Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
6  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
De weerhaan van Boslust
Datering:
1984
Titel:
De weerhaan van Boslust
Auteur:
A.L. [A. Lemmerling]
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1984), nr. 7,(juli), p. 21
Samenvatting:
Huize Boslust
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Angst en zorg om ingeworteld volksgeloof
Datering:
1983
Titel:
Angst en zorg om ingeworteld volksgeloof
Auteur:
A.L. [A. Lemmerling]
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1983), nr. 4,(okt.), p. 90-91
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Artikel
De veldname van Suub
Datering:
1982
Titel:
De veldname van Suub
Auteur:
A.L. [A. Lemmerling]
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1982), nr. 0,(okt.), p. 18-19
Samenvatting:
Achter de Kern.
Een perceelscomplex gelegen ten oosten van de Bergstraat te Sibbe, ongeveer ter hoogte van de ingang van ,,de berg" (Sibber groeve), heet de Kern. Kamp, Kemp en Kerngronden wijzen op terrein bij zeer oude nederzettingen. De percelen waren als regel van een niet al te grote oppervlakte en bestemd voor de teelt van b.v. groenten, hop mosterd enz. Vaak waren ze meer rechthoekig van vorm. Opvallend is ook hier het aldaar gelegen rechthoekig perceel dat op een oude kaart is aangeduid. Kamp, kemp en kemgronden liggen als regel vrij hoog, hetgeen ook hier het geval is. Zij zouden in vroeger tijden omgeven zijn geweest door dichte, wild groeiende hagen om Vrij weidend vee te weren. Op deze veelal kleine veldjes kwamen teelten voor, die vielen buiten het drieslag-stelsel. Volgens dit stelsel was men bij de wet verplicht een geregelde teeltwisseling toe te passen, b.v. één jaar graangewassen en één jaar hakvruchten. Het derde jaar mochten de akkers niet beteeld worden. Men noemde dit de braaktijd. Dit deed men om uitputting van de grond te voorkomen, want in die tijd was kunstmest nog onbekend. Het complex perceeltjes genaamd ,,de Kern" (van kamp = campus = omsloten veld) viel dus buiten dit stelsel. De percelen waren klein, lagen in de direkte nabijheid van de woningen en kregen hierdoor meer organische mest toebedeeld. Als regel zijn kamp, kemp of kemgronden van goede kwaliteit.

Aan de Klein Lin.
Perceelsgronden gelegen ten noorden van de oude hoeve Hellinxhof. Als er in de volksmond vroeger gebroken werd over , ,Aan de Klein Lin", moet er zeer zeker in diezelfde buurt ook een grotere linde hebben gestaan. 't Laatste was ook zo. Aan de oude hoeve zelf heeft ongeveer honderd jaar geleden zelfs een zeer grote lindeboom gestaan. Craandijk schrijft omstreeks 1880 o.m. over de hoeve: Maar zij pronkt met een sieraad die niet alledaags is.
Samenvatting2:
Over het bemoste dak van de voorgevel breidt een oude linde haar brede takken uit, een linde wier gelijke wij in Limburg nog niet hebben ontmoet en ook niet dikwijls aantreffen zullen. Als een beeld van krachtige eerwaardige grijsheid staat de schone boom in het stille dorpje, bij de poort der oude hoeve."
In een verdere beschrijving duidt Craandijk op de zware gekloofde stam, de knoestige omhoogpuilende wortels en de zware zijtakken die ieder op zich een boom zijn.
Beide lindebomen, de grote en de kleine, zijn verdwenen. Alleen de veldnamen en straatnaam Aan de Kleine Linde is gebleven. Waar echter precies de kleine linde heeft gestaan, is schijnbaar tot heden niet bekend.

't Hemelriek (het Hemelrijk).
Terreinen-, percelen- en woningcomplex gelegen ten westen van de Bergstraat. De benaming Hemelrijk" komt ook op andere plaatsen in Limburg voor. Is deze aanduiding mogelijk afgeleid van Heëmaal of Hegemaal = gerechtsplaats. Een door opgaande hagen omsloten ruimte. Vóór de 17de eeuw werd nog recht gesproken in de openlucht, op speciaal daarvoor bestemde terreinen. De naam ,,Hemelriek" zou dus weer in dit geval een verbastering zijn.

In de Pas.
Een complex percelen gelegen in de omgeving van de vroeger zo bekende Paskoel. Pas of Pesch komt van Pescu, terreinen alwaar in vroeger tijden het vee gemeenschappelijk werd geweid, de vroegere z.g. gemeene weyden. Pas en daarmee verwant te noemen veldnamen, zijn oud en komen op vele plaatsen in Limburg voor. In de oorkonden en bescheiden van het adellijk klooster Sint Gerlach te Houthem wordt onder nummer 34 al gesproken van Op dei Passe, het erf dat Beatrix van Hoytheim bewoonde en dat waarschijnlijk gelegen heeft op de lager gelegen grond in de omgeving van de huidige Pasweg te Houthem (al beschreven in het jaar 1320).
Samenvatting3:
Aan de Winkoele.
Percelen gelegen op ruime afstand aan de zuidzijde van het kerkhof te Sibbe. De naam Winkoele duidt op een winplaats. Is hier in vroeger tijden een ,,winning" geweest? Een grintgroeve b.v. welke in jonger tijden is volgestort? Of haalde men hier door middel van ,,een win" (ophaalbak) de gezaagde mergelblokken naar boven?
Ook elders komt men de naam ,,Winkoele" tegen. Interessant is te weten, dat oudere mensen uit de buurtschap IJzeren zich nog goed kunnen herinneren, dat een halve eeuw geleden in de omgeving van de wegsplitsing aldaar op onverklaarbare wijze diepe verzakkingen waren ontstaan, die maanden later weer met veel vrachten aarde werden aangevuld. Zou het mogelijk zijn, dat zich hier een onbekend gangenstelsel bevindt? Zou zulk een gangenstelsel b.v. nog verband houden met mergelgroeven waarvan de ingangen elders, b.v. in Groot-Welsden, gelegen zijn?

Aan den Teggert.
Gronden gelegen tussen de Sibbergrubbe en de Koksweg, ten zuiden van de Wiegerdsdel. De veldnaam Teggert komt op meerdere plaatsen in Limburg voor. De naam zou zijn afgeleid van teij (= taai) en gert (= oude benaming voor akkerland). Teggert zou dus betekenen: moeilijk bewerkbare akkergronden.
Samenvatting4:
Aan der duvelsjtok.
Complex akkers gelegen ten westen van de Vilterweg op de grond van de vroegere gemeente Bemelen. De naam Duvelsjtok is verbasterd. De oorspronkelijke naam was Teutelstock en als zodanig al vijf eeuwen geleden bekend. In de Beredeneerde Inventaris van het Adellijk Klooster Sint Gerlach is op 26 april 1426 aangehaald: 1 bunder land gelegen aender teutelstock, bij den groenen weg.
Met ,,teutelstock" zal men zeker een bepaalde boomsoort hebben bedoeld, die periodiek geknot werd. Vaak gaven zulke alleenstaande knotten grenslijnen aan. Men koos hiervoor soorten met een sterk regeneratievermogen als meidoorn, es en haagbeuk. Men spreekt ook nu nog over deune-sjtok, essjestok en wietbeukesjtok. Heeft het woord teutel te maken met een houtsoort met veel merg? In deze kan men nu slechts gissen.

Aan der biejem.
Complex akkers met weilanden aansluitend aan voorgaand complex, doch meer westelijk gelegen. Het betreft hier eveneens een zeer oude veldnaam. Al in 1426 wordt vermeld: 2 bunder land gelegen in het veld genoemd der byem, tusschen Zybd (= Sibbe) en Veldt (= Vilt)". Hield de aanduiding ,,der byem" verband met een vroeger aldaar voorkomende bijenstand van betekenis, een biejeheêm (uitspraak ,biejem")?

In 't Goris, Goris-del.
Volgens terzake kundigen zou deze benaming wijzen op vochtige, slijkerige grond. Grond met veel afslibbare delen. Merkwaardig is, dat meer oostelijk ook de veldnaam "Aan der Sjliekeberg" voorkomt.

Aan 't Akkermans Kruus.
Percelen gelegen op het plateau in de omgeving van de veldweg die loopt van IJzeren in de richting van Kasteel Schaloen. Er staat aldaar een ijzeren veldkruis. Was het een familie Akkermans die het veldkruis plaatste, of was het land direkt bij het kruis gelegen eigendom van een familie van die naam?
Samenvatting6:
Veldnamen langs de Geulrand
Veldnamen zijn ontstaan uit direkte behoefte van het dagelijkse leven. Er is wat dit onderwerp betreft een buitengewone rijkdom te bespeuren. Zij geven b.v. de geheimen prijs van de vroegere gesteldheid van het land, de voortschrijdende ontginning, de geschiedenis van de nederzettingen enz. Door rationalisatie in de landbouw, door ruilverkaveling enz. dreigen ze te verdwijnen. Sommige van deze merkwaardige namen zijn alleen nog aan de oudste bewoners van een dorp of buurtschap bekend. Andere zijn verbasterd, vele nooit opgetekend en alleen van mond tot mond overgeleverd. Vaak zijn deze 't rijkst van inhoud en derhalve 't grootst van waarde.
In 1964 is door Louis Lemmerling uit Valkenburg een begin gemaakt met het ,,vastleggen" van de
veldnamen van Valkenburg en de kerkdorpen Sibbe, Schin op Geul, Houthem en Broekhem. Na één jaar was de oogst in deze ruim 230 stuks.
Maar de kaart is niet volledig, daar is de heer Lemmerling zich van bewust en daarom zal hij iedereen
dankbaar zijn, die hem op dit gebied meer inlichtingen kan verschaffen. Deze inlichtingen kunnen doorgegeven worden via het redaktie-adres van GEULRAND.
In de publikaties die hieromtrent in dit tijdschrift volgen, zal slechts getracht worden uitleg te geven over de mogelijke betekenis van deze namen.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Grotwoningen in het Mergelland
Datering:
1980
Titel:
Grotwoningen in het Mergelland
Auteur:
A.L. [A. Lemmerling]
Titel tijdschrift:
Land van Valkenburg
Afleveringsnummer:
LvV, 15-8-1980
Samenvatting:
Gegevens overgenomen uit deel 3 van "Oet vreuger joare" van H.W.A. Lemmerling over Greetje Blanckers, de laatste grotbewoonster die tot 1972 nog in een grotwoning in de Sint Pietersberg woonde en over de grotwoningen in Geulhem die tot rond 1912 permanent bewoond waren. Met twee foto's van grotwoningen in Geulhem.
Geografische namen: