Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
12  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Oorlogsslachtoffers: KNIL-militair Jan Otten en Maria Anna Hubertina Geuskens
Datering:
2018
Titel:
Oorlogsslachtoffers: KNIL-militair Jan Otten en Maria Anna Hubertina Geuskens
Auteur:
Fons Heijnens
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 25 (2018) nr. 2 (winter), p. 30/31
Samenvatting:
Op de site van de Oorlogsgravenstichting kwam ik een tweetal in Houthem geboren oorlogsslachtoffers tegen, die mij niet bekend waren.
Het betreft Jan Otten (1910-1944) en Maria Anna Hubertina Geuskens (1852-1942).

KNIL-militair Jan Otten
Johannes Franciscus (Jan) Otten werd geboren te Houthem-St. Gerlach op 7 januari 1910. Hij overleed op 8 juni 1944 te Tarakan. Jan was toen sergeant bij de Infanterie van de KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger), naar over¬levering behorende bij een sectie mortieren.
Hij is volgens zijn grafkaart waarschijnlijk overleden aan beri-beri/uitputting in gevangenschap. Jan Otten werd begraven op het ereveld Kembang Koening te Soerabaja, grafnr. AAA-335. Hij was ongehuwd bij overlijden en laat voor zover bekend, geen kinderen na. Zijn oudste broer J.P.C. (Jos) Otten was tevens KNIL-militair (marechaussee), maar hij heeft de oorlog overleefd.
Hun moeder, Alida Otten-Vroomans, een kranige jonge vrouw, geboortig uit
’s-Gravenhage, beviel in Heerlen op 25 april 1916 van een dochtertje Eugenie. De bevalling zal niet al te voorspoedig zijn verlopen, want amper twee weken later overleed zij - slechts 37 jaar oud - in het kraambed op 6 mei. Het baby’tje stierf, 4 weken oud, op 23 mei te Heerlen. Vader Johan bleef achter met zes jonge in Houthem (Broekhem) geboren kinderen.
Het jonge gezin woonde in ’t Straatje en later aan de Grote Straat.

Maria Anna Hubertina Geuskens
Joannes Arnoldus Geuskens, geboren te Houthem op 31 december 1800 trouwde op 26 december 1832 in Houthem met de Heerlense Maria Gertrudis à Campo. Zij werd daar geboren op 26 december 1804. Het echtpaar woonde in Heerlen en kreeg 5 kinderen. Als pachters hadden zij enige grote hoeven in Heerlen.
Samenvatting2:
Maria Gertrudis overleed 36 jaar oud in Heerlen op 19 juni 1841.

De weduwnaar Jan Arnold bleef achter met 5 jonge kinderen in de leeftijd van 1 tot 8 jaar. Hij had na het overlijden van zijn vader Jan Willem in 1838, een huis, hof, stallingen, schuur en 13 percelen land ter grootte van 360 grote en 610 kleine roeden, geërfd.
Hij trouwde enkele jaren later op 17 mei 1844 te Kerkrade met de in Welten- Heerlen geboren 22 jaar jongere Maria Elisabeth Wachelder.
Zij woonden tot ca. 1850 in Heerlen en kregen nog 11 kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden.
Hun eerste zoontje werd in Kerkrade geboren, gevolgd door een dochtertje en nog een zoontje, die beiden in Heerlen werden geboren. Hun vierde kind, Maria Anna Hubertina werd als eerste kind geboren te Houthem en wel op 21 mei 1852.
Maria Anna Hubertina werd op 13-jarige leeftijd (!) dienstmeid in Luik. Van haar verdere leven is (nog) weinig bekend.
Volgens de inwonerslijst woonde het kinderrijke gezin in Houthem in het huis nr. 44.

Na het overlijden van Jan Arnold op 15 november 1877, beheerde de weduwe het goed, bijgestaan door Christine, Margaretha, Winandus en Louis (kwekeling in Maastricht). Het gehele complex werd afgebroken. Ter plaatse werden drie woningen gebouwd. De 'schuur", ingericht tot woning, werd door Winandus Geuskens bewoond en verkocht aan Jos Curfs-Philippi.

Maria Anna Hubertina was ongehuwd en overleed op respectabele 90-jarige leeftijd als slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog op 23 december 1942 te Aken en werd daar begraven op het Ostfriedhof (Vak/rij/nummer FLUR 9 24).

Oorlogsgravenstichting
Ter aanvulling van hun gegevens heb ik aan de coördinator van deze stichting enkele gegevens, artikelen en foto’s doorgestuurd van de Houthemse oorlogs-slachtoffers Martens, Pluymen, Vrancken en Quaedvlieg.

Bronnen
-www.oorlogsgravenstichting.nl
-www.wiewaswie.nl
-Houthems Verleden / H.J.J. Philippens, 1983
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Datering:
2016
Titel:
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 24 (2016) nr. 9 (25 juni), p. 1-2
Samenvatting:

Dat miljoenen Joden werden gedeponeerd tijdens de 2e Wereldoorlog en nooit meer zijn teruggekeerd, is algemeen bekend. Van de uit Valkenburg gedeporteerde 43 joden overleefde slechts een van hen.
Twee van de slachtoffers van de Holocaust Jozef Gûnsberg en Curt Hirschberg woonden in Broekhem.
Op initiatief van Henk Vossen is er een Stichting opgericht die er naar streeft om ter nagedachtenis van de omgekomen Valkenburgse Joden, zogeheten struikelstenen aan te brengen in de stoep vóór het huis van waar uit zij werden gedeporteerd. Op 7 november 2014 werden de eerste 18 struikelstenen gelegd vóór de huizen waar deze joden woonden.
Op 10 juni jl. werden 12 nieuwe struikelstenen gelegd, waarvan 2 te Broekhem.

Een ter nagedachtenis aan Jozef Günsberg (Koningswinkelstaat 7) en een ter nagedachtenis aan Curt Hirschberg (Broekhem 95). Bij de steenlegging werd bij beide levens stilgestaan met het lezen van onderstaande korte levensschetsen.

Jozef Günsberg, geboren in 1895, behoort tot de eerste groep Joodse mensen die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg wordt gedeporteerd.
Vanuit Essen is hij naar Valkenburg gekomen, eerst woonde hij op de Daelhemerweg, daarna in de Lindenlaan en tenslotte op het adres Koningswinkelstraat 7
Hij is gescheiden en vader van 3 kinderen namelijk Gerold, die al in 1938 naar Amerika vertrokken is en verder een zoon Lothar en een dochter Fanny-Susanne. Net als hun vader ondergaan zij het wrede lot om gedeporteerd te worden en in het vernietigingskamp Sobibor worden ze omgebracht.
Wat er met Bertha Zwecker gebeurd is, zijn gescheiden vrouw, is tot op heden onbekend.
Samenvatting2:
Curt Hirschberg en zijn tweelingbroer Erwin werden in 1900 in Breslau geboren. In 1937 komen ze naar Valkenburg. Eerst wonen ze in de Wilhelminalaan, maar 5 jaar later verhuizen ze naar Broekhem.
Na hun deportatie in 1942 komen ze beiden terecht in het beruchte werkkamp Blechhammer, waar Curt in 1943 overlijdt.
Zijn tweelingbroer Erwin weet ondanks de vele ontberingen te overleven.
Hij keert terug naar Limburg, namelijk naar Heerlen in de Nobelstraat. Later verhuist hij naar Den Haag, waar hij in 1976 overlijdt.
Hun moeder woont op de Berkelstraat en voordat zij gedeporteerd zou worden in april 1943, sterft zij een natuurlijke dood. Haar graf bevindt op de Joodse begraafplaats aan de Cauberg.
Samenvatting3:
Wat zijn struikelstenen?
Oorspronkelijk heten ze "Stolpersteine" (stolpern betekent struikelen). Kubusvormige betonnen stenen met een messing bovenplaat. De stenen worden geplaatst in het trottoir voor de huizen waaruit de Joden gedeporteerd werden. Via Westerbork werden zij kort daarna in de diverse concentratiekampen vermoord. De struikelstenen zijn ongeveer 10 bij 10 cm en liggen gelijk met het trottoir. Op het messing plaatje staat de naam, geboortejaar en plaats en datum van de vermoorde Joodse medeburgers vermeld. Het leggen van struikelstenen is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die sinds 2000 inmiddels ruim 56.000 struikelstenen heeft geplaatst in honderden plaatsen in Duitsland en vele andere Europese landen, waaronder ook reeds in meer dan honderd steden en dorpen in Nederland.
In het boek "42 Joodse Valkenburgers opgepakt en vermoord' geschreven door Jan Diederen, is uitvoerige informatie samengebracht over de joodse gemeenschap van Valkenburg in de oorlogsjaren.
Het boek is op onderstaand adres te koop voor € 10,— en wordt in Valkenburg eventueel bezorgd.
Voor informatie over de "Stichting Struikelstenen Valkenburg aan de Geul" of aanvullende informatie;
Henk Vossen
Prinses Christinalaan 3
6301 W Valkenburg a/d Geul
Tel: 043-4511312
e-mail:vosje-108@hotmail.com
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Broekhemse Joden opgepakt en vermoord tijdens de 2e Wereldoorlog
Datering:
2014
Titel:
Broekhemse Joden opgepakt en vermoord tijdens de 2e Wereldoorlog
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 22 (2014) nr. 15 (29 november), p. 5
Samenvatting:
Op vrijdag 7 november van dit jaar zijn de eerste achttien struikelstenen gelegd vóór de huizen waarin Joden hebben gewoond die in Valkenburg zijn opgepakt en vermoord in Auschwitz en andere vernietigingskampen van de Nazi's. Dat is gebeurd in het centrum van Valkenburg. Binnen afzienbare tijd zal dat ook gebeuren in de wijk Broekhem. Hier betreft het twee Joodse mannen. De een, Jozef Günsberg, woonde in de Koningswinkelstraat 7 en de ander, Curt Hirschberg, op Broekhem 95. Günsberg, geboren op 21 januari 1895 in het Poolse Nadworna, woont vanaf 25 augustus 1941 in de Koningswinkelstraat. Alleen, want hij is gescheiden van zijn vrouw Bertha Zwecker. Hij heeft drie kinderen. Oudste zoon Gerold, geboren 28 augustus 1924, vertrekt in 1938 naar Amerika en ontloopt deportatie. Fanny Suzanne van 25 januari 1927 en Lothar van 22 april 1928 worden beschouwd als weeskinderen en komen op 5 januari 1938 terecht in het Israëlisch Wees- en Doorgangshuis in Leiden. De Duitsers ontruimen dit opvanghuis op 17 maart 1943. Alle bewoners, 67 kinderen in de leeftijd van 2 tot 25 jaar en zeven begeleiders, worden opgepakt en gedeporteerd. De meeste komen om op 26 maart 1943 in Sobibor. Vader Günsberg behoort tot de eerste groep Joden die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg wordt gedeporteerd naar Auschwitz waar hij op de 31 ste wordt vermoord in de gaskamer. De tweelingbroers Curt en Erwin Hirschberg, geboren op 16 augustus 1900, zijn eigenaren van bioscopen, variété- theaters en concertzalen in hun geboorteplaats Breslau. . Als zij midden dertiger jaren naar Nederland vluchten slagen zij er in nieuwe bioscopen te stichten in Den Haag, Helmond, Hoensbroek en Heerlen onder de naam Hollandia Bioscopen. Maar na de inval van de Duitsers in mei 1940 raken zij die opnieuw kwijt. Vanaf 1 juli 1942 wonen Curt en Erwin in Broekhem in wat nu huize Buitenlust heet. Reeds op 25 augustus 1942 moeten zij zich melden aan het station Valkenburg voor deportatie. Alleen Curt verschijnt;
Samenvatting2:
de dan zieke Erwin wordt op 10 november opgepakt. Beiden komen terecht in het bij Auschwitz gelegen werkkamp Blechhammer. Curt sterft in het kamp op 23 augustus 1943 maar Erwin overleeft en keert naar Nederland terug. Vanaf 10 augustus 1945 woont hij op de Nobelstraat 20 te Heerlen. Hij sterft 10 augustus 1976 in Den Haag. Vanaf 8 mei 1936 woont er nog een Joods gezin in Broekhem aan de Cremerstraat 35. Het bestaat uit Kelman Silber, textielhandelaar, diens vrouw Bertha Sleijen, beiden geboren in 1886 in het Poolse Ulanow, en zoon Max, chauffeur, geboren in 1922 in Düsseldorf. Door onder te duiken vanaf augustus 1942 weet het drietal te overleven. Het onderduikadres is niet bekend. Kelman en Bertha emigreren op 11 november 1950 naar Israël. Zoon Max is al op 3 mei 1946 naar Amsterdam vertrokken Voor uitvoeriger gegevens over de Joodse inwoners van Broekhem en Valkenburg heeft Jan Diederen een boek uitgegeven. Het is voor € 9,50 bij hem verkrijgbaar: Statenlaan 20, telefoon 6015116.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Oorlogsmonumentjes in Valkenburg
Datering:
2013
Titel:
Oorlogsmonumentjes in Valkenburg
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
Kijk op Valkenburg
Afleveringsnummer:
Kijk op Valkenburg, 4 (2013) nr. 2 (mei, juni, juli), p. 4-7
Samenvatting:
In de gemeente Valkenburg aan de Geul zijn er heel wat monumentjes en gedenkstenen die herinneren aan de Tweede wereldoorlog. Bekend is de jaarlijkse herdenking van de Limburgse oorlogsslachtoffers bij de kapel aan de Cauberg. Kijk op Valkenburg neemt deze keer twee gedenktekens onder de loep die al heel lang op hun plek staan, maar vrijwel niet opvallen. Toch zijn ze het waard om het verhaal van hun achtergrond te vertellen.

Broekhem
Op het kerkhof in Broekhem ligt vlak bij de ingang op de eerste rij helemaal links een graf, waarin drie personen begraven liggen. Het zijn twee Broekhemse jongens Julius Claessens en Hub Triepels die op dezelfde dag het leven lieten door een noodlottig toeval en de uit Rotterdam afkomstige Wim van Hellemond, die bijna 5 maanden later per ongeluk werd doodgeschoten.

Julius Claessens
Julius Hubertus Cornelius Claessens werd geboren op 6 juni 1913 in Hulsberg. Hij was een zoon von Hubertus Leonardus Cloessens en Gertrud Hubertina Koussen. Hij was mijnwerker von beroep, was gehuwd met Geertruid van den Broeck uit Valkenburg en samen hadden ze twee kinderen. Het gezin woonde in de Kattebeek op nummer E 59, een straat die destijds tot de gemeente Hulsberg behoorde, nu de Napoleonstraat in Broekhem-Valkenburg. Tijdens de bevrijdingsdagen werd er tussen 14 en 17 september 1944 hard gevochten in en rondom Volkenburg. De opmars van de Amerikanen kwam vanuit Margraten en Sibbe, richting Valkenburg. Het centrum van het stadje bevond zich in de frontlinie, want de Duitsers trokken zich weliswaar terug, maar nestelden zich in de hellingen richting Klimmen, Hulsberg en Schimmert.
Samenvatting2:
Er speelden zich tientallen vuurgevechten af tussen de militairen op de heuvels en over de hoofden van de Valkenburgers heen. Veel bewoners zochten een veilig heenkomen en dat vonden ze in de mergelgrotten. In de Gemeentegrot verbleven toen zo'n 3000 mensen, in de Heidegroeve 1700, in de Fluwelengrot 300 en in de Sibbergroeve 200. Onder hen bevond zich Julius Claessens en zijn gezin. Op de fatale zaterdag 16 september besluit hij om samen met zijn broer Frans, voedsel te gaan halen. Ze begeven zich richting het centrum en vlak bij het Protestantse kerkje in de Plenkertstraaf worden ze getroffen door scherven van een granaat. Julius is er het ergste aan toe. In allerijl worden de broers overgebracht naar het ziekenhuis in Luik, waar Julius de volgende dag aan zijn verwondingen bezwijkt. Broer Frans wordt later overgebracht naar het ziekenhuis in Heerlen en herstelt van zijn verwondingen. Pas op 4 november verschijnt er in het Limburgs Dagblad een aankondiging van de zeswekendienst in de St. Josephkerk in Broekhem.
"Langs dezen weg betuigen wij onze hartelijken dank aan familie, vrienden, buren en parochianen van Broekhem voor de vele blijken van deelneming, alsook gebeden en H. Missen, ondervonden bij het zware verlies dat onze familie getroffen heeft bij het overlijden van mijn goeden man en vader, onzen lieven zoon, broer, zwager, oom en neef, den Heer Julius Cloessens." En dan volgt de aankondiging van de zeswekendienst op maandag 6 november om 8 uur en de ondertekening door de familie L. Claessens.

Hub Triepels
17 september wordt ook voor Gerardus Hubertus Triepels een fatale dag.
Hij is geboren op 4 december 1926. Ook hij woont in de Kattebeek, niet ver van het gezin Claessens vandaan, op nummer E 54. Hij is een zoon van Joseph Wilhelmus Triepels die in 1901 geboren is in Huisberg en van Anno Elisabeth Hubertina Elissen, in Houthem geboren in 1902.
Samenvatting3:
Zijn vader is mijnwerker en moeder verblijft in die roerige dagen met de jongere kinderen in de Heidegroeve bij de Katakomben. Hub heeft hen voedsel gebracht en is samen met zijn vrienden Jo Baadjou en Lambert Deliège op de terugweg naar huis, als ze in de Cremerstraat gepasseerd worden door een Amerikaanse legerwagen.

Op datzelfde moment klinken mitrailleurschoten vanaf de overkant van de spoorlijn, op de hoek van de latere Roevoetstraat. Tussen de woningen in de Cremerstroat waren toen open stukken en daar waar later Ton op 't Veld zijn fietsenzaak zal bouwen ontwaren de Duitsers de vijand en schieten. Juist daar lopen op dat moment Hub Triepels en zijn kameraden en Hub wordt dodelijk getroffen. De chauffeur van de Amerikaanse wagen bemerkt wat er gebeurd is, keert bij de overweg en rijdt terug. Hij stapt uit, overziet de situatie en bemerkt meteen het hopeloze van de situatie. "It's finished", zegt hij kortaf. Hub wordt bij de familie Spronck naar binnen gedragen en daar overlijdt hij, 17 jaar oud.
Jo Baadjou ziet op de gebeurtenissen terug met de volgende overdenking: "We beseften toen niet wat er gaande was. We zagen het gevaar niet. De Duitsers schoten niet op burgers, maar natuurlijk liepen we wel gevaar door verdwaalde kogels en granaatinslagen. Maar dat ben ik pos later gaan beseffen, dat ik ontzettend veel geluk heb gehad destijds en dit nu na kon vertellen."

Wim van Hellemond
Het derde slachtoffer in het Broekhemse graf is Wim van Hellemond. Hij werd op 14 april 1926 geboren in Rotterdam en had de oorlog doorgebracht in Duitsland. Hij was op de terugweg naar huis in Valkenburg blijven hangen in afwachting van de bevrijding van de rest van Nederland. Hij had onderdak gevonden bij de familie Bood jou aan de Parallelweg en had zich aangesloten bij de bewakingsdienst. Tijdens een instructieles in hotel Dupuis in de Lindenlaan wordt hij op 7 februari 1945 per ongeluk getroffen door een kogel uit het geweer van de instructeur.
Samenvatting4:
Drie dagen later bericht het Limburgs Dagblad het volgende:
"Valkenburg. Woensdagmiddag tegen 3 uur werd de 1 8-jonge v. H. afkomstig uit Rotterdam, doch thans lid van de bewakingstroepen, bij de theorieles, door onbekende oorzaak getroffen door een kogel uit een geweer. De ongelukkige kreeg de kogel door zijn linkeroog. IJlings ontboden geestelijke en geneeskundige hulp mocht niet meer baten. De dood trad bijna onmiddellijk in."

Jan Vrancken
Een ander onopvallend gedenkteken is aan te treffen op de gevel van het oude postkantoor in de Lindenlaan. De tekst daarop luidt: "In memoriam Jan Hubert Vrancken overleden 29 september 1944 te Maastricht. Frans Alexander Cobbenhagen overleden 20 december 1944 te Langenstein. Zij vielen als slachtoffer van de oorlog 1940-1945,"
Beiden waren PTT beambten, waardoor hun namen op deze steen terechtkwamen. Jan Hubert Vrancken was op 9 april 1 899 in Bunde geboren. Hij huwde Adèle Dreessen die op 25 mei van datzelfde jaar geboren was in het Belgische Rekem. Het echtpaar vestigde zich in Houthem waar het de woning boven de school aan de Rijksweg betrok, nu de oude school in Vroenhof. Jan was van oorsprong onderwijzer, maar toen hij een baan bil de PTT kreeg aangeboden waardoor hij meer ging verdienen, accepteerde hij die en werd kantoorhouder. Bovendien mocht hij in de onderwijzerswoning blijven wonen. Hij werd als beambte aangesteld in het postkantoor in Valkenburg, dat toen nog gelegen was in de Grotestraat naast het gemeentehuis, het huidige museum Land van Volkenburg.
Zondag 17 september blijkt later een dag te zijn geweest waarop veel over en weer geschoten is tussen de heuvels von Berg en Terblijt en Schimmert.
Samenvatting5:
Een dag die ook Jan Vrancken fataal wordt. In de middag wil hij zijn tuin achter de school inspecteren om te zien of de plantjes er nog goed bij staan. Hij wordt er in zijn rug geraakt door een granaatscherf. De familieleden vinden hem en hij wordt naar het ziekenhuis St. Annadal in Maastricht vervoerd. Daar wordt gepoogd zijn leven te redden, maar dat lukt niet. Op september overlijdt hij, 45 jaar oud. Hij laat een vrouw en zes kinderen achter variërend in leeftijd tussen 14 en 1 jaar.

Frans Cobbenhagen
Frans Alexander Cobbenhagen was eveneens PTT beambte in het postkantoor in Valkenburg. Hij was in Valkenburg geboren op 18 oktober 1921 en voerde zijn werkzaamheden uit in het nieuwe postkantoor in de Lindenlaan dat in 1942 in gebruik was genomen. Zijn vader was Jan Mathijs Cobbenhagen in 1 873 in Valkenburg geboren en zijn moeder was Wilhelmina Menris, in 1 881 geboren in Zutphen. Het gezin verhuisde in 1935 van Berg en Terblijt naar de Neerhem dat toen tot de gemeente Oud-Valkenburg behoorde. In 1943 werd Frans verplicht te werk gesteld in Duitsland. Hij werd in Keulen betrapt op het smokkelen von brieven naar Nederland en op transport gesteld naar het concentratiekamp Buchenwald bij Weimar. Daar overleed hij, volgens een bericht van het Informatiebureau van het Rode Kruis, op 20 december 1944, ook pas 23 jaar oud. Beide mannen hebben een gedenkteken gekregen op de gevel van het pand dat ooit hun werkplek was. Opdat ze niet vergeten worden.

Bronnen:
•Gesprek met Jo Boodjou op 7 januari 2013.
•Gesprek met Gerlachus Vrancken op 29 januari 2013.
•Bevolkingsregister gemeente Valkenburg aan de Geul. Brief burgemeester Hens aan het Rijksbureau van Oorlogsdocumentatie Provinciaal Bureau Limburg te Amstenrade, Valkenburg (L) d.d. 31 oktober 1946.
• Limburgs Dagblad, d.d. 4-11-1944.
•Limburgs Dagblad, d.d. 70-2-1945.


Samenvatting6:
Het graf van de drie jongemannen heeft lang een onopvallende plek gehad op het Broekhemse kerkhof. Er stond een grijs geworden steen op en de letters waren moeilijk leesbaar. Op initiatief van Hary Scheien is er zo'n acht jaar geleden een gloednieuwe steen geplaatst met duidelijke letters en jaartallen, een militair teken en de jaartallen 1940-1945. Toch is het geen oorlogsgraf. Er liggen geen militairen begraven, maar drie jongens die gewoon pech hebben gehad. Drie burgers in de krocht van hun leven, met een verwachtingsvolle toekomst voor zich en die net op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren. Het enige verwijt dat je de twee Broekhemse jongens zou kunnen maken is, dat ze onbewust te veel risico namen.
Geografische namen: