Het klooster Mariaweijde aan de Nieuwstraat was oorspronkelijk een Augustinessenklooster. Sinds 1416 hebben er zusters van de orde van de H. Augustinus gewoond en gewerkt in klooster 'De Weyde'. In 1798 werd het klooster opgeheven en kwamen de gebouwen in particuliere handen. De dominicanen woonden vanaf 1892 in het klooster Trans-Cedron aan de Kleine Beekstraat, maar dit werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield. In het voorjaar van 1945 vonden Nederlandse dominicanen in het klooster Mariaweijde hun voorlopig tehuis. Later kochten zij het hele terrein en bouwden er een nieuw klooster. Het huidige kloostergebouw werd in 1960 gebouwd door J. van Hest in de trant van de Bossche school op de plaats van het vernielde klooster Mariaweijde. Alleen de uit 1416 daterende Sint Ursulakapel herinnert nog aan het verblijf van de 'Witte vrouwen'. Het is een rijksmonument. De kapel werd rond 1956 door J. Kayser gerestaureerd

Begin jaren 1990 kwam het Sint Dominicuscollege leeg te staan, nadat de paters dominicanen het complex verlieten. Het complex zelf werd kort daarna gesloopt. De kapel werd als hoogtepunt van expressionistische, kerkelijke kunst uit het interbellum op de Rijksmonumentenlijst geplaatst, maar het wachten op een nieuwe bestemming werd het gebouw noodlottig: in 1992 ging de kapel door brandstichting verloren. Het gepleisterde kerkinterieur was voorzien van een rijke symbolische beschildering; zowel de schilderingen als de glas-in-loodramen waren vervaardigd door Walter Vits uit Dusseldorf. Van de schilderingen waren de voornaamste die van Maria met Kind en engelen op de triomfboog, en in de absis het Lam Gods met de vier dieren en paradijsstromen, en die van Mozes, David, Malachius, Servatius, Willibrordus en Jordanus. De vensters in het schip bevatten onder andere rechts de figuren van Abraham, Isaias en Johannes de Evangelist, en links Stephanus, Cyrillus en Catharina van Alexandrie, die in het koor Tarcisius en Lucianus. In de zijkapellen bevonden zich marmeren altaren met beelden van de hand van W.A. van der Winkel; de kapellen waren gewijd aan Dominicus, Maria Koningin van de Rozenkrans, Thomas van Aquino, Joannes van Gorkum, Jozef en Imelda

Pater Augustinus was een gedreven Missieprocurator. In de volksmond heette de St. Jozefkerk: 'Op de Heuvel'

Pater Augustinus was een gedreven missieprocurator. Geboren te Heer in 1924, overleden te Sittard in 1981

Voorste rij vlnr: pater Johannes Hubertus Reiners (kloosternaam: Augustinus), Frens Schepers (kloosternaam Patricius). Tweede rij: pater n.n. (kloosternaam Antonius)

Zittend vlnr.: Christianus Heijnen (kloosternaam: Bertholdus), Petrus Antonius Hubertus Maria Hennekens (kloosternaam: Avertanus), Lambertus Johannes Leuven (kloosternaam: Romaeus), Peter Augustinus Peters (kloosternaam: Johannes a Cruce)
Staand vlnr.: Jozef Paulus Theodorus Montforts (kloosternaam: Jacobus/Tiago), Cornelis Johannes Verbeten (kloosternaam: Norbertus), Matthias Johannes Baltissen (kloosternaam: Anselmus), Wilhelmus Gerardus Cornelis Vogels (kloosternaam: Liborius), Willem Johannes Egidius Zwaard (kloosternaam: Cyrillus a Matre Dei), Donatus Hubertus Maria Op den Camp (kloosternaam: Paulinus a S. Theresia), Leonardus Reinier Heijnen (kloosternaam: Ambrosius), Johannes Hubertus Reiners (kloosternaam: Augustinus), n.n. (kloosternaam Bonifacius), n.n., Petrus Josephus Hubertus Gijzelaars (kloosternaam: Gulielmus)

Vlnr.: Leonard Joseph Marie Dohmen (kloosternaam: Eugenius), Peter Willem Moonen (kloosternaam: Jozef), Jan Jozef Schols (kloosternaam:Angelus), Jan Willem Offermans (kloosternaam: Marcellinus), Adrianus Johannes Lambregts (kloosternaam: Petrus Thomas), Henricus Jacobus Joannes Sangers (kloosternaam: Albertus), Peter Augustinus Peters (kloosternaam: Johannes a Cruce). Op 30 september 1925 werd in Waspik-Boven door de toenmalige bisschop van 's-Hertogenbosch Mgr. Diepen het Rectoraat van de H. Theresia van Lisieux opgericht. De zielzorg werd toevertrouwd aan de paters ongeschoeide karmelieten. In 1926 begon de stichter, pater Johannes Josephus Gelissen ocd (kloosternaam: Honorius), met de bouw van de Theresiakerk. Op 2 juli 1927 was de bouw van de kerk en klooster voltooid en vestigden de paters zich in Waspik en richtten er een noviciaat op. Op 12 september 1927 werd de kerk plechtig geconsacreerd door Mgr. Diepen, bisschop van Den Bosch

Vlnr Leonardus Reinier Heijnen (latere kloosternaam Ambrosius), Johannes Hubertus Reiners (latere kloosternaam Augustinus), Matthias Johannes Baltissen (latere kloosternaam Anselmus), Petrus Josephus Hubertus Gijzelaars (latere kloosternaam Gulielmus)

Groepsfoto van de leerlingen samen met vlnr de paters Petrus Ludovicus Hubertus Ritzen (kloosternaam: Ludovicus), Leonard Joseph Marie Dohmen (kloosternaam: Eugenius), n.n. (kloosternaam Apollinaris), Johannes Beaumont (kloosternaam: Stanislaus), Godefridus Hubertus Maria Diederen (kloosternaam: Petrus), Petrus Josephus Caenen (kloosternaam: Canisius), Peter Smackers (kloosternaam: Amandus), Jan Jozef Schols (kloosternaam:Angelus), Gerard Alphons Zelis (kloosternaam: Andreas), dhr Woestenburg, Henricus Jacobus Joannes Sangers (kloosternaam: Albertus), Peter Augustinus Peters (kloosternaam Johannes), Jozef Emmanuel Bus (kloosternaam Paulus), n.n. (kloosternaam Antonius), Petrus Matthijs Henri Beaumont (kloosternaam: Franciscus)

Op de foto staan onder andere de paters Petrus Josephus Hubertus Gijzelaars (kloosternaam: Gulielmus), Johannes Hubertus Reiners (kloosternaam: Augustinus) en Cornelis Johannes Verbeten (kloosternaam: Norbertus). De paters ongeschoeide karmelieten kochten in 1875 de kluis met kapel, gebouwd naar voorbeeld van het huisje van Loreto. Het was slechts enkele jaren ervoor gebouwd door kluizenaar A. Kaiser uit Aken. De paters waren, vanwege de Kulturkampf, uit Duitsland verdreven. Aanvankelijk begonnen als kloosterkerk in 1875 werd een eerste kerk gebouwd in 1879. Deze werd in 1904 vergroot. De huidige kerk in traditionele vormen kwam in 1935 tot stand onder leiding van architect P.A. Schols uit Geleen. Deze deed eerst dienst als kloosterkerk en vanaf 1954 als rectoraatskerk. Klooster en kapel werden in 1967 gesloopt. In 1982 werd het rectoraat verheven tot parochie. Na het vertrek van de laatste paters uit Geleen in de jaren '90 van de 20e eeuw is het kloostercomplex verkocht aan de woningvereniging Woonpunt. Het gebouw stond daarna jarenlang leeg, maar in 2014 werd besloten het gebouw als medisch centrum in te richten

broeder Rodulphus, broeder Augustinus, broeder Longinus, J. Peters, A. Carlier, brjoeder Nicolaus, A. Versteege, A. Huijgens