1 Jacob de Lange en zijn zuster Barbara de Lange verklaren met ingang van 21-12-1704 een jaarlijkse rente van f 13,-- schuldig te zijn aan Michiel Braber en zijn vrouw Elisabeth Bloemers, vanwege een obligatie groot f 325,-- Hollands. Onderpand: huis “de Overhage” met twee bouwhoven onder Cuijk te Heeswijk; perceel hooiland genaamd den Nieuwkamp op het Cuijkse Broek nabij den Drul. In kantlijn staat vermeld dat de lening op 28-06-1708 is afgelost. Gepasseerd te Cuijk voor W. Droevendael scholtus, Johan Crebber en Cornelis Boon, schepenen.

2 Jacob de Lange en zijn zuster Barbara de Lange verklaren met ingang van 21-12-1704 een jaarlijkse rente van f 45,-- schuldig te zijn wegens een obligatie van f 900,-- aan Johan Crebber de jonge en zijn vrouw Egberdina van den Wijenbergh. Onderpand: huis genaamd “Overhage” en de 2 daarbij horende bouwhoeven onder Cuijk, Heeswijk; hooikamp op het Cuijkse Broek nabij de Drul. In de kantlijn staat vermeld dat de lening op 24-06-1708 is afgelost. Gepasseerd te Cuijk voor W. Droevendael scholtus, Johan Crebber en Cornelis Boon, schepenen.

3 Jacob de Lange en zijn zuster Barbara de Lange verklaren met ingang van 07-01-1704 schuldig te zijn aan de Armen van Cuijk en Heeswijk jaarlijkse rente van f 40,-- wegens een obligatie groot f 800,-- . Onderpand het huis genaamd “Overhage” en de 2 daarbij horende bouwhoeven met de huizen en schuren en alle landerijen onder Cuijk, Heeswijk; een hooikamp, genaamd de Nieuwe Kamp op het Cuijkse Broek nabij de Drul. Gepasseerd te Cuijk voor W. Droevendael scholtus, Johan Crebber en Arnoldus Ruijsch, schepenen.

4 Hendrik Ebben, Jacob Schellingen en Jan Peters als momboiren, volgens octrooi van de ambtman van 02.12.1703, aangesteld over de kinderen van wijlen Peter Ebben en zijn vrouw Marij Peter verkopen aan Peter Goduaerds en zijn erven een huis, hof en bijgelegen land te St. Agatha, grenzend in het westen aan Thijs Driessen, oosten en zuiden de gemene straat, noorden vrij erf voor f 304,-- en 10 hogen. Opgemaakt te Cuijk voor W. Droevendael, scholtus, Cornelis Boon en Arnoldus Ruijs, schepenen te Cuijk.