1950-0569 het leggen van een tijdelijke dam in de Maandagse watering als afsluiting van de boezem van het gedeelte van de Maandagse watering, ten noordoosten van die dam, voor het 's-winters afvoeren van het water van ongeveer 50 hectare land via de poldermolen, grenzend aan de Maandagse watering, waardoor 11165 vierkante meter boezemwater van de algemene boezem van Rijnland wordt afgesneden en dus het waterbergend vermogen van de boezem wordt verkleind; dat even- wel ongeveer 40 jaren geleden het nu af te sluiten water behoorde tot het water van de Hoogeveensche polder, zodat door het leggen van de dan de oude toestand wordt hersteld en er die geen aanleiding is een bijdrage aan het bemalingsfonds te eisen wegens de voorgenomen afsluiting van het betrokken boezemwater van de algemene boezem en dat beoogd wordt die dam jaarlijks opnieuw een te brengen, 08-11-1950