1 Annemie Johannis van Eijndhoven, wonend te Vught onder speciaal verband van 2/3e in huisje en hof op het Marktveld, een zijde Piet van Kasteren, andere zijde Marten Peter van Rooij, strekkend voor het Marktplein, achterwaarts tegen dorps waterloop bekent 185 gulden schuldig te zijn aan Paulus Gerrit Aarts, wonend te Vught en Arnoldus van Oers, wonend te Boxtel in kwaliteit als voogden over de drie minderjarige kinderen genaamd Hendrien, Gerhardus en Hendricus, kinderen van Paulus Gerrit Aarts, hetgeen ze binnen een jaar zal terug betalen.

2 Anthonie Hendrik van der Heijden en Adriaan van Hest, wonend te Vught beiden in kwaliteit als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Leendert Vervoort, dewelke vermogensautorisatie van schout en schepenen van Vught 7-12-1805 voor de ene helft en Corstiaan van Nunen, wonend te Vught, stiefvader van de genoemde minderjarigen, mits afstand van tocht, bij akte 24-12-1805 voor wederhelft verkopen aan Jan Verhellouw, wonend ’s-Hertogenbosch teulland genaamd Heerensweij te Vught langs de Steenweg tegenover geweeze Groote Barrière en voornoemde Corstiaan van Nunen staande huwelijk met moeder van minderjarigen, weduwe Leendert Vervoort, aangekomen bij kop van Hubertus Bloks weduwnaar van Maria Heeren en P. Schouten 20-12-1800.

3 Henricus Gruijthuijzen, wonend te Eindhoven voor zich en zijn minderjarige zoon Mattijs Gruijthuijzen, daartoe gemachtigd bij autorisatie van schepenen van Eindhoven 4-2-1806; Anthonie Gruijthuijzen, wonend te Tilburg en Cornelis van Heck gehuwd met Elizabeth Gruijthuijzen, wonend te Esch verkopen aan Johannes van Heeswijk, wonend te Esch derde part in perceel moerputten en houtwas onder Vught ter plaatse genaamd den Brand, hen aangekomen bij successie.

4 Martinus van Gulp, wonend te Vught compareert 18-1-1806 voor Antoni Bolsius, notaris te ’s-Hertogenbosch en bekent 100 gulden schuldig te zijn aan Joannes Coppens, boekdrukker wonend te ’s-Hertogenbosch, belovend de schuld terug te geven, maar wil de periode verlengen.