Belendingen:
ten westen: 'de vaert';
ten oosten: 'het voorlant' en 'het afterlant';
ten zuiden: de Bobeldijck en de ten zuiden daarvan gelegen 'graft'.

In het zuiden een fraaie tekening in vogelvlucht van de Bobeldijk met het huis en tuin bij de Berkhouter Brug. Het gekarteerde perceel wordt van noordwest naar zuidoost doorsneden door de Slimtocht.

Tekst in de cartouche:
'Anno 1686 den 19 en den 26 juny heb ick door ordere van d'e[dele] vaderen van 't weeshuis gemeten het lant leggende benoorden de Bobeldijck, nevens de Berckhouter Brugh, dat Jan Kijnsen nu tegenwordich is gebruyckende, en hetzelven groot bevonden binnen sijn kanten, te weten de kortelingh met het huis en thuyn daerop staende 271 1/4 vierkante roeden, en het voorlant 4 morgen en 294 3/5 vierkante roeden, en het afterlant 4 morgen en 261 roeden, en de deemt 406 1/2 vierkante roeden ende Pieter Tuenises lant groot 469 3/20 vierkante roeden. Is tesamen 10 morgen 502 1/2 vierkanten roeden, alles Drechterlanse maet;de 22 november 1687, Albert Jansen van Dam, geadmitteerde lantmeter.'

Onderaan een prachtige landschapstekening met links en rechts van de cartouche aan weerszijden twee weesjongens met landmetersgereedschap (passer en meetlat).