Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: schrijversx
beacon
139  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
De waarde van literaire roem REGIO : Literaire hoek
Datering:
2023
Titel:
De waarde van literaire roem REGIO : Literaire hoek
Auteur:
Ton van Reen
Foto's door:
ANP
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 26/7/2023
Samenvatting:
Met foto van Jan Hanlo.

In de Literaire Hoek besteden verschillende Limburgse auteurs, verenigd in de Werkgroep Limburgse Schrijvers, wekelijks aandacht aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Ton van Reen over Jan Hanlo.

Jan Hanlo was een bekend dichter. Maar hij haalde de nationale pers vooral door zijn gedicht , toen de VVD’er Wendelaar zich in 1952 in de Eerste Kamer uitliet over dit gedicht en het een onaanvaardbare uiting van kunst noemde. Jan was op slag beroemd. Volgens Jan was het een klankdicht. Dat was voor de meeste mensen nieuw. In dezelfde vroege jaren vijftig vormde zich een groep jonge dichters die zich de vijftigers noemde, met onder meer Kouwenaar, Lucebert en Vinkenoog, die nieuwe vormen gebruikten, zonder ritme of rijm. De oudere critici, onder wie Bertus Aafjes, vroegen zich af of dit wel poëzie was.
Jan Hanlo werd door zijn gedicht heel bekend. Toen ik in Heerlen woonde raakte ik bevriend met Hanlo. Vaak kwam hij vanuit zijn woonplaats Valkenburg op zijn motor naar me toe, die stalde hij achter de flat en dan fietsten we naar boekhandel Winants en de bieb en gingen later door naar cultureel café Bijsmans en restaurant de Morenhoek, waar hij min of meer bevriend was met een kelner. Na mijn verhuizingen schreven we brieven.
Samenvatting2:
Oote
Ik nodigde hem een keer uit naar theater Mikro Skoop in Broekhuizen van Wilmy Peters en Hans Conen, die daar tussen 1967 en 1974 regelmatig schrijvers naartoe haalden. Ter voorbereiding schreef Walter de Bruijn een mooi stuk over Jan Hanlo in het Dagblad voor Noord-Limburg. Jan kwam helemaal vanuit Valkenburg op zijn motor. De avond werd een absolute flop. Ondanks alle promotie in de krant en bij de Noord-Limburgse bibliotheken en boekhandels kwam er helemaal niemand.

Jan was woedend. Wij, de organisatoren en ik, die het gesprek met hem zou leiden, begrepen er ook helemaal niets van. Misschien kwam het doordat Jan ook een bekende homo was, dat lag in de jaren zestig in Noord-Limburg nogal gevoelig. Tegen negen uur moesten we de avond afblazen. Jan kon blijven slapen, hij kreeg zijn beloofde honorarium. Dat had hij dringend nodig, zijn boeken verkochten ondanks alle ophef totaal niet. Tegen tien uur reed hij in het donker nog terug naar Valkenburg.
Enkele jaren later reed hij zich te pletter op een tractor die rechts aangaf maar links afsloeg. De Limburgse schrijvers en dichters waren allemaal bij zijn begrafenis. Later heb ik hem nog wel eens op het kerkhof bezocht. Daar schreef ik voor hem het bijgaande gedicht.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
De veelzijdige Edmond Franquinet : REGIO ; Literaire hoek
Datering:
2023
Titel:
De veelzijdige Edmond Franquinet : REGIO ; Literaire hoek
Auteur:
Adri Gorissen
Foto's door:
De Limburger
Titel tijdschrift:
ViaMaastricht
Afleveringsnummer:
ViaMaastricht, 15/3/2023
Samenvatting:
In de Literaire Hoek besteden verschillende Limburgse auteurs, verenigd in de Werkgroep Limburgse Schrijvers, wekelijks aandacht aan lezen en literatuur in Limburg. Vandaag: Adri Gorissen over Edmond Franquinet.
Erg origineel is het niet, jezelf het pseudoniem P.R.O. Peller aanmeten als je veel schrijft over de luchtvaart. Edmond Franquinet (Maastricht 1896, Roermond 1974) doet het in 1936 als hij de eindverantwoordelijke is voor de eerste Nederlandse luchtvaartencyclopedie, getiteld Tusschen grasmat en stratosfeer.

Humor is in die jaren dertig van de vorige eeuw van een ander kaliber dan nu. De achtergrond van de keus voor een pseudoniem is overigens serieuzer. Franquinet bekleedt vanaf 1923 functies binnen de rechterlijke macht in Maastricht, Gulpen en Utrecht en wordt in 1939 benoemd tot rechter aan de rechtbank in Roermond. Justitie ziet liever dat hij zijn werk gescheiden houdt van zijn schrijverschap, vandaar.

Proza
De belangstelling voor het vliegen zit er bij Franquinet al jong in. Samen met een vriend bouwt hij als veertienjarige een zweefvliegtuig, dat bij een eerste test van het dak van de ouderlijke woning loodrecht naar beneden stort. Zijn interesse voor de luchtvaart wordt er niet minder om, maar hij houdt zich daarna ook bezig met het schrijven van proza. Hij wordt medewerker van bladen als Limburgs Leven Nedermaas en levert bijdragen aan het literaire tijdschrift Onze Eeuw. Dat alles resulteert in drie prozawerken: Maskeraad (1927, in Maastrichts dialect), Gas, Granaten en Soldaten (1930) en Vluchten(1933).
Samenvatting2:
Vliegveld
Productiever is Franquinet bij het schrijven over de luchtvaart. Die interesse levert boeken op als Vgels vliegen over Limburg (1930), Zonen van Icarus (1937), Fokker, een lkeven voor de luchtvaart (1946) en Vliegsport en luchttoerisme (1966). In het eerste werk houdt hij een pleidooi voor een vliegveld in Zuid-Limburg, een betoog dat nog steeds gevolgen heeft. Hij beperkt zich niet tot schrijven om de mensen warm te maken voor het vliegen.
Voor de KRO verzorgt hij vanaf 1932 tot 1964 een radioprogramma over het onderwerp. In het verlengde ervan krijgt hij belangstelling voor sciencefiction en vooral het werk van Jules Verne. Over de Fransman schrijft hij de biografie Jules Verne, zijn persoon en zijn werk (1942). Bovendien vertaalt Franquinet vier boeken van Verne in het Nederlands: Een dagblad in de 29e eeuw, Een zee voor de Sahara, Een doktersvisite, en De Eeuwige Adam.
Vertalingen maakt hij ook van boeken van sciencefictiongrootheden Arthur C. Clarke en Charles Chilton en van de romancier en Nobelprijs voor literatuurwinnaar Sinclair Lewis.

Alsof het allemaal nog niet genoeg is, schrijft hij bovendien over Limburgse en Roermondse historische onderwerpen, wat resulteert in werken als Figuren uit de geschiedenis der Maastrichtse dialectliteratuur (1931), Boerderij-typen in Limburg (1931) en De kleine oorlog, Bezetting, evacuatie en bevrijding van Roermond (1947).

Edmond Franquinet is een veelzijdig en bezig baasje, maar wat wil je met zo’n pseudoniem.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Uitgeverij koopt een appartement in Château St. Gerlach voor auteurs : SCHRIJVERSHUIS
Datering:
2022
Titel:
Uitgeverij koopt een appartement in Château St. Gerlach voor auteurs : SCHRIJVERSHUIS
Auteur:
Rob Cobben
Foto's door:
Prometheus
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 29/8/2022
Samenvatting:
Foto: Château St. Gerlach. © PROMETHEUS

Uitgeverij Prometheus uit Amsterdam opent komende week een 'schrijvershuis' in Château St. Gerlach in Houthem. Prometheus heeft een hotelappartement gekocht in de voormalige graanschuur naast de Sint-Gerlachuskerk, waar auteurs zich voor korte of langere tijd kunnen terugtrekken om in alle rust te werken.

HOUTHEM - Prometheus, dat boeken uitgeeft van zo'n honderd schrijvers, was al langer op zoek naar een plek waar auteurs ongestoord kunnen werken, legt directeur-uitgever Mai Spijkers uit. ,,Ik heb verschillende locaties en panden bekeken, in binnen- en buitenland. Tijdens de kunstbeurs Tefaf in Maastricht, twee maanden geleden, logeerde ik zelf in Château St. Gerlach en vernam dat een van de hotelappartementen te koop was. Sinds vorige week zijn wij daar eigenaar van."

Spijkers spreekt van een 'ideale oplossing'. ,,Als je ergens een pand of appartement koopt, moet je ook weer iemand inhuren die dat beheert en schoonmaakt. Nu kunnen we gebruikmaken van de service van het hotel. En als een schrijver geen zin heeft om eten klaar te maken, dan kan die een maaltijd in het restaurant van het hotel nuttigen." Hoeveel Prometheus voor het onderkomen in Houthem heeft betaald, wil Spijkers niet zeggen, ,,maar de vraagprijs was heel redelijk".

Eenzaam
Volgens de uitgever kloppen fictie-auteurs regelmatig bij hem aan, omdat ze een plek zoeken om aan hun boek te werken. ,,Het schrijven is een eenzaam proces, dat soms moeizaam verloopt. Je moet het als auteur toch allemaal in je eentje doen en dat kost veel energie. Soms helpt het dan om even in een andere omgeving te zijn waar je ongestoord aan de slag kunt."
Samenvatting2:
Het gebruik van het 'schrijvershuis' is gratis voor auteurs die bij Prometheus zijn aangesloten, of dat in de toekomst gaan doen, zegt Spijkers. De eerste kandidaten voor een verblijf in het appartement van het kasteelhotel in Zuid-Limburg hebben zich al gemeld. ,,Afgelopen vrijdag hadden we ons jaarlijkse tuinfeest en daar heb ik het nieuws aan de aanwezige schrijvers verteld. Meteen daarna kwamen Nina Polak en Philip Huif naar me toe. Eén van hen reist komende week naar Houthem af."

Bijzonder
Camille Oostwegel van Oostwegel Collection, het bedrijf dat eigenaar is van onder meer Château St. Gerlach, noemt de komst van schrijvers bijzonder. ,,Ik vind het speciaal dat mensen die tijd nemen om bij ons hun boek af te maken of juist de eerste inspiratie ervoor op te doen. Het is toch mooi dat we kunnen bijdragen aan zo'n bijzonder product." Oostwegel legt uit dat sommige appartementen op het landgoed eigendom zijn van particulieren. Af en toe komt er eentje in de verkoop.
Het luxe hotel in Houthem St. Gerlach heeft in literaire kringen al de nodige bekendheid: A.F.Th. van der Heijden verbleef er de afgelopen twee decennia meerdere malen en werkte er aan enkele van zijn meesterwerken. Oostwegel: ,,We zijn er best trots op dat kunstenaars hier de rust en inspiratie vinden." Overigens werkt A.F.Th. van der Heijden niet onder de paraplu van Prometheus. Zijn boeken werden jarenlang uitgegeven door De Bezige Bij. In 2018 keerde hij terug naar uitgeverij Querido, waar hij in 1978 ook debuteerde.

Samenvatting3:
We zijn er best trots op dat kunstenaars hier de rust en
inspiratie vinden.
Château-eigenaar Camille Oostwegel


Het schrijven is een eenzaam proces, dat soms moeizaam
verloopt.
Directeur-uitgever Mai Spijkes
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Jean Frins schrijft eerste biografie over Frans Erens
Datering:
2020
Titel:
Jean Frins schrijft eerste biografie over Frans Erens
Auteur:
Hub Bertrand
Foto's door:
Marc Ploum
Titel tijdschrift:
www.limburger.nl
Afleveringsnummer:
www.limburger.nl, 18/5/2020
Samenvatting:
Foto: Jean Frins geniet van Frans Erens’ lievelingslikeur D.O.M. Bénédictine in de tuin van het Oude Poorthuys te Meezenbroek, ooit eigendom van Erens.

‘Gendelettre’ is de titel van het eerste proefschrift gewijd aan het leven van de Limburgse schrijver en criticus Frans Erens. Plaatsgenoot Jean Frins (37) legt er momenteel de laatste hand aan. „Dit is de eerste biografie over Erens, het werd zo zoetjes aan dus wel tijd.”
Zijn ‘magnus opum’, van Erens die in 1857 werd geboren in Huize de Kamp in Schaesberg, verschijnt in 2021. Frins schetst daarin een ander portret van de persoon die vrij algemeen bekend staat als braaf, katholiek, volgzaam en enigszins wereldvreemd. „Nou, dat klopt inderdaad maar ten dele. Er is de Frans Erens van pakweg voor 1900 en eentje van de jaren erna. Vooral na zijn huwelijk in 1906 met de twintig jaar jongere zeer gelovige Sofie Bouvy leidde hij in Houthem - na een langer verblijf in de Vogezen - het godsvruchtig burgermansleven waar we hem van kennen. Mijn proefschrift legt de nadruk op de relatief onbekende periode 1857 – 1893. In het bijzonder vanaf het moment dat Erens in 1876 ging studeren in Leiden, Bonn, Parijs en Amsterdam, hij zich vestigde in Parijs en in contact kwam met de literaire stroming De Tachtigers. Daaruit rijst een tegendraads beeld op. Bijvoorbeeld dat van een man die met Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Hendrik Biederlack geregeld de kroeg in dook. En van een schrijver die venijnig kritische beschouwingen en toneelrecensies optekende voor het studentenblad Minerva en De Amsterdammer. Ook zijn privécorrespondentie met de schilder Isaac Israëls laat zien dat hij niet altijd een lieverdje was. Daarin wisselde hij onder meer tips uit over bordelen waar het met de dames die er werkten goed ‘toeven’ was.”

Samenvatting2:
Een heerlijke streek

Frins’ proefschrift bevat naast het vroege levensverhaal van de Limburgse prozaïst eveneens een deel van diens nooit herdrukte teksten. Een voorbeeld daarvan is het door Jean Frins ontdekte ‘Een heerlijke streek’ uit 1910. Het is een kritische en prikkelende beschouwing waarin Erens op niet mis te verstane wijze zijn ongenoegen uit over de opkomst en de gevolgen van de mijnindustrie in zijn geboortestreek. De tekst is onlangs gepubliceerd in het historisch magazine ‘Mijnstreek’. „Vergeet niet dat Parkstad in die tijd werd overspoeld met arbeiders uit alle windstreken”, zegt Frins. „En om met Donald Trump te spreken: ‘They were not sending their best men’. Die mijnwerkers kregen het geregeld aan de stok met de autochtone Limburgers uit onze regio: handelslieden, arbeiders en boeren. Vaak genoeg kwam het tot conflicten waarbij verbaal en fysiek geweld niet werd geschuwd. Erens gruwde daarvan en laat dat in zijn verhaal duidelijk blijken.”

Harry Prick

Jean Frins doceerde Nederlands aan universiteit de Sorbonne in Parijs. Daarvoor gaf hij colleges in Belgrado en les op middelbare scholen in heel Nederland. Hij kreeg op het Bernardinuscollege in Heerlen literatuurles van Ben van Melick: docent, publicist en columnist. „Toen al had het werk van Frans Erens mijn belangstelling”, blikt hij terug. „Ik moest in de klas een keer een spreekbeurt over hem houden waarover Van Melick zo enthousiast was dat hij Lodewijk van Deyssel-kenner en Tachtigerspecialist Harry Prick tipte met de mededeling: ‘Harry, ik heb je opvolger!’. Dat ik de eerste Erens-biografie schrijf, overigens begonnen op voorstel van de Sorbonne, vind ik dus wel speciaal. Net als het feit dat ik net als de schrijver uit Schaesberg kom. Dat is voor mij persoonlijk een extra dimensie.”
Samenvatting3:
Vuistdikke biografie

Dat de biografie er nu pas komt is te wijten aan het feit dat Erens’ nalatenschap in privébezit is en niet toegankelijk voor anderen. Frins: „Ik heb desondanks veel materiaal over hem. Nadat ik in 2016 contact kreeg met de familie Erens rijpte het idee voor een biografie en ben ik gericht met archiefonderzoek en schrijven gestart. Mijn promotoren zijn Kees Snoek (hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Sorbonne) en Mary Kemperink (emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde in Groningen).”

‘Gendelettre’ wordt een vuistdikke publicatie met weinig illustraties, blikt Frins vooruit. „De uitdaging is om een wetenschappelijk verantwoorde biografie te schrijven die toch ook prettig leesbaar is. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.”
Geografische namen: