122 Jan van der Heijden te Macharen, Barend Kroes als gelaste van Jan Burgers weduwnaar van Johanna van der Heijden en Maria Burgers, meerderjarig hun ongehuwde dochter, beiden wonend te Hernen, verwijzing naar volmacht voor schepenen Macharen 06-08-1804 ter eenre; Jan van Oijen als gelaste van weduwe van Willem Moleveld ter andere zijdeals erfgenamen van Arnoldus van der Heijden en Maria Catharina van Nuland, echtelieden ter andere zijde wonend te Macharen, verwijzing naar volmacht voor schepenen van Macharen 07-07-1804. Erfgename van Maria Catharina van Nuland, in leven vrouw van Arnoldus van der Heijden voornoemd. Zij is overleden 20-10-1800, verwijzing naar hun testament van 06-07-1779 voor schepenen van Megen. Comparanten gaan over tot verdeling van de nalatenschap. Het 1e lot gaat aan de weduwe Willem Moleveld, te weten huis, hof, erf en aangelag op de Drievoord ter Macharen en aantal percelen land aldaar. Dit lot is belast met kapitaal van f 300,-- volgens obligatie van 01-05-1761 ten behoeve van beneficie van St. Anna te Megen en jaarlijks f 8,-- aan Maria Elisabeth van der Heijden wonend te Calcar. Het 2e lot gaat aan Jan van der Heijden voor helft en aan Barend Kroes als gelaste van Jan en Maria Burgers, de andere helft. Dit lot bestaat uit: huis en hof, erf en aangelag op de Drievoord te Macharen en aantal percelen land aldaar. De waterput bij de huizen is en blijft gedeeld, alsmede de uitweg. Bijgesloten zijn akte van insinuatie welke is gedaan door Johanna van Gennip weduwe en boedelhoudster van Arnoldus van der Heijden, geassisteerd met Rut van den Heuvel en Johannes van Schadewijk als haar gerechtelijke toegevoegde curatoren, aan Jan van der Heijden. Alsmede een akte van renunciatie van Elisabeth van der Heijden wonend te Calcar en Jan Burgers weduwnaar van Johanna van der Heijden en diens dochter Maria Burgers, beiden wonend te Hernen.