Voor de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers is op twee plaatsen in de straat archeologisch onderzoek verricht. Daarbij zijn onder meer funderingen van voormalige gebouwen, een deel van de binnenste stadsgracht, een mogelijke kavelsloot, een beerkelder en waterputten gezien. Het vondstmateriaal dateert uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd en omvat naast aardewerk ook enkele munten en een versierde aardewerken kandelaar voor vijf kaarsen.

Bij een opgraving ter plaatse van de voormalige borg 'Huis te Beyum' zijn resten aangetroffen van de voormalige gracht die dateerde uit de 16e eeuw. In de vulling van de gracht is voornamelijk vondstmateriaal gevonden uit de 17e-18e eeuw . Op een deel van de grachtvulling lag een bakstenen straatje of vloertje dat mogelijk uit de 19e eeuw dateerde.

Dit betreft twee opgravingen die hebben plaatsgevonden ter hoogte van een zijgeul van de Hunze. Aan de hand van de grote concentratie aardewerkscherven kon worden geconcludeerd dat de zijgeul langere tijd als dumpplaats voor afval moet hebben gediend. Vreemd genoeg zijn er geen sporen aangetroffen die wijzen op bewoning in de buurt.

Betreft boringen over meerdere percelen ten noorden van Dorkwerd. Het onderzoek is uitgevoerd als verldwerkpracticum voor eerstejaars archeologiestudenten van het GIA.