Uw zoekacties: Humoristisch Weekblad, 1875-07-17; p. 6

Humoristisch Weekblad ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Humoristisch Weekblad, 1875-07-17; p. 6
Naam tijdschrift:
Humoristisch Weekblad
Pagina:
6
Datum:
1875-07-17
Jaargang:
1875
Is onderdeel van:
PAG. 230.
HUMORISTISCH WEEKBLAD.
>WAT KAN MEN ER TEGEN DOEN?"
Heihuizen is een groot, maar stil dorp in Overijse!, dat eenige jaren geleden nog op geen andere wijze met de buitenwereld verbonden was dan met de historische diligence , die zoowel het personen- als brievenverkeer onderhield, en in de Gouden leeuw afreed. Geen wonder, dat de kastelein een zeer gezien man was, daar hij als directeur der diligence¬ onderneming en als brievengaarder een belangrijke positie bekleedde.
»Wat kan men er tegen doen?" was in alle omstandig¬ heden een van zijn meest geliefkoosde uitdrukkingen, waar¬ mede hij zich troostte over de rampen en de bezwaren van het aardsche leven. »Wat kan men er tegen doen ?" zeide hij als de kleine Hans naar school ging in plaats van in den bijbel te lezen, en in weerwil van het verbod met andere kinderen in de sneeuw rolde, in plaats van zich met de geschiedenis van Jozef te vermeien.
Banner was nl. een man van den ouden stempel, in wiens woning steeds de grootste orde heerschte, die bijna aan pedanterie grensde. Men verzekerde zelfs, dat de ko¬ peren hoepels der vaten in den kelder wekelijks werden geschuurd en dat de »postmeester," zoo werd Banner in de wandeling genaamd, zijn knechten nog regelmatig les in het rijden gaf.
In de herberg stond zijne vrouw, de liefhebbende moeder zijner kinderen, hem steeds getrouw ter zijde , en als zij 's middags de dampende schotels op tafel zette zuchtte hij met een gelukkig gelaat: »Moge de lieve hemel onze moeder I" terwijl hij schertsend metnog lang in het leven sparen I" terwijl hij schertsend met het stompje van zijn linker wijsvinger dreigde, die hij in '30 had verloren.
Met de grootste nauwkeurigheid zorgde hij voor den diligence-dienst en het postverkeer, en de boeren waren niet weinig trotsch op hun wakkeren postmeester, terwijl zij steeds met genoegen de flinke paarden nakeken die zoo
vlug met het zware rijtuig wegdraafden. In alles wat den dienst betrof moest steeds de grootste stiptheid worden in acht genomen en gedoogde hij geen de minste insubordinatie. Men fluisterde zelfs, dat hij in zoo'n geval wel eens tot gevoelige straf zijn toevlucht nam.
Te midden van het geluk dat Banner en zijn gezin ge¬ noot werd de moeder ziek en stierf na weinige dagen. Diep geschokt en zwijgend stond de verslagen echtgenoot aan haar sterfbed en kuste haar reeds koude hand, terwijl de kinderen als in tranen wegsmolten. Drie dagen later bewoog zich een begrafenisstoet naar het kerkhof, door bijna de geheele bevolking der plaats gevolgd ; allen treurden met den »post¬ meester" om het verlies zijner vrouw en bijna geen oog bleef droog, zelfs niet dat van den grijzen doodgraver, die reeds zoo menigeen ten grave had helpen brengen.
Toen eindelijk de kist was afgelaten en allen een schop aarde er op hadden geworpen, zuchtte Banner: »Wat kan I" en toen was eensklaps alle uiterlijkemen er tegen doen I" en toen was eensklaps alle uiterlijke smart bij hem verdwenen. Stil en in zich zelf gekeerd ging hij met zijne kinderen naar huis.
Sedert dien tijd ontstond een geheele verandering in Banner's woning, hoewel de gewone orde en regelmaat er bleven heersenen. De oudste dochter Anna moest geheel de plaats van hare moeder vervullen; zij moest in keuken en kelder alles regelen en voor de jongere broeders en zusters zorgen , zoodat zij ruimschoots werk had. Banner daaren¬ tegen ging zelden meer uit en bijna nooit anders dan wanneer hij voor zaken naar de stad moest. Zelfs beweerde men, dat hij zijn gewone spreuk ontrouw was geworden.
Zooals men licht kan begrijpen was het eentonige leven in huis voor Anna alles behalve prettig. Hoe lief zij haar vader ook had reikten haar wenschen en verlangens verder dan den kring van het stille dorp. Eenige weken na den dood harer moeder bereikte zij haar zeventiende jaar.
Zij was een allerliefst meisje, slank, met lange blonde lokken en helder blauwe oogen . Geen wonder dus, dat de iSjarige zoon van den schoolmeester reeds lang een oogje op Anna had laten vallen , doch uit vrees voor de gestreng¬ heid van haren vader en daar hij toch niet aan haar ideaal beantwoordde, had Anna nooit eenige liefdesbetrekking met hem willen aanknoopen.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer