weet toch niet wie winnen gaat?" Na een felle strijd werd de sterke Giel Bemelmans de winnaar. Er vond een officiële huldiging plaats. De toenmalige burgemeester Hens sprak de winnaar lovend toe en overhandigde hem de prijzen.
Het Sint Nicolaascomité ging een week lang collecteren door heel Houthem. Daarna gingen ze goedkope snoep en speelgoed kopen. De ouders konden een bonnetje komen halen voor hun kinderen van een door het comité vastgestelde leeftijd. Het eerste paard was een echte schimmel. De schimmel stierf en er was verder geen wit paard te vinden. De volgende paarden waren allemaal bruin, van bij Twan Brands. Aan de kinderen werd verteld dat het witte paard ziek was. Een andere keer vertelde men dat een stoute Zwarte Piet het wit paard bruin geschilderd had. Een mooie en drukke intocht, ik stond zelf aan de kant en hoorde een paar vrouwen tegen elkaar zeggen:" Kijk daar, Väös Braeken moet er natuurlijk ook weer bij zijn. Zonder hem gaat het ook niet. Zijn kinderen zullen wel weten wat ze krijgen." Alles ging goed, Sinterklaas weer naar Spanje, het paard terug naar Brands. De volgende dag ging de bel. Een moeder stond aan de deur: "Väös, neem mij niet kwalijk, is er geen pakje meer over? Ik heb vergeten bonnen te halen. De kinderen hebben dus niets gekregen en zitten thuis te huilen." Omdat er niets meer was moesten wij, de kinderen Braeken, de pakjes afgeven. De Vergaetmam ging met onze pakjes naar haar huilende kinderen. Ons werd iets anders beloofd, helaas nooit gekregen ….. De vergaetmam
Wielerklassieker 1948
In 1948, ik denk op een nationale feestdag, vond de enige wielerklassieker van Houthem plaats. Het parcours liep vanaf hotel Curfs-Couvreur, hotel Van de Weijer, hotel Van der Smissen, de kerk en het kapelke terug naar hotel Curfs-Couvreur. Er waren vele mondelinge inschrijvingen. Ze hadden Anneke van de Weijer als rondemiss gevraagd. Zij wilde niet: "Ik weet toch niet wie winnen gaat?" Na een felle strijd werd de sterke Giel Bemelmans de winnaar. Er vond een officiële huldiging plaats. De toenmalige burgemeester Hens sprak de winnaar lovend toe en overhandigde hem de prijzen.
Samenvatting5:
Korte broek
In de gemeentelijke politieverordening van ’46-’47 stond dat het voor meisjes/vrouwen verboden was om in het openbaar in korte broek te verschijnen. Als je door de politie op heterdaad werd betrapt (blote knieën) dan kreeg je meestal 2 kansen: vlug een rokje aantrekken of een proces-verbaal aan de vot. Over wat sommige doorzichtige en half-blote meisjes nu aanhebben zal ik maar zwijgen. Dat is ‘string’ persoonlijk.
Het verenigingsleven
Eind jaren ’40 - begin ’50 begon het verenigingsleven weer op te bloeien. Er kwamen nieuwe verenigingen bij. We hadden te weinig sportvelden. Een vereniging werd zelfs zó groot dat het repetitielokaal te klein werd. Maar daar weten ze in Houthem wel raad mee: ze richten gewoon een tweede muziekvereniging op.
De Flup
Het hoofd van de school, de Flup, zat vierkantig op de fiets met een snelheid van 3½ kilometer per uur. De fiets spoorde niet. De wielen wezen beide een andere kant uit. Als hij afstapte bleef de fiets uit zichzelf staan. Wisten jullie trouwens dat de meester heel behoorlijk kon tennissen? Vooral in slow-motions was hij heel goed.
In de gemeentelijke politieverordening van ’46-’47 stond dat het voor meisjes/vrouwen verboden was om in het openbaar in korte broek te verschijnen. Als je door de politie op heterdaad werd betrapt (blote knieën) dan kreeg je meestal 2 kansen: vlug een rokje aantrekken of een proces-verbaal aan de vot. Over wat sommige doorzichtige en half-blote meisjes nu aanhebben zal ik maar zwijgen. Dat is ‘string’ persoonlijk.
Het verenigingsleven
Eind jaren ’40 - begin ’50 begon het verenigingsleven weer op te bloeien. Er kwamen nieuwe verenigingen bij. We hadden te weinig sportvelden. Een vereniging werd zelfs zó groot dat het repetitielokaal te klein werd. Maar daar weten ze in Houthem wel raad mee: ze richten gewoon een tweede muziekvereniging op.
De Flup
Het hoofd van de school, de Flup, zat vierkantig op de fiets met een snelheid van 3½ kilometer per uur. De fiets spoorde niet. De wielen wezen beide een andere kant uit. Als hij afstapte bleef de fiets uit zichzelf staan. Wisten jullie trouwens dat de meester heel behoorlijk kon tennissen? Vooral in slow-motions was hij heel goed.
Samenvatting6:
De sterke Van der Vloet
De sterke veldwachter Van der Vloet kwam scheldend op de fiets de weg opgereden. Wij hoorden hem zeggen: "Die twee kunnen ook niets, moeten ze me daarvoor laten komen." Wat was het geval: op kasteel Erens in Strabeek hadden ze een inbreker opgesloten. Ze waren met twee politieagenten en kregen de zich hevig verzettende inbreker niet gevangen. Daarom lieten ze dus Van der Vloet komen. Na tien minuten kwamen ze de weg weer afgelopen, Van der Vloet voorop, met de intussen weer gekalmeerde inbreker aan of onder de arm. Daarachter liep een van de agenten met aan iedere hand een fiets, zijn eigen fiets en die van Van der Vloet. Daarachter liep de tweede agent, óók met aan iedere hand een fiets: zijn eigen fiets en die van de inbreker. Waar de mensen buiten stonden begon de inbreker te jammeren en te krijsen. Hoe dat kwam wisten wij natuurlijk ook niet. En zo ging de optocht richting cachot.
De Luikel
De Luikel was een zeer bekende persoon in Houthem. Deze goede man was een beetje doof. Hij runde het café "De Drie Koningen". Dit café was tevens het repetitielokaal van de harmonie. De harmonie begon altijd met een stevige mars. Meteen na de mars kwam De Luikel vanaf de naastgelegen woonkamer doorgelopen en vroeg: "Wanneer beginnen jullie nu eindelijk eens te spelen?"
ZIE VERVOLG
De sterke veldwachter Van der Vloet kwam scheldend op de fiets de weg opgereden. Wij hoorden hem zeggen: "Die twee kunnen ook niets, moeten ze me daarvoor laten komen." Wat was het geval: op kasteel Erens in Strabeek hadden ze een inbreker opgesloten. Ze waren met twee politieagenten en kregen de zich hevig verzettende inbreker niet gevangen. Daarom lieten ze dus Van der Vloet komen. Na tien minuten kwamen ze de weg weer afgelopen, Van der Vloet voorop, met de intussen weer gekalmeerde inbreker aan of onder de arm. Daarachter liep een van de agenten met aan iedere hand een fiets, zijn eigen fiets en die van Van der Vloet. Daarachter liep de tweede agent, óók met aan iedere hand een fiets: zijn eigen fiets en die van de inbreker. Waar de mensen buiten stonden begon de inbreker te jammeren en te krijsen. Hoe dat kwam wisten wij natuurlijk ook niet. En zo ging de optocht richting cachot.
De Luikel
De Luikel was een zeer bekende persoon in Houthem. Deze goede man was een beetje doof. Hij runde het café "De Drie Koningen". Dit café was tevens het repetitielokaal van de harmonie. De harmonie begon altijd met een stevige mars. Meteen na de mars kwam De Luikel vanaf de naastgelegen woonkamer doorgelopen en vroeg: "Wanneer beginnen jullie nu eindelijk eens te spelen?"
ZIE VERVOLG
Geografische namen:
Organisatie: Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach
laatste wijziging 01-11-2024