Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: toerismex
beacon
142  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Wederopbouw in Broekhem
Datering:
2023
Titel:
Wederopbouw in Broekhem
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
Jaarboek Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal
Afleveringsnummer:
Jaarboek Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal, 2022-2023, p. 22-41
Samenvatting:
De Wederopbouw vraagt na de Tweede Wereldoorlog veel inspiratie en kracht van de toenmalige bevolking. Er moet veel werk worden verzet om te herrijzen. Hij kiest in zijn artikel voor Broekhem als een voorbeeld voor de vele dorpen in onze omgeving. Hij beschrijft hoe verenigingen nieuw leven wordt ingeblazen, het ontstaan van nieuwe verenigingen, de introductie van nieuwe materialen en apparaten, de opkomst van vakanties en het toerisme. Hij beschrijft de groei van Broekhem tot een moderne gemeenschap.
 
 
 
 
 
Artikel
Vervanging oude A.N.W.B.-infoborden
Datering:
2019
Titel:
Vervanging oude A.N.W.B.-infoborden
Auteur:
Fons Winteraeken
Foto's door:
Gemeente Valkenburg aan de Geul
Titel tijdschrift:
www.tvvalkenburg.tv
Afleveringsnummer:
www.tvvalkenburg.tv, 17/5/2019
Samenvatting:
De komende tijd worden 34 infoborden uit de jaren ’90 op Rijksmonumenten vervangen. Op sommige borden klopt de tekst niet meer of is de kleur van het bord verschoten en moeilijk leesbaar. Dit is meermaals aangekaart door leden van Heemkundevereniging Schin op Geul en plaatselijk amateur-historicus Jan Diederen.

Nieuwe borden met nieuwe lay-out
De nieuwe infoborden geven een kwaliteitsimpuls aan de uitstraling van de monumenten en de openbare ruimte. Het project wordt deels gefinancierd door gemeentelijk budget en deels door de Kunst en Cultuurraad. De totale kosten voor de aanschaf van 34 borden zijn € 5.583. Van genoemd bedrag betalen de gemeente en de Kunst en Cultuurraad een evenredig deel (€ 2.791,50).

Doel
Doel van het project is om toeristen en inwoners juiste en interessante informatie te verschaffen over de historische waarden van Valkenburg aan de Geul. Op deze manier worden eigen inwoners ‘toerist in eigen gemeente’. Samen met de toeristen kunnen de eigen inwoners de ‘Rijksmonumenten Route’ wandelen of fietsen.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Zuid-Limburg haakt in op groei bezinningstoerisme : Pelgrims
Datering:
2019
Titel:
Zuid-Limburg haakt in op groei bezinningstoerisme : Pelgrims
Auteur:
René Willems
Foto's door:
Johannes Timmermans
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 10/4/2019
Samenvatting:
Organisaties die betrokken zijn bij de pelgrimsroute naar Santiago ontmoeten elkaar deze week in Zuid-Limburg. Samen bekijken ze hoe ze het bezinningstoerisme verder kunnen stimuleren. De VVV doet ijverig mee.

Kasteelheer Camille Oostwegel heeft achter de kerk van Houthem een kleine refugio ingericht. Pelgrims die op weg zijn naar Santiago kunnen daar voor vijf euro overnachten. „En dan krijgen ze van mij ook nog een kop soep”, zegt Oostwegel lachend.

Wie meer wil, moet betalen. ­Tenzij ze niks meer in hun por­temonnee hebben, benadrukt Oostwegel. „Dan mogen ze in de keuken met onze koks mee-eten.” Maar dat gebeurt volgens hem nooit. „De meeste pelgrims zoeken toch wat meer luxe en hebben daar ook geld voor over.”

Dat is ook de reden dat de VVV Zuid-Limburg zich heeft aangesloten bij de Europese organisatie van Santiago-groeperingen. Deze week ontvangt VVV-directeur Anya Niewierra delegaties uit heel Europa voor de jaarlijkse Saint James Way-conferentie in haar eigen Valkenburg.

Aan de echte pelgrims op de ­camino - de legendarische route naar het graf van apostel Jacobus de Meerdere in Santiago de ­Compostela - verdien je weinig, erkent Niewierra. Die leven ­sober, nemen genoegen met een eenvoudige slaapplaats en eten onderweg wat de pot schaft.

Maar de pelgrimsroute naar Santiago trekt ook steeds meer mensen die zich een paar dagen willen terugtrekken uit het hectische ­leven van alledag. Die zoeken rust, maar kiezen daarbij wel voor een goed hotel met een prima restaurant.

Het heeft ergens iets dubbels: profiteren van pelgrims die op zoek zijn naar bezinning. Dat klopt, zegt Isaias Calvo de la Uz, de vertegenwoordiger van de regio rond Santiago. „Maar pelgrims willen eten, drinken, een souvenir kopen. Wij dringen ­niemand iets op, ze vragen daar zelf om.”
Samenvatting2:
Het arme Galicië vaart er in elk geval wel bij, geeft Calvo de la Uz toe. „In 1987 werden de namen van pelgrims die naar Santiago kwamen nog één voor één afgeroepen in onze kathedraal. Nu zijn dat er al 327.000 per jaar. Een groot deel van onze bevolking leeft daarvan.”

Het geldt ook voor andere regio’s die langs een van de grote ­Europese routes naar Santiago liggen.

Aan de bijeenkomst in Zuid-Limburg nemen delegaties uit Litouwen, Polen, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal deel.

En uit Limburg zelf. Van die groeiende markt kan de regio ­zeker profiteren, verwacht Niewierra. „Pal langs ons stuk van de camino liggen prachtige plekjes vol religieus erfgoed. Ik ben ervan overtuigd dat we daarmee een nieuwe toeristische doelgroep kunnen bedienen.”
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Canapé engelen
Datering:
2018
Titel:
Canapé engelen
Auteur:
Lou Bastiaens
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 26 (2018) nr. 5 (12 mei), p. 1,2,3
Samenvatting:
Op het moment dat dit artikel geschreven wordt, vindt in het Suermondt-Ludwig-Museum te Aken een indrukwekkende overzichtstentoonstelling plaats van één van de grootste privé kunstverzamelingen in West-Europa en wel die van de Akense industrieel en bankier Barthold Suermondt (1818-1887).

De welgestelde Duitse familie Suermondt had ook een Nederlandse tak, die woonachtig was in de chique residentiestad Den Haag. Voor adellijke vrouwen niet altijd een pretje! Verzekerd van welvaart, dat zeker, maar niet altijd van welzijn! "Vrouwen, behoeftiger dan de armen, omdat zij van de jeugd af aan gewoon zijn aan zekere weelde en gemak en bovenal zooveel te lijden hebben door het streng gebod: fatsoen," aldus de circulaire "Landgenooten," een publicatie uit 1871 uitgegeven door het hoofdbestuur van 'Arbeid Adelt."
In de tweede helft van de 19e eeuw behoorde het leven van een vrouw uit de hogere klasse, zoals die van de Suermondts, gevuld te zijn met het leiding geven aan het huishouden, pianospelen, lezen, borduren, visites ontvangen, de kerk bezoeken en soms wat filantropisch werk. Wie ooit het virtuoos meesterwerk van Louis Couperus over de Haagse "Eline Vere," gelezen heeft, weet, hoe moeilijk het was voor een meisje van stand, zich aan te passen aan het 'banale" leven van alledag. Als iets een echte beschaafde dame kenmerkte, dan was het dat ze geen betaalde arbeid verrichtte. Niet iedere beschaafde dame was dat echter gegund. "Beschaafde vrouwen" hadden aan het einde van de 19e eeuw, in tegenstelling tot "beschaafde mannen" nauwelijks beroepsmogelijkheden. De communis opinie, over het verplichte thuiszitten van deze "canapé-engelen" begon echter langzaamaan te veranderen.
Er werd in deze kringen toen nagedacht om het lot van een onvermogende vrouw, uit de beschaafde stand, te verbeteren door aanmoediging en bevordering van haar kunst- en arbeidszin. Betrekkingen, die passend "vrouwelijk" werden geacht, zoals kinderjuffrouw of onderwijzeres, werden steeds meer toegestaan.
Samenvatting2:
Zolang hun activiteiten maar "beschaafd" bleven, werd hen een grotere bewegingsruimte toegestaan, dat gold zelfs voor zelfstandig gemaakte uitstapjes en reizen. Strijdbare freules zoals Elisabeth Suermondt en Betsy Perk reageerden adequaat op hun ongewenste "canapé situatie" door als welgestelde dames initiatief te nemen voor 'Arbeid Adelt," de eerste Nederlandse vereniging die zich openlijk en structureel inzette om betaalde arbeid van beschaafde vrouwen te steunen en te ontwikkelen.
Met haar handjes in de zij was de "goedgebekte" Haagse freule Elisabeth Suermondt een fervent reizigster en feministe. Ze had een duidelijke opinie over de maatschappelijke toestand van adellijke vrouwen, die ze met een prachtig geschreven koordschrilt in haar kostelijk dagboekje tot uitdrukking bracht. Uiteraard in het Frans, zoals dat in chique kringen gebruikelijk was. Ze bezocht de toen nog zelfstandige gemeente Houthem-St. Gerlach in 1892 in navolging van de Delftse Betsy Perk, die al in 1873 ons dorp en Valkenburg voor langere tijd bezocht. Elisabeth logeerde 'tot haar grote spijt" in het voormalige toen pas geopende en voor die tijd moderne hotel Curfs-Couvreur, dat aan de in 2018 nog steeds bestaande open waranda een "ware" begroeiing van wijnranden had. Als dame van stand liet zij duidelijk blijken niet erg gecharmeerd te zijn van het hotel en de dorpsbewoners.
Men moet het Frans kunnen beheersen om met haar briljant geschreven proza kennis te maken. Zeer smakelijk geformuleerd in een grammaticaal zuivere schrijfstijl, zoals dat in deze kringen in de 19e eeuw gebruikelijk was. Een te letterlijke vertaling in het Nederlands zou afbreuk doen aan een juiste sfeerbeleving, die zij door haar adellijke bril beschouwend en beoordelend onderging. Daarom een poging om in een iets vrijere vertaling de juist noodzakelijke sfeer van Houthem-St. Gerlach rond 1890 op te roepen.
Samenvatting3:
"De meeste dorpelingen zijn getekend door een langdurig gebrek, een verwaarloosde wond, een schamel gebit, met ertussen gezichten die nog de glans van de jeugd hebben, opgebeurd uit de zedelijke verbastering, waar zij door hun armoede in terechtgekomen zijn"
Haar kamer in hotel Curfs-Couvreur heeft 1 wastobbe, 1 zeepbak en 2 handdoeken:' welk "wordt afgerond met 1 spiegel:' zodat zijzelf haar "betamelijke en behaaglijke voorkomen kan controleren:' Het diner blijkt ook al niet van culinaire topkwaliteit en zelfs over de aangeboden wijn is zij niet te spreken, want, en nu onvertaald; "ce n'est pas une appellation Sanct Gerlac Grand Cru Controlée!"
Ze maakt haar beleefdheidsopwachting bij de al verarmde adellijke familie Corneli, woonachtig in het "reeds vervallen manoir" (een adellijke woonvorm, die het midden houdt tussen een boerderij en kasteel), dat "vastgekluisterd lijkt' aan de kerk. Zowel mevrouw Corneli als freule Suermondt blijken heel wat noten op hun zang te hebben. Mevrouw Corneli beklaagt zich over een conflict met pastoor Beckers. De pastoor heeft zich bij de bisschop beklaagd, dat het echtpaar Corneli zelden naar de kerk komt en dat mevrouw Corneli zich te losbandig gedraagt. En als de baron naar de kerk komt, leest hij de krant tijdens de preek en stoort deze met zijn voortdurend gekuch. En mevrouw Suermondt beklaagt zich over de slechte voeding en de gebrekkige infrastructuur van ons dorp.
Betreffende infrastructuur was bij de komst van Elisabeth Suermondt inmiddels wel al uitgebreid door de in 1853 geopende spoorlijn van de Aken-Maastrichter-SpoorwegMaatschappij. Door de enorme financiële problemen werd de spoorlijn in 1867 aan de "Grand Central Beige" overgedragen. Deze bood de mogelijkheid voor de Hollandse, Belgische en Duitse adel om behalve Houthem-St. Gerlach nu ook het meer mondaine en duurdere Valkenburg geriefelijker te bereiken.
Samenvatting4:
"Snorders' huisknechten van de opkomende hotels, stonden de nietsvermoedende adel op het perron op te wachten en te overtuigen om in hun hotel te verblijven. Alhoewel Elisabeth in haar geparfumeerd schriftje de onbeschrijflijke staat van verval van Valkenburg opmerkt, is dat bij de Valkenburgers meer bekende Delftse freule, Betsy Perk en de Duitse tandarts Aimé Cerf niet het geval. Integendeel zelfs.
Zo maakt de vermogende Akense tandarts Aimé Cerf al gretig gebruik van de nieuwe spoorbaan. Hij was tevens directeur van de Franse Sociëteit te Aken en al langere tijd bezig om in Valkenburg een poging te wagen er een kuuroord te vestigen, hoewel er bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen nogal wat huiver over Valkenburg bestond, omdat men niet overal over warm en stromend water beschikte. Aimé wilde van Valkenburg een bloeiende stad maken, die kon concurreren met steden zoals Aken en Spa, speciaal voor de kapitaalkrachtige adel. Er werd zelfs reclame gemaakt voor "de gezonde lucht, die malaria vrij is." Helaas voor Valkenburg ging de droom van een kuuroord vooraleer niet op, ondanks het feit dat nadien, freule Betsy Perk veel promotiewerk verricht heeft voor de ontwikkeling van Valkenburg als toeristenstad, waarvan zij de omgeving "Neêrlands Zwitserland" noemde.
De toen zeer uitgestrekte parochie van St. Gerlach in de zelfstandige gemeente Houthem reikte ten tijde van het bezoek van Elisabeth Suermondt aan de oostzijde tot aan de Kattebeek in Broekhem. Het was de voormalige grensrivier ( katte = grens ) tussen de parochies van St. Gerlach en Schin op Geul. De Houthemerweg van Meerssen tot Valkenburg werd in die tijd nog omzoomd door lindebomen, met een open riool langs de weg. In Broekhem en Houthem-St. Gerlach vinden we gelukkig (!), nu nog, een aantal gezonde en beeldbepalende chique historische groene restanten daarvan terug, soms waar nodig, vervangen. Broekhem en Strabeek behoorden beiden tot de gemeente Houthem.
Samenvatting5:
Langs de toenmalige Houthemerweg en ten westen van de Koningswinkelstraat lag "de baende," een drassig moerasland met een pestbosje waar men de met pest of miltvuur besmette dode dieren begroef en er was een kunstmatig met mest verhoogd bolakkertje om in het weidegebied wat groente voor persoonlijk gebruik te telen.
Houthem vormde reeds een zelfstandige gemeente vanaf 1447 en had niet hetzelfde karakter als de gemeente Valkenburg. Het was een eenvoudige plattelandsgemeente. Als de kinderen hun behoefte moesten doen, liepen ze naar buiten. Dat waren ze zo gewoon. Hotel- en pensionwezen vormden niet de hoofdbestaansbron van de inwoners. In Houthem vond je landelijke rust en in Valkenburg vermaak en vertier.
De Delftse Betsy Perk, nichtje van de beroemde dichter Jacques Perk, is heel wat positiever dan Elisabeth Suermondt over Houthem en Valkenburg. In kranten en tijdschriften publiceerde ze enthousiast over beide gemeenten en hield ze bevlogen voordrachten in het land over het 'land van Valkenburg." Zo schreef ze het hartverscheurende toneelstuk over "Elisabeth van Valkenburg," een drama in vijf bedrijven.
Ondanks verschillen in karakter en inzicht, trekken Elisabeth en Betsy samen op in het bestuur van 'Arbeid Adelt." Hun maatschappelijke betrokkenheid is groot en ze zijn op veel terreinen werkzaam. Hun groot inlevingsvermogen bij het schrijven van maatschappelijke vrouwensituaties bewees ook goede diensten in het sociale werk.
Aan het begin van de 20ste eeuw kwam de strijd om het vrouwenkiesrecht centraal te staan binnen de vrouwenbeweging. Om dat doel te bereiken, vaak met persoonlijke opofferingen van tijd en energie, werd het actieve kiesrecht aan vrouwen pas in 1919 gewonnen en vanaf 1934 konden onvermogende beschaafde Nederlandse meisjes geheel of gedeeltelijk financieel door 'Arbeid Adelt" ondersteund worden bij hun opleiding aan een universiteit, hoge school of een andere instelling van opvoeding en kunst.
Samenvatting6:
Het leek soms achterhaald om strikt voor beschaafde vrouwen te willen werken. Bovendien paste het steeds minder bij de tijdgeest om vrouwen zo te karakteriseren. Een probleem was dat 'Arbeid Adelt" het voornamelijk moest hebben van vrijwilligsters, die zowel sociaal voelend als praktisch ingesteld waren. En die bovendien hun nobele activiteiten voor 100% pro Deo moesten uitvoeren. De mogelijkheden van de voortschrijdende tijd, waarin vrouwen zowel gezin, baan als sociaal leven mochten" hebben, betekende, dat er minder tijd overschoot voor vrijwilligerswerk.
Ook deze vrijwilligsters zullen weleens rebels geworden zijn bij hun administratieve en andere besognes, wanneer buiten de zon scheen. Maar er waren nu eenmaal heel veel vrouwen die tussen de mazen van het net vielen en zij waren het, die geholpen moesten worden. 'Arbeid Adelt" werkte samen met deze hulpbehoevenden en dat is iets heel anders dan op hoge hakken tegen een bar leunen om samen een drankje te drinken! Vrijwilligerswerk ...... vrijwillig dat wel, maar niet vrijblijvend!
In een samenleving gaat het er niet altijd eenvoudig aan toe. Mensen en mensengroepen voegen zich niet zomaar in een door anderen bedacht plan, maar leggen hun eigen maatstaven aan. Dat was toen zo, dat is nu zo en dat zal zo blijven! Wil een plan effectief zijn, dat moet er de overtuiging zijn dat de gekozen richting de juiste is en in aller belang! Dat geldt dus ook voor het sociale welzijn van Houthem-St. Gerlach!

Artikel 11 uit de reeks artikelen: ALLE WEGEN LEIDEN NAAR ST. GERLACH.
Geografische namen: