VHP002000037_0434 Rondom de hele Koemarkt zijn nu veel uitgaans- en eetgelegenheden te vinden. Vroeger waren dit bijna allemaal zogenoemde “Dinsdaghuizen”, omdat dit cafés en koffiehuizen waren die vrijwel alleen op dinsdag geopend waren. Die marktcafés waren nodig voor afrekening. Als op de markt tijdens het handjeklap het woord “geluk” klonk, was de koop rond. Daarna zocht men een koffiehuis/café op om onder het genot van een borrel af te rekenen. Dat ging altijd met contant geld, hoe hoog de bedragen ook waren. En de verkoper, degene die het geld ontving, betaalde het drankje. (Bron: Jan Dekkers: “Van Kaatjessteeg tot Padjedijk, herkomst van de Purmerendse straatnamen”).