88 Deijlinge der twee kijnderen Jans Wouters de Cock.
Jan soone Jan Wouterss de Cock bijden zelven Jannen Wouterss de Cock ende wijlen Iken zijne huijsvrouwe dochter Jacob Sijmons van Hedel tsamen verweckt ende Catharina zijne wittige suster met Jacob Jacob Sijmonss, Huijbert Janss, Arien Jan Wouterss ende Jan Rutten haere momboiren; hebben gescheijden ende gedeijlt alle alsulcken goeden, gronden ende erffven als hen nae doode van hennen ouders zijn aengecomen ende achter gelaeten.
(1) Jannen Jan Wouters de Cock is te deel gevallen: huijs, hoff, hostadt met drie schaeren weijden inde grooten camp met twee calver schaeren, noch eenen mergen hoijlants oft tvierde gedeelt vanden peel beempt jaerlicx rijdende, noch eenen acker saijlants inden grooten hoff, noch een ackerken saijlants inden nieuwen hoff; noch den halven rijscamp tegens Jacob Jacob Sijmens affgedeijlt; noch de achterste horst tegens Jacob Sijmons affgedeijlt; noch ontrent 3 lopense lants opte eijnst tegens Jacob Sijmons affgedeijlt; altesamen in Berlicum op beeckvelt, tussen de limiten ende paelgenoten inde ierste deijlinge tegens Jacob Jacob Sijmons gedaen vande 3-7-1609 naerder geruert; belast met jaerlicx de helft van eenen jaerlijcken ontquijtbaeren chijns van 6 gulden 5 st. 2 ort aenden rentmeester vander Claren ten Bosch; noch een halff voeder hoijs jaerlix der claren clooster voors; noch over danderde jaere den montcost te geven die den hoender chijns comen ontfangen nae ouder gewoonten; noch 20 st. jaerlicx gespelten vuijt eenen meerderen chijns aen heer Gerart Reijnerss pastoir tot Liemde; noch 2 gulden jaerlicx den Claren clooster; noch 35 st. jaerlicx aen Huijbert Aertss; noch 3 gulden jaerlicx aen Henrick Willem Thijss.