Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: Jodenx
beacon
6 zoekresultaten
sorteren op:
 
 
weergave:
Pagina: 1
 
 
Artikel
Broekhemse Joden opgepakt en vermoord tijdens de 2e Wereldoorlog
Datering:
2014
Titel:
Broekhemse Joden opgepakt en vermoord tijdens de 2e Wereldoorlog
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 22 (2014) nr. 15 (29 november), p. 5
Samenvatting:
Op vrijdag 7 november van dit jaar zijn de eerste achttien struikelstenen gelegd vóór de huizen waarin Joden hebben gewoond die in Valkenburg zijn opgepakt en vermoord in Auschwitz en andere vernietigingskampen van de Nazi's. Dat is gebeurd in het centrum van Valkenburg. Binnen afzienbare tijd zal dat ook gebeuren in de wijk Broekhem. Hier betreft het twee Joodse mannen. De een, Jozef Günsberg, woonde in de Koningswinkelstraat 7 en de ander, Curt Hirschberg, op Broekhem 95. Günsberg, geboren op 21 januari 1895 in het Poolse Nadworna, woont vanaf 25 augustus 1941 in de Koningswinkelstraat. Alleen, want hij is gescheiden van zijn vrouw Bertha Zwecker. Hij heeft drie kinderen. Oudste zoon Gerold, geboren 28 augustus 1924, vertrekt in 1938 naar Amerika en ontloopt deportatie. Fanny Suzanne van 25 januari 1927 en Lothar van 22 april 1928 worden beschouwd als weeskinderen en komen op 5 januari 1938 terecht in het Israëlisch Wees- en Doorgangshuis in Leiden. De Duitsers ontruimen dit opvanghuis op 17 maart 1943. Alle bewoners, 67 kinderen in de leeftijd van 2 tot 25 jaar en zeven begeleiders, worden opgepakt en gedeporteerd. De meeste komen om op 26 maart 1943 in Sobibor. Vader Günsberg behoort tot de eerste groep Joden die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg wordt gedeporteerd naar Auschwitz waar hij op de 31 ste wordt vermoord in de gaskamer. De tweelingbroers Curt en Erwin Hirschberg, geboren op 16 augustus 1900, zijn eigenaren van bioscopen, variété- theaters en concertzalen in hun geboorteplaats Breslau. . Als zij midden dertiger jaren naar Nederland vluchten slagen zij er in nieuwe bioscopen te stichten in Den Haag, Helmond, Hoensbroek en Heerlen onder de naam Hollandia Bioscopen. Maar na de inval van de Duitsers in mei 1940 raken zij die opnieuw kwijt. Vanaf 1 juli 1942 wonen Curt en Erwin in Broekhem in wat nu huize Buitenlust heet. Reeds op 25 augustus 1942 moeten zij zich melden aan het station Valkenburg voor deportatie. Alleen Curt verschijnt;
Samenvatting2:
de dan zieke Erwin wordt op 10 november opgepakt. Beiden komen terecht in het bij Auschwitz gelegen werkkamp Blechhammer. Curt sterft in het kamp op 23 augustus 1943 maar Erwin overleeft en keert naar Nederland terug. Vanaf 10 augustus 1945 woont hij op de Nobelstraat 20 te Heerlen. Hij sterft 10 augustus 1976 in Den Haag. Vanaf 8 mei 1936 woont er nog een Joods gezin in Broekhem aan de Cremerstraat 35. Het bestaat uit Kelman Silber, textielhandelaar, diens vrouw Bertha Sleijen, beiden geboren in 1886 in het Poolse Ulanow, en zoon Max, chauffeur, geboren in 1922 in Düsseldorf. Door onder te duiken vanaf augustus 1942 weet het drietal te overleven. Het onderduikadres is niet bekend. Kelman en Bertha emigreren op 11 november 1950 naar Israël. Zoon Max is al op 3 mei 1946 naar Amsterdam vertrokken Voor uitvoeriger gegevens over de Joodse inwoners van Broekhem en Valkenburg heeft Jan Diederen een boek uitgegeven. Het is voor € 9,50 bij hem verkrijgbaar: Statenlaan 20, telefoon 6015116.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Kleindochter Amy Cok komt
Datering:
2010
Titel:
Kleindochter Amy Cok komt
Auteur:
René Willems
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 14/10/2010
Samenvatting:
Foto: Amy Cok (linksboven) is dood, haar zoontje Robbie (linksonder) ook, maar na lang zoeken heeft Wiel Bemelmans (rechts) kleindochter Evelyn gevonden.

WeTSTE NOG
Wiel Bemelmans vindt na lang zoeken eindelijk de kleindochter van Joodse zangeres Wiel Bemelmans uit Valkenburg krijgt binnenkort visite van Evelyn van Mourik uit Diemen. Zij is de kleindochter van Amy Cok: de vrouw naar wie hij al jaren op zoek is. Elk jaar komt Evelyn van Mourik voor een korte vakantie naar Zuid-Limburg. Al die jaren heeft ze geen idee gehad dat hier een belangrijk hoofdstuk van haar familieverhaal is geschreven: "Ik was helemaal ontroerd toen ik dat hoorde", vertelt ze. "Ik heb even flink gejankt, hoor." Van Mourik is de vrouw naar wie Wiel Bemelmans uit Broekhem al jaren op zoek is. Via allerlei omwegen is hij achter haar adres gekomen. Ze hebben al met elkaar gebeld en geschreven. Volgende week zien ze elkaar voor het eerst: dan komt de familie Van Mourik bij Bemelmans op bezoek. Voor de oorlog woonde de familie Bemelmans aan de Walravenstraat. Moeder kookte voor de gasten in het nabijgelegen hotel L'Empereur. Als het daar te druk was, sliep de Amsterdamse zangeres Amy Cok geëngageerd door de toenmalige dancing Paviljoen - wel eens bij haar thuis. "Op die manier raakte ik bevriend met Amy's zoontjes Herman en Bobby", zegt Bemelmans. In 1941 werd de Joodse zangeres met haar zoontjes door de Duitse bezetters op de trein naar Amsterdam gezet. Bemelmans hoorde nooit meer iets van ze. De herinnering aan die 'lieve mevrouw' en haar aardige zoontjes liet hem echter niet los. Een paar jaar geleden besloot hij om op zoek te gaan. Naar Amy, of als die niet meer leefde - wat gezien haar leeftijd destijds niet ondenkbaar was - 'de jongens' Herman en Bobby. Het werd een lange zoektocht. En lange tijd leek die uitzichtloos. Niemand kende de familie Cok. Tot Bemelmans uiteindelijk in contact kwam met het Joods Historisch Museum in Amsterdam.
Samenvatting2:
Uit de gegevens van het museum bleek dat Amy Cok - die in werkelijkheid Eva heette - op 10 september 1942 in Auschwitz was vermoord. Maar het museum had ook goed nieuws voor Bemelmans: 'de jongens' hadden de oorlog waarschijnlijk overleefd. Bemelmans verzette de bakens en concentreerde zich volledig op het vinden van 'de jongens'. Ook dat leverde aanvankelijk niets op. Maar opeens kreeg hij een briefje van ene Max Kleerekoper uit Amsterdam, die de oproep van Bemelmans in het Nieuw Israelietisch Weekblad had gelezen. Kleerekopers moeder was hertrouwd met de grootvader van 'de jongens' en kende hen dus. Helaas, ook Kleerekoper had verder weinig goed nieuws te melden. Herman was in 1955 geëmigreerd naar Australië en had alle banden met de familie in Nederland verbroken. En zijn broer - niet Bobby, maar Robbie - was in 1966 om het leven gekomen bij een verkeersongeluk. Het enige dat hij verder nog wist, was dat Robbie een dochter had 'die waarschijnlijk in Amsterdam woont'. Na enig speurwerk wist Bemelmans de dochter van Robbie, de kleindochter van Amy dus, te traceren. Ze heet net als haar oma Eva, wordt Evelyn genoemd, is getrouwd met André van Mourik en heeft samen met haar man een drukke handel in aardappelen en groente in Diemen. Evelyn van Mourik is 'ontroerd' dat Bemelmans haar al zo lang zoekt, vertelt ze. "We hebben elkaar kort via de telefoon gesproken. Het lijkt mij een hele lieve man. Volgende week zijn we weer een paar dagen in Maastricht. Natuurlijk ga ik dan even bij hem langs." Ze verheugt zich enorm op de ontmoeting met Bemelmans. "Ik weet heel weinig van mijn familie", zegt ze. "Ik was amper drie toen mijn vader verongelukte. Ik heb dus niemand aan wie ik iets kan vragen over mijn grootmoeder. Ik heb bijvoorbeeld nooit geweten dat zij in Valkenburg zong.
Samenvatting3:
Ik hoop dat meneer Bemelmans mij iets meer kan vertellen over haar." Wiel Bemelmans kijkt net zo uit naar de ontmoeting met Evelyn van Mourik. "Ik zal haar in elk geval het huis laten zien waar haar oma, haar vader en haar oom toentertijd logeerden", zegt hij. "Dat zal ze vast leuk vinden." Nou en of, zegt Van Mourik: "Ik zal maar een doos tissues meenemen..."
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Stolpersteine in Broekhem
Datering:
2017
Titel:
Stolpersteine in Broekhem
Auteur:
John Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 24 (2017) nr. 1 (juni), p. 13-16
Samenvatting:
In 2016 zijn er voor de huizen in Broekhem, waar Joodse families gewoond hebben die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd zijn, zogenaamde Stolpersteine (struikelstenen) in het trottoir aangebracht.
De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (*1947 Berlijn) startte in 2000 zijn ‘Stolpersteine-project’. Hij maakt messingplaatjes in klinkerformaat met daarop de namen van gedeporteerde Joodse burgers. De plaatjes worden in trottoirs aangebracht en vormen op die manier in heel Europa een herinnering aan de weggevoerde Joodse plaatsgenoten die slachtoffer van de nazi’s zijn geworden. De kunstenaar noemt ze ‘Stolpersteine’, omdat “je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen”.
In Broekhem zijn twee plaatjes aangebracht voor Jozef Günsberg en voor Curt Hirschberg. Hun namen staan ook vermeld op de gedenksteen bij de Joodse begraafplaats aan de Cauberg.

Familie Günsberg
Jozef Günsberg werd geboren in 1895 te Nadworna (Polen) en vluchtte in 1937 van Essen naar Valkenburg. Eerst woonde hij aan de Daelhemerweg, daarna in de Lindenlaan en tenslotte in 1941 op het adres Koningswinkelstraat 57 (nu huisnummer 7).
Hij was van beroep koopman en gescheiden van Bertha Zwecker en vader van drie kinderen: Gerold, die al in 1938 naar Amerika vertrokken was en Fanny-Susanne (*1927) en Lothar (*1928) die in het centraal Israëlisch Wees- en doorgangshuis te Leiden verbleven.
Aan de Koningswinkelstraat 57 woonde Pie Meijers met zijn vrouw en kinderen o.a. Kittie en Mia. Günsberg was voor Meijers geen onbekende en vroeg hem of hij niet wist waar een Joodse man zou kunnen gaan wonen, nu hij weg moest waar hij nu woonde? Meijers begreep zijn vraag heel goed en nam hem in huis. Er werden twee kamers leeggemaakt en Jozef Günsberg kwam bij hun wonen.
Samenvatting2:
De kinderen Fanny en Lothar kwamen in de vakanties van 1941 naar hun vader waardoor ze in contact kwamen met de kinderen Meijers. In 1942 werd het moeilijk voor Fanny en Lothar. Vader Meijers ging daarom naar Leiden om de kinderen op te halen, maar ze mochten niet mee. Fanny gaf Meijers wat spulletjes mee en foto’s van haar familie en van haar (half Joods) vriendje Daniël de Vries.
Jozef behoorde tot de eerste groep Joden die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg gedeporteerd en 6 dagen later in vernietigingskamp Auschwitz vergast werden. De kinderen Fanny-Susanne en Lothar werden op 18 maart 1943 uit het doorgangshuis te Leiden gehaald en naar Westerbork gebracht en van daaruit naar vernietigingskamp Sobibor (Polen) waar ze op 26 maart 1943 om het leven zijn gebracht.

Gebroeders Hirschberg
Curt Hirschberg en zijn tweelingbroer Erwin werden in het jaar 1900 in Breslau (D.) geboren. Vanwege het opkomende Nazi-regime in Duitsland week de weduwe Hirschberg-Mandowsky met haar twee zonen in 1937 uit naar Valkenburg. Eerst woonden zij in de Wilhelminalaan, maar 5 jaar later verhuisden zij naar Broekhem 178 (nu huisnummer 95: Huize Buitenlust).
De gebroeders Hirschberg waren bioscoopexploitanten van beroep. Na hun deportatie in augustus (Curt) resp. november 1942 (Erwin), kwamen beiden via Kosel (Polen) terecht in het beruchte werkkamp Blechhammer (Polen), waar Curt in 1943 overleed. Erwin wist ondanks de vele ontberingen te overleven en keerde terug naar Heerlen en overleed in 1976 te Den Haag.
Samenvatting3:
Joden in Houthem
In Houthem woonden ook enkele Joodse families, maar slechts van zeer korte duur. Het echtpaar Kopf-Weinrieb en beide dochters kwam op 2 mei 1933 uit Düsseldorf naar de Beekstraat in Houthem en vertrok weer op 15 januari 1934 naar Valkenburg. Moeder, Esther Weinrieb, kwam in 1943 om te Sobibor en haar oudste dochter, Frieda Kopf overleed in 1942 te Auschwitz. Vader, Elias Kopf overleed reeds in 1942 te Heerlen en de jongste dochter Klara overleefde de oorlog.

Mojzesz Leib Eisenberg en zijn vrouw Marja Goldberg vertrokken op 25 oktober 1935 uit Houthem naar Valkenburg. Beiden overleden te Auschwitz in 1942 resp. 1944.

In dit kader wil ik de Joodse familie Nathan-Friesem niet onvermeld laten. Deze Joodse familie had meer geluk en wist in zijn geheel de oorlog te overleven. Willy Nathan werd geboren in 1901 te Heimbach (D.) en vluchtte in 1937 met zijn echtgenote Hilde Friesem en hun zonen Fredo en Gerry vanuit Düren naar Valkenburg, alwaar hij als vrachtrijder en hoteleigenaar de kost probeerde te verdienen. In augustus 1942 gaf het gezin geen gehoor aan de oproep tot deportatie en dook onder in het huis van het kinderloze echtpaar Curfs-Drummen aan de Vroenhofweg bij de spoorwegovergang tussen Houthem en Meerssen (nu: huisnummer 3). Willy woonde daar met zijn echtgenote en twee zonen op de bovenverdieping samen met het jonge echtpaar Johan Kengen en Annie Drummen (nicht). Ze verbleven daar 25 maanden. Na de bevrijding vertrok de familie naar Amerika.
Samenvatting4:
Bronnen
- Familie-archief Wiel Curfs, Vroenhofweg 3 te Meerssen, interview door John Odekerken, 2013
- Samen door het vuur : Valkenburg tijdens de 2e Wereldoorlog / Jacquo Silvertant, Valkenburg, 2013
- “Herinneringen aan Joods Valkenburg”, expositie in Museum Land van Valkenburg, 2014
- 42 Joodse Valkenburgers opgepakt en vermoord / Jan Diederen, Valkenburg, 2016
- Valkenburg herdenkt haar omgekomen Joodse medeburgers / Henk Vossen. - In: Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 24 (2016) nr. 9, (25 juni)
- Weerzien met verleden / Mia Meijers (*1933; Berkelplein 142, tel. 043-6013307). - In: weekblad 1Valkenburg d.d. 10-8-2016
Foto’s: www.joodsmonument.nl

Zie ook: Ria Gerritsen, het onderduikstertje bij de familie Mulleneers / Marij de Goede-van Gelder.- In: ’t Sjtegelke (2004) nr. 21, p. 21-25

Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Datering:
2016
Titel:
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 24 (2016) nr. 9 (25 juni), p. 1-2
Samenvatting:

Dat miljoenen Joden werden gedeponeerd tijdens de 2e Wereldoorlog en nooit meer zijn teruggekeerd, is algemeen bekend. Van de uit Valkenburg gedeporteerde 43 joden overleefde slechts een van hen.
Twee van de slachtoffers van de Holocaust Jozef Gûnsberg en Curt Hirschberg woonden in Broekhem.
Op initiatief van Henk Vossen is er een Stichting opgericht die er naar streeft om ter nagedachtenis van de omgekomen Valkenburgse Joden, zogeheten struikelstenen aan te brengen in de stoep vóór het huis van waar uit zij werden gedeporteerd. Op 7 november 2014 werden de eerste 18 struikelstenen gelegd vóór de huizen waar deze joden woonden.
Op 10 juni jl. werden 12 nieuwe struikelstenen gelegd, waarvan 2 te Broekhem.

Een ter nagedachtenis aan Jozef Günsberg (Koningswinkelstaat 7) en een ter nagedachtenis aan Curt Hirschberg (Broekhem 95). Bij de steenlegging werd bij beide levens stilgestaan met het lezen van onderstaande korte levensschetsen.

Jozef Günsberg, geboren in 1895, behoort tot de eerste groep Joodse mensen die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg wordt gedeporteerd.
Vanuit Essen is hij naar Valkenburg gekomen, eerst woonde hij op de Daelhemerweg, daarna in de Lindenlaan en tenslotte op het adres Koningswinkelstraat 7
Hij is gescheiden en vader van 3 kinderen namelijk Gerold, die al in 1938 naar Amerika vertrokken is en verder een zoon Lothar en een dochter Fanny-Susanne. Net als hun vader ondergaan zij het wrede lot om gedeporteerd te worden en in het vernietigingskamp Sobibor worden ze omgebracht.
Wat er met Bertha Zwecker gebeurd is, zijn gescheiden vrouw, is tot op heden onbekend.
Samenvatting2:
Curt Hirschberg en zijn tweelingbroer Erwin werden in 1900 in Breslau geboren. In 1937 komen ze naar Valkenburg. Eerst wonen ze in de Wilhelminalaan, maar 5 jaar later verhuizen ze naar Broekhem.
Na hun deportatie in 1942 komen ze beiden terecht in het beruchte werkkamp Blechhammer, waar Curt in 1943 overlijdt.
Zijn tweelingbroer Erwin weet ondanks de vele ontberingen te overleven.
Hij keert terug naar Limburg, namelijk naar Heerlen in de Nobelstraat. Later verhuist hij naar Den Haag, waar hij in 1976 overlijdt.
Hun moeder woont op de Berkelstraat en voordat zij gedeporteerd zou worden in april 1943, sterft zij een natuurlijke dood. Haar graf bevindt op de Joodse begraafplaats aan de Cauberg.
Samenvatting3:
Wat zijn struikelstenen?
Oorspronkelijk heten ze "Stolpersteine" (stolpern betekent struikelen). Kubusvormige betonnen stenen met een messing bovenplaat. De stenen worden geplaatst in het trottoir voor de huizen waaruit de Joden gedeporteerd werden. Via Westerbork werden zij kort daarna in de diverse concentratiekampen vermoord. De struikelstenen zijn ongeveer 10 bij 10 cm en liggen gelijk met het trottoir. Op het messing plaatje staat de naam, geboortejaar en plaats en datum van de vermoorde Joodse medeburgers vermeld. Het leggen van struikelstenen is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die sinds 2000 inmiddels ruim 56.000 struikelstenen heeft geplaatst in honderden plaatsen in Duitsland en vele andere Europese landen, waaronder ook reeds in meer dan honderd steden en dorpen in Nederland.
In het boek "42 Joodse Valkenburgers opgepakt en vermoord' geschreven door Jan Diederen, is uitvoerige informatie samengebracht over de joodse gemeenschap van Valkenburg in de oorlogsjaren.
Het boek is op onderstaand adres te koop voor € 10,— en wordt in Valkenburg eventueel bezorgd.
Voor informatie over de "Stichting Struikelstenen Valkenburg aan de Geul" of aanvullende informatie;
Henk Vossen
Prinses Christinalaan 3
6301 W Valkenburg a/d Geul
Tel: 043-4511312
e-mail:vosje-108@hotmail.com
Geografische namen: