Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1914

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
7454 Notulen gemeenteraad Vlissingen
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1914
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1914
Jaar:
1914
Pagina:
100
Is onderdeel van:
4 Juni 364
de bepaling de positie der gemeente niet verzwakt. Als Burgemeester en Wethouders de verzekering geven,, dat dit niet zoo is, dan zijn de voorstellers bereid het amendement over te nemen-
Wat de mate van heffing betreft zijn zij bereid ook in dit opzicht met het amendement van Burgemeester en Wethouders mee te gaan.
De heer VAN RAALTE sprak daarop het volgende: Mijnheer de Voorzitter.
Het zal U wel niet bevreemden, wanneer ik een woord van protest laat hooren tegen het door de Heeren Staverman en Tichelman ingediende voorstel tot wijziging van de verordeningen, regelende de heffing en de invordering eener plaatselijke belasting op het gebruik van openbaren gemeentegrond in de gemeente Vlissingen.
Wat is de bedoeling van de voorstellers?
De bestaande verordening vastgesteld den 9en April 3 900 voorziet ongeveer in alles, wat betrekking heeft op het gebruik van gemeentegrond met uitzondering van buizen, geleidingen, kabels of rails. Met de nieuwe verordening kan dus alleen bedoeld zijn twee ondernemingen te treffen omdat in de concessiën voor het leggen van electrische geleidingen en de gascon- cessie het heffen van belasting voor het gebruik maken van gemeentegrond uitdrukkelijk is verboden.
Het nieuwe voorstel kan dus alleen betrekking heb¬ ben op de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" en de Vlissingsche Duinwaterleiding.
Wat de eerste Mij. betreft, wil ik er uitdrukkelijk op wijzen, dat het onnoodig is daarvoor een nieuwe verordening in het leven te roepen, omdat de Maat¬ schappij „de Schelde" gewoon is voor elke vergun¬ ning, welke zij vraagt aan de gemeente, ruim te betalen, wat de Raad haar vraagt. ,
Wat de waterleiding betreft, is mijn vraag, of het
165
4 Juni
niet in strijd is met de goede trouw, om een derge¬ lijke belasting in te voeren, zoolang de concessie door de gemeente Vlissingen aan de Vlissingsche Duinwaterleiding Maatschappij verleend, nog loopende is, en deze Maatschappij recht van verlenging heeft. En indien het in strijd met de goede trouw mocht zijn, dan is het de vraag, of op eene dergelijke belastingverordening de goedkeuring van de Koningin te wachten is. En zelfs indien die goedkeuring ver¬ kregen mocht worden, dan rijst nog de vraag of er geen rechtsmiddelen zouden bestaan om de gemeente Vlissingen te dwingen de schade, die de voornoemde Maatschappij door de verordening zal lijden, te vergoeden.
Blijkens den inhoud der overeenkomst, tusschen de gemeente Vlissingen en de Duinwaterleiding-Maat¬ schappij bestaande, heeft de gemeente de voorkeur er aan gegeven, ofschoon zij in het bezit was van de daartoe noodige duinen, niet zelf de duinwater¬ leiding te gaan inrichten en exploiteeren. gelijk dit in vele andere plaatsen geschiedt, (b.v. Amsterdam, 's Gravenhage en Middelburg) maar aan de Duinwater¬ leiding-Maatschappij concessie verleend om het water te leveren, ten behoeve der gemeente Vlissingen onder voorwaarde, dat de verkoopprijzen van het water aan ingezetenen van Vlissingen een zeker maximum niet zouden overschrijden, dat de Mij. bij brand gratis water tot blussching zou moeten leveren en aan de gemeente bovendien een hoeveelheid kubieke meters water per maand zou moeten verstrekken, terwijl die maatschappij niet alleen de kosten van de gehéele installatie, van de gebouwen en inrichtingen voor de waterleiding ter bé- oordeeling en goedkeuring der gemeente zou moeten bekostigen, maar bovendien na noodige öpbreking van den grond tot het aanleggen of wijzigen van geleidin¬ gen of buizen aan de gemeente zou moeten vergoeden de kosten van herstel van den openbaren grond (pla-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief
laatste wijziging 03-07-2018
1 gedigitaliseerd