Arnold Marinas, zonder beroep, wonend in Zeelst, verklaart een der erfgenamen te zijn van een zekere juffrouw De Wael, weduwe Martens, gewoond hebbende en overleden in Antwerpen. Hij verzoekt om rectificatie van de trouwakte van zijn grootvader, die overigens ook in zijn doop- als overlijdensakte Jacobus Franssen wordt genoemd terwijl dat Jacobus Leemans moet zijn. In het trouwboek had moeten staan: contraxerunt matrimonium Jacobus Leemans et Joanna Martens. Getuigen: Johanna Maria van Bommel (85), wed. van Philippus de Rooij, zonder beroep, Willem Kuijpers (76), landbouwer, Helena Bazelmans (76), wed. van Arnold de Greeff, spinster, Lambert Senders (73), wever, Hendrik van der Heijden (70), landbouwer, Hendricus van Stiphout (70), wever, en Johanna van Rooij (69), huisvrouw van Thomas van der Weijden, spinster, allen wonend in Zeelst. Zij verklaren Jacobus Leemans, die in de wandeling Jacobus Franssen werd genoemd, goed gekend hebben. Jacobus Leemans had drie wettige kinderen, te weten Ida, Geertruida en Franciscus, alle drie in het doopboek opgenomen als kinderen van Jacobus Franssen en Joanna Martens. Deze kinderen zijn alle drie getrouwd onder hun familienaam Leemans.

Daniel Leemans (41), koopman in Woensel, wonend in Grobbendonck, kanton Herenthals, provincie Antwerpen, beweert dat hij erfgenaam is van mejuffrouw De Wael, weduwe Martens, overleden in Antwerpen. Hij kan dat echter niet bewijzen omdat enkele doopbewijzen onjuist zijn. De doopakte van zijn grootvader Franciscus Leemans en zijn oud- tante Geertruda Leemans zijn in het doopregister van Zeelst abusievelijk ingeschreven als kinderen van Jacob Franssen. Getuigen: Johanna Maria van Bommel (84), weduwe van Philippus de Rooij, zonder beroep, Willem Kuijpers (75), landbouwer, Helena Baselmans (75), weduwe van Arnold de Greeff, spinster, Lambert Senders (72), wever, Hendrik van der Heijden (69), landbouwer, Hendricus van Stiphout (69), wever, en Johanna van Rooij (68), huisvrouw van Thomas van der Heijden, spinster, allen wonend in Zeelst. Zij verklaren dat Franciscus en Geertruda Leemans wettige kinderen zijn van Jacobus Leemans, in de wandeling genaamd Jacob Franssen. Plaats van handeling: klooster Ten Hage onder Woensel.

Jan de Greeff, schoolonderwijzer in Zeelst, verzoekt als erfgenaam om ontzegeling van de nagelaten goederen van wijlen de Weleerwaarde Heer Jan de Greeff, RK priester, overleden in Woensel op 24 oktober 1816. De verzegeling vond plaats op 26 oktober 1816. Antoni van Baer, vrederechter, zal deze handeling verrichten, geassisteerd door de griffier. Aanwezig zijn: Helena de Greeff, weduwe van Wilhelm van Houtum, tapster, wonend in Woensel, Maria de Greeff, spinster in Zeelst. Absent zijn de drie broers: Peter de Greeff, wever, wonend in Edegem bij Antwerpen, Leonardus de Greeff, wever, wonend in Ganshoren bij Brussel, en Hendrik de Greeff, wever, wonend in Melsele bij Antwerpen. Zij worden vertegenwoordigd door notaris Marcelis de Witt, benoemd door de president der rechtbank van eerste aanleg, zitting houdende in Eindhoven. Dirk van Vlokhoven wordt ontheven van zijn functie als zegelbewaarder. Willem van den Boer, 'rademaker' in Woensel, wordt door de erfgenamen verzocht om de waarde der goederen te schatten. Helena de Greeff verklaart niet te kunnen ondertekenen 'uit hoofde van haar zwak gezicht'.

Jan de Greeff, RK priester, is op 24 oktober 1816 om circa 9 uur in de voormiddag overleden inn woonhuize van weduwe Wilhelm van Houtum, tapster in Woensel. Tot zijn waarschijnlijke erfgenamen heeft hij achtergelaten zijn volle neven, te weten: Peter de Greeff, wonend in Edegem in België, en Hendrik de Greeff, wonend in Melsele in België. Op hun verzoek wordt de inboedel verzegeld. Aanwezig in het sterfhuis: Helena de Greeff, weduwe van Wilhelm van Houtum, Andries van der Velden, haar schoonzoon, Anna Maria van Houtum, huisvrouw van eerder genoemde Andries van der Velden, die verklaarden de enige bewoners van het huis te zijn, uitgezonderd de minderjarige kinderen. Als zegelbewaarder wordt Dirk van Vlokhoven, wever in Woensel, aangesteld.