Ihre Suche: Vestigingsplaats: Wijk bij Duurstede

zzOUD Databestand kloosters in Nederland ( Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven )

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Standort
Vestigingsplaats: Wijk bij Duurstede
Datierung:
1398 - 1580
Orde of congregatie:
Dominicanessen
Naam van het klooster:
Maria Magdalena
Patroonheilige:
Maria Magdalena
Ortsname:
Wijk bij Duurstede
Provinz:
Utrecht
Parochie:
Wijk bij Duurstede
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1398
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Typ:
Klooster, v
Geschichte:
De stichting in 1398 van het dominicanessenklooster in Wijk bij Duurstede ging uit van Willem van Abcoude, heer van Wijk bij Duurstede, die dit klooster rijkelijk begiftigde. Voor deze nieuwe kloosterstichting werd in 1399 door de bisschop van Utrecht en in 1400 door de paus goedkeuring verleend. De canonieke erkenning door de orde volgde in 1401. Het klooster, dat, evenals de kerk, aan de H. Maria Magdalena was toegewijd, behoorde tot de provincie Saxonia, maar werd in 1515 bij de nieuwe provincie Germania Inferior gevoegd. Met de bouw van het klooster en de kerk werd in 1398 begonnen en was al in 1401 voltooid. Het klooster werd betrokken door zusters uit het dominicanessenklooster van Schönensteinbach in de Elzas, die door Utrechtse wijbisschop, de dominicaan Hubertus Schenck, die tot vicarius van het klooster was aangesteld, naar de Nederlanden werden gehaald. Het gehele complex bevond zich op het terrein, dat tegenwoordig wordt ingenomen door de RK-kerk. Na verloop van tijd werd het klooster vrijwel uitsluitend nog bevolkt door vrouwen uit adellijke of voorname burgerfamilies. Na de invoering van de reformatie te Wijk bij Duurstede in 1580 werden de kloostergebouwen door de Staten van Utrecht in beslag genomen. De zuster mochten er blijven wonen, maar moesten wel bijdragen in het kosten van onderhoud van predikant, koster en schoolmeester. Hoewel er geen nieuwe katholieke jufferen meer mochten worden aangenomen, duurde het toch ettelijke decennia voordat alle katholieke zusters uitgestorven en door protestantse jufferen vervangen waren. In 1604 werd dit proces ten zeerste bespoedigd, toen de pest uitbrak en slechts vier zusters dit overleefden. Een gedeelte van de gebouwen werd vervolgens voor de kazernering van Staatse huurlingen ingeruimd. In 1618 werden enkele tot het klooster behorende huisjes aan de stad verkocht , terwijl sinds 1619 de kloosterrefter door de classis Rhenen-Wijk als vergaderruimte werd gebruikt. In 1640 werden de gebouwen gesloopt
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 211; S.P. Wolfs, “Middeleeuwse Dominicanessenkloosters in Nederland” (Assen 1988), p. 94-109; A. Dlabacová, “Literatuur en observantie: De Spieghel der volcomenheit van Hendrik Herp en de dynamiek van de laatmiddeleeuwse teksverspreiding” (Hilversum 2014), p. 161
Gebruikte websites:
Website Het Utrechts Archief, http://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/archiefbank/archieftoegangen/zoekresultaat?miview=inv2&mivast=39&mizig=210&miadt=39&micode=1006-5#inv3t1 (22-08-2016); Website Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Johanna%20van%20Abcoude (22-08-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z036-007
VU Kloosterlijst nummer:
W23