Uw zoekacties: Watermolen Den Haller wordt voor het eerst vermeld in een oo...

Prentbriefkaarten (PBK) ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Prentbriefkaart
1653 PBKR6136 Watermolen Den Haller wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1169 en is daarmee, na de Bisschopsmolen in Maastricht, de oudste nog werkende watermolen in Nederland.
De heerlijkheid Diepenheim met de molen werd in 1331 gekocht door de bisschop van Utrecht, Jan van Diest. Wegens geldgebrek verpandde hij de molen in 1336 aan de Heer van Brederode, de graaf van Gelre. Doordat de bisschop later de schuld inloste met de hulp van de steden Zwolle, Kampen en Deventer, kregen deze steden medezeggenschap. Deventer kreeg het recht troepen in Diepenheim te legeren en de stad heeft nog eeuwenlang de zeggenschap over de beek en de molen gehad. Deventer zorgde ook voor onderhoud en reparaties.
Vanaf de 17e eeuw tot was de molen eigendom van de stad Deventer. Begin 1870 werd hij verkocht aan Jan Hallers, die al vanaf 1846 pachter was. Na hem kwamen de molenaars uit de familie Tellmann, tot in de jaren 1970. Graaf Schimmelpenninck van kasteel Het Nijenhuis verwierf de molen in 1895. Hij schonk hem in 1912 aan de gemeente Diepenheim, onder voorwaarde dat de gemeente de molen steeds in werking moest houden, en doneerde er een onderhoudsfonds bij. In 2007 is de molen overgegaan in handen van Stichting Den Haller.
Restaurant Den Haller bevindt zich in de voormalige boerderij die in 1680 is gebouwd als molenaarswoning. Zoals vaker gebeurde werd er de wachtende boeren ("wie het eerst komt, die het eerst maalt") een borrel geschonken.
, 1970-00-00
Titel:
DIEPENHEIM, Watermolen. ;
Beschrijving:
Watermolen Den Haller wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1169 en is daarmee, na de Bisschopsmolen in Maastricht, de oudste nog werkende watermolen in Nederland.
De heerlijkheid Diepenheim met de molen werd in 1331 gekocht door de bisschop van Utrecht, Jan van Diest. Wegens geldgebrek verpandde hij de molen in 1336 aan de Heer van Brederode, de graaf van Gelre. Doordat de bisschop later de schuld inloste met de hulp van de steden Zwolle, Kampen en Deventer, kregen deze steden medezeggenschap. Deventer kreeg het recht troepen in Diepenheim te legeren en de stad heeft nog eeuwenlang de zeggenschap over de beek en de molen gehad. Deventer zorgde ook voor onderhoud en reparaties.
Vanaf de 17e eeuw tot was de molen eigendom van de stad Deventer. Begin 1870 werd hij verkocht aan Jan Hallers, die al vanaf 1846 pachter was. Na hem kwamen de molenaars uit de familie Tellmann, tot in de jaren 1970. Graaf Schimmelpenninck van kasteel Het Nijenhuis verwierf de molen in 1895. Hij schonk hem in 1912 aan de gemeente Diepenheim, onder voorwaarde dat de gemeente de molen steeds in werking moest houden, en doneerde er een onderhoudsfonds bij. In 2007 is de molen overgegaan in handen van Stichting Den Haller.
Restaurant Den Haller bevindt zich in de voormalige boerderij die in 1680 is gebouwd als molenaarswoning. Zoals vaker gebeurde werd er de wachtende boeren ("wie het eerst komt, die het eerst maalt") een borrel geschonken.
Datering begin:
1970-00-00
Datering eind:
1995-00-00
Adres:
Diepenheim, [geen straatnaam] Watermolenweg 32  
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Drukker:
[JosPe (Arnhem)]JosPe (Arnhem)
Afmeting:
breedte 15 centimeters x hoogte 11 centimeters
Oud nummer:
PBKR6136