Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Schrijfster Marie Koenen overleden
Datering:
2002
Titel:
Schrijfster Marie Koenen overleden
Auteur:
Adri Gorissen
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 23/1/2002
Samenvatting:
Ze moest eens kunnen zien wat er van haar Limburg is geworden.
Het Limburg dat ze beschreef in boeken als De Moeder, De Korrel in de Voor en Wassend Graan. Het Limburg waarvan de bevolking nog voornamelijk bestond uit eenvoudige boeren, waarin het landschap nog vrijwel niet geschonden was door de industrie en waarin God het nog echt voor het zeggen had. In het Limburg van nu zou Marie Koenen beslist niet willen wonen en schrijven zou ze er zeker niet over. Schrijfster Marie Koenen, geboren op 19 januari 1879 in Den Bosch, bracht het grootste deel van haar leven in Limburg door. Op haar tweede kwam ze met haar vader - de leraar en woordenboekenmaker Mathijs Koenen - en moeder mee naar Maastricht. Daar bleef ze wonen tot aan haar huwelijk met collega-schrijver Felix Rutten op 22 februari 1919. Met hem vestigde ze zich in Geulle. Hun huwelijk werd echter geen succes, reden waarom ze hem in 1926 verliet. Daarna volgde voor de schrijfster een periode van zwerven, die eigenlijk pas eindigde toen ze zich in 1949 in Meerssen en een jaar later in Houthem-St.-Gerlach neerliet. Daar leefde en werkte ze tot haar dood. Op 11 juli 1959 overleed ze in het ziekenhuis van Maastricht. Van haar tachtig levensjaren bracht ze er vijfenvijftig in Limburg door. Geen wonder dus dat de provincie zo vaak voorkwam in haar romans, verhalen, gedichten en journalistieke werk. Al veel van haar eerste verhalen - ze debuteerde in 1900 in de Katholieke Illustratie met het verhaal Tot inkeer gekomen - hadden het heuvelland of de omgeving van Maastricht als decor. Het waren verhalen als Sint Marcoensberg, De klok van Meldaert en Het höfke.
Samenvatting2:
De meeste van haar vroegste verhalen verschenen in het blad Van Onzen Tijd, dat zich tot doel had gesteld een echte rooms-katholieke literatuur te bevorderen. Het roomsche volksdeel was toen nog in een emancipatiestrijd met de protestanten verwikkeld en bouwde hard aan een eigen zuil. Die emancipatiegedachte sprak Koenen heel erg aan en ze wilde maar wat graag mee werken aan wat zij het opbouwen van "een eigentijdsche kunst voor God" noemde. Het was ook de reden waarom zij zich vanaf 1917 verbond aan het tijdschrift De Beiaard, dat nog nadrukkelijker streed voor een eigen katholieke literatuur. Zij leverde aan het blad haar boek De Moeder, een in boekvorm uiterst succesrijk werk dat lange tijd gezien zou worden als de eerste echt katholieke roman in de Nederlandse letteren. Op De Moeder volgden tal van andere succesvolle romans als De Andere, De Wilde Jager, Het Koninkje en De Korrel in de Voor. Met die boeken - maar ook met het andere werk uit haar ongekend omvangrijke oeuvre - bereikte zij een groot publiek. Koenen was zeker in de tijd tussen de twee wereldoorlogen een bestsellerauteur. Zeg maar de Connie Palmen van haar tijd. Direct na de Tweede Wereldoorlog leek het alsof er een nieuwe bloeiperiode voor haar aanbrak. Haar roman Wassend Graan deed het goed bij de lezers, ze kreeg in 1948 van de katholieke uitgevers en boekhandelaren de Br.......
Trefwoorden:
Geografische namen: