a560 1474 maart 6.
Walraven van Nydegghen en Peter van Wetten Claessoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Herman Haretssoen en Engghel e.l. een rente van 1 malder rogge opgedragen hebben aan Jan Lauwerenssoen ,te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een kamp, gelegen met de ene zijde naast de Groetencamp en met de andere zijde naast de erven van Henric Vaelc,van voornoemde van Wetten en van Jacop van Heessel, met het ene eind schietend op de gemene dijk en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.

a544 1470 december 5.
Johan Spierinck en Peter van Wetten Claessoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Mercelijs Janssoen, gastmeester van het Graafse sint Cathatinagasthuis,
- met consent van de gemene raad en provisoren van dit gasthuis, te weten de Graafse schepen Jacop Vennensoen en de Graafse gezworene Jacob Reyleyer ten behoeve van het convent van sint Agatha, aan broeder Arnt Snelraet, opgedragen heeft, alzulke tienden als het Graafse gasthuis heeft op de volgende erven:
a)een hof, gelegen in die Haltert, genaamd aen Ghene Heyde, schietend met het ene eind op de heide en met het andere eind op de gemene straat, met een zijde naast die Syp en met de andere zijde naast de Slymsteghe, groot 23 hollandse morgen;
b)een stuk land, gelegen in die Haltert, met de ene zijde naast de Slymsteghe en met de andere zijde naast het erf van Herman Wauwels en dat Hoghe Gaet met andere erven, met het ene eind schietend op de gemeynt, ongeveer 16 hollandse morgen;
c)een stuk, gelegen in die Haltert, in zijn geheel omgeven door de gemeynt, groot ongeveer 13 hollandse morgen;
d)een stuk land, gelegen in die Kamer en zo ook genaamd, met de ene zijde naast de Doyenberch en met de andere zijde naast het erf van voornoemd convent, ongeveer 11 hollandse morgen, te weten de tienden waar de voogd van Bell en de Cuijkse pastoor ook een aandeel van hebben. 'de heer van Haps.

a534 1469 sentember 10..
Walraven van Nydeggen en Peter van Wetten Claessoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat:
1)Gaert Volmensoen;
2)zijn broer Henrick die Jonge;
3)Jan Willemssoen en Beel e.l.,
drie schepenbrieven, die melding maken van een rente van 3 1/2 malder rogge en 5 hoenders, hebben opgedragen aan Jan Claessoen.

a525 1468 juni 16.
Walraven van Pydeggen en Jan Spyrinck, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, verklaard heeft, dat Peter van Wetten Claeszoen - met een bedrag van 50 rijnsguldens - ten allen tijde kan lossen een rente van 4 malder rogge, welke rente betaalbaar is tijdens de vier kerstheilige dagen.